Kaartlagen - feature-info

Feature-info

Feature-info toont de attribuut- of ‘eigenschappen-informatie’ die voor een geometrie (object) is opgeslagen in de database tabel. Deze wordt getoond indien er op het object wordt geklikt of er met de muis overheen wordt bewogen.
Bij de kaartlaag-configuratie kan onder het menu-item feature-info worden geconfigureerd hoe deze wordt getoond in een kaart in Onemap.

Configuratie

 

screen_featinfoconfig.png

 

Feature-info kan worden geconfigureerd voor on-click (klik) of on-hover (muis overheen bewegen). Beide types kunnen tegelijkertijd functioneren. Het is gebruikelijk om on-hover minder informatie te tonen die nuttig is voor orientatie op de kaart (b.v. perceel-nummer of een categorie waartoe het object behoort).
Feature-info on-click is veelal wat uitgebreider en wordt getoond in een pop-up of in een zijbalk en wordt geconfigureerd om meerdere attributen van een object te tonen.

Om feature-info te configureren kies in het menu van het kaartlaag-beheer. Vink de checkbox Toon feature-info aan om feature-info te activeren. De beheerder kan bij Veld toevoegen kiezen welke velden (attributen) er moeten worden getoond. Dit veld wordt vervolgens getoond in het tekstvlak. In Editor modus worden de namen in een blauw vlak getoond, in Broncode modus verschijnen de veldnamen in dubbele accolades: {{ veldnaam }}

Hoe de feature-info wordt weergegeven wordt bepaald bij de configuratie van de kaart, zie Kaarten - configuratie. Hier kan worden ingesteld of de feature-info wordt getoond in de zijbalk of in een pop-up en indien hiervoor wordt gekozen, hoe groot deze pop-up moet zijn. Indien wordt gekozen voor zijbalk moet de beheerder bij kaarten - zijbalken ervoor zorgen dat feature-info wordt opgenomen in de linker of rechter zijbalk.

Template

In het tekstvlak kan het template worden samengesteld.

  • In Broncode-modus kan tekst, html en twig-variabelen worden ingevuld. De variabelen zijn de attributen van het feature dat getoond moeten worden. Deze moeten tussen dubbele accolades worden geplaatst,
    b.v. {{ bouwjaar }}.
    Met Twig kunnen deze attributen worden  gebruikt om bijvoorbeeld conditionele statements toe te voegen, of attributen te formatteren. Een aantal voorbeelden voor het gebruik van Twig in de feature-info broncode is te vinden op: Twig templates.

  • In Editor-modus kan de veldwaarde worden toegevoegd door een waarde te kiezen uit de keuzelijst bij Veld toevoegen. Deze zal in een blauw blok worden getoond en kan verder met gewone tekst worden aangevuld. Voor meer informatie zie html-editor.

I.p.v. de gewenste attributen 1 voor 1 toe te voegen, kan ook gebruik worden gemaakt van de knop Default feature-info. Hiermee worden alle attributen direct toegevoegd aan de feature-info. De standaard weergave is:
Attribuut-naam : Attribuut-waarde.

Door het plaatsen van drie rechte begin- en eindhaakjes kunnen tabs aan de feature info worden toegevoegd. De informatie in dat tabblad wordt hieronder ingevoegd. 
De volgende code:

<p style="margin-bottom: 0.2rem"><strong>ROLSTOELTOEGANKELIJK: </strong>{{ ROLSTOELTOEGANKELIJK }}</p> <p style="margin-bottom: 0.2rem"><strong>HALTENAAM: </strong>{{ HALTENAAM }}</p> [[[Info2]]] Nog een keer de naam van de halte: {{ HALTENAAM }} [[[Info3]]] Hier komt nog meer informatie

zal het volgende resultaat tot gevolg hebben:

screen_bushalte.png

De informatie boven het eerste toegevoegde tabblad wordt standaard getoond onder het tabje Informatie.

Via het formulier kunnen ook bestanden worden geupload, De bestanden zelf worden geplaatst in een OneMap bestanden locatie. Hoe je deze kunt tonen in de feature info wordt beschreven in een speciale FAQ pagina.

De veld-informatie voor een WMS service wordt opgehaald via een 'DescribeLayer' request. Het kan voorkomen dat de WMS service dit request niet ondersteunt. Dit is namelijk niet verplicht. In dat geval kunnen er geen beschikbare attributen worden getoond.

Normaliter worden lagen zowel als WMS en WFS geleverd. Voor WFS is het request  'DescribeLayer' wel verplicht. Door in Onemap de bijbehorende WFS-laag te koppelen aan de WMS-laag kunnen alsnog de beschikbare attributen worden opgehaald, en worden gebruikt in OneMap. De bijbehorende WFS laag kan worden toegevoegd onder de algemene instellingen van de WMS laag.