Overzicht tabellen

OneMap kan tabellen genereren van CSV-bestanden en Shapefiles die naar de server zijn geüpload en daar in een databasetabel zijn opgeslagen. Je kunt deze tabellen bijvoorbeeld gebruiken voor het definiëren van de domeinwaarden van velden. 

De tabellen vormen een van de bronnen in de bronnenbibliotheek van Onemap Beheer. Een overzicht van alle tabellen die op de server zijn opgeslagen vind je op pagina Tabellen. Deze pagina open je met de optie Tabellen uit het Bronnen-menu:

Een tabel in Onemap is dus een databasetabel, dat wil zeggen een verzameling gegevens die geordend is in rijen en kolommen, waarbij een rij de eigenschappen van één object bevat (een record) en een kolom een bepaald type eigenschap vertegenwoordigt (veld- of attribuutwaarde). De eerste rij van de tabel bevat geen veldwaarden maar de veldnamen. 

De tabellen, en daarmee de bestanden die je kunt uploaden, moeten aan de volgende eisen voldoen:

• De eerste rij bevat de veldnamen. In de veldnamen moet uit uitsluitend alfanumerieke tekens bestaan, dus bijvoorbeeld geen spaties, komma's of slashes bevatten.
• Alle rijen bevatten evenveel attribuutwaarden. Een oningevuld veld krijgt als attribuutwaarde NULL.
• Alleen de tekensets UTF8 en ISO-8859-1 worden ondersteund. Microsoft Windows zal doorgaans (een variant van) deze tekensets gebruiken.

In het overzicht vind je naast de titels van de geüploade tabellen de volgende commando's:

• Bewerk
  Opent pagina Bewerk tabel <titel>, waarop je de naam en de weergavevelden kunt wijzigen. De weergavevelden worden gebruikt voor velddomeinen (de keuzelijsten waaruit je een veldwaarde kunt selecteren).
• Bekijk gegevens
  Opent een pagina met de gegevens van de tabel, zoals die door Onemap zijn opgeslagen. Je kunt de gegevens hier alleen bekijken, niet bewerken. Met de download-knoppen kun je de tabel als CSV-bestand of indien van toepassing als Shapefile op je computer opslaan. Alle bestanden van de Shapefile worden in een ZIP-bestand gecomprimeerd.
• Relaties
  Opent pagina Relaties. Je kunt een tabel via een attribuut laten verwijzen naar de primaire sleutel een andere tabel (entity relationships). Hierbij kunnen verschillende relatietypen onderscheiden worden. Zie onderdeel Relaties tussen tabellen.
• Verwijder 
  Verwijdert een tabel uit de database van Onemap. Tabellen die in een relatie met een andere tabel of voor velddomeinen worden gebruikt, zijn niet te verwijderen. Je moet eerst deze toepassing ongedaan maken voordat ze te verwijderen zijn.

CSV-bestanden

 De gegevens worden niet altijd door komma's gescheiden, ook andere gegevensscheidingstekens kunnen worden gebruikt, zoals puntkomma's, spaties, tabs of verticale lijnen. Tekst kan tussen dubbele of enkele aanhalingstekens staan, hoewel tekst niet in alle CSV-bestanden zo wordt gemarkeerd.

In Onemap moet een CSV-bestand aan de volgende eisen voldoen:

• De extensie van de bestanden is '.csv'.
• Alleen de tekensets UTF8 en ISO-8859-1 worden ondersteund.
• De eerste regel bevat de veldnamen van de tabel.

• De veldnamen op de eerste regel mogen niet uit nummers bestaan en mogen alleen alfanumerieke tekens bevatten. Dat laatste houdt in dat de veldnamen geen spaties, (back)slashes, trema's, accenten of vreemde tekens mogen bevatten. Met vreemde tekens worden bijvoorbeeld de volgende tekens bedoeld:!"#$%&'()*+,-./-:;<=>?@[\]^`{|}~¢£¤¥¦§¨©ª«¬®¯°±²³´µ¶·¹º»¼½¾¿. Een onderstrepingsteken (underscore) in een veldnaam is wel toegestaan

• De gegevens moeten gescheiden worden door een komma (,), een puntkomma (;) of een verticale lijn (|).

• Het aantal kolommen moet op iedere regel hetzelfde zijn. Dit houdt in dat op elke regel evenveel scheidingstekens moeten staan.
• Getallen mogen geen komma's bevatten en een punt in een getal wordt beschouwd als een decimale punt. Vervang decimale komma's door een punt (en zorg daarbij dat elders geen punten of komma's worden gebruikt). Gebruik in een getal geen scheidingsteken voor duizendtallen.
• Tekst mag tussen enkele of dubbele aanhalingstekens staan, maar dat is niet verplicht.

Shapefiles

 Een shapefile is samengesteld uit drie tot zes aparte bestanden, waarvan de volgende drie verplicht zijn: 1) een geometriebestand (.shp) met de ligging en geometrie van de kaartobjecten; 2) een database-bestand (.dbf) met de beschrijvende attributen van die objecten, 3) een indexbestand (.shx) dat de voor elk object de index bevat. Afgezien van de extensie, is de naam van deze bestanden gelijk en correspondeert die naam met de naam van de kaartlaag. 

In Onemap zijn bij het uploaden van een shapefile afgezien van de drie verplichte bestanden ook het bestand met de kaartprojectie vereist (projectiebestand .prj). 

Toevoegen nieuwe tabel

Wanneer je een nieuwe tabel als bron aan Onemap wilt toevoegen, kun je op pagina Tabellen met het commando Nieuwe tabel een CSV-bestand of een Shapefile naar de server uploaden. Onemap maakt vervolgens van het geüploade bestand een databasetabel aan.

Uploaden CSV-bestand

Op de volgende manier kun je een CSV-bestand uploaden:

1. Klik op pagina Tabellen op Nieuwe tabel. Pagina Nieuwe tabel verschijnt.
    

2. Klik bij Bestanden op de knop Bladeren, en selecteer het CSV-bestand. De naam van het bestand wordt automatisch bij het veld Titel ingevuld. Je kunt deze titel echter veranderen. 

   Indien het scheidingsteken voor de gegevens nog niet goed is ingevuld, kan er een foutmelding verschijnen dat de veldnamen niet uitsluitend alfanumerieke tekens bevatten. Deze melding heeft betrekking op de scheidingstekens in de eerste veldnaam en verdwijnt wanneer je het juiste scheidingsteken selecteert.

3. Indien het CSV-bestand coördinaten van punten of locaties bevat, vul dan bij Projectie de kaartprojectie in die van toepassing is. Begin met iets te typen en kijk of de code van de projectie in het zoekresultaat onder het veld verschijnt.
   
   
   
4. Selecteer bij Scheidingsteken het teken dat in het bestand wordt gebruikt om de gegevens te scheiden. Je kunt kiezen uit een komma (,), een puntkomma (;) of een verticale lijn (|). Standaard is de komma geselecteerd.
   
   
5. Geef bij Tekstscheidingsteken op of tekstwaarden tussen enkele of dubbele aanhalingstekens staan. Standaard is het dubbele aanhalingsteken geselecteerd.
   
   

6. Selecteer bij Weergavevelden de velden die je wilt gebruiken in de keuzelijsten van invulvelden (velddomeinen). Het invullen van dit veld is niet verplicht.

   Selecteer hier een of meer velden uit de lijst met beschikbare velden. Je kunt geselecteerde velden verwijderen door op het kruisje te klikken.

   

7. Selecteer bij Primaire key een uniek veld dat als primaire sleutel gebruikt kan worden. Zorg dat je een veld selecteert dat niet alleen uniek is maar dat bovendien als datatype 'heel getal' of 'tekst' bezit (zie het veld Velden). Het invullen van dit veld is niet verplicht. Indien er niets wordt ingevuld, genereert Onemap een primaire sleutel (_id).
   
   
8. Geef bij Velden het datatype van de velden aan. Standaard hebben alle velden van een CSV-bestand tekstwaarden. Je kunt kiezen uit de volgende datatypes:
   • tekst
   • heel getal (integer)
   • getal (reëel getal of float)
   • datum
   • waar/onwaar (boolean)
   • geometrie
   • x-coördinaat

   • y-coördinaat 

     Gebruik voor ruimtelijke gegevens de datatypes geometrie, x-coördinaat of y-coördinaat en geef bij Projectie de kaartprojectie op die voor de coördinaten van toepassing is.

     Je kunt hier het datatype van de velden '_id' en 'updated_at' niet aanpassen. Deze door Onemap aangemaakte velden worden in de database namelijk voor identificatie en versiebeheer gebruikt. 

9. Controleer in de tabel die bij Preview staat weergegeven of het resultaat van wat je daarvóór hebt ingevuld naar wens is. Je kunt hier alleen het resultaat bekijken, je kunt hier geen instellingen veranderen.
   
   
10. Selecteer bij Workspace de omgeving waarin de tabel beschikbaar moet zijn. Je kunt slechts één omgeving selecteren. Het selecteren van een omgeving is verplicht.
    
    
11. Vul eventueel een Beschrijving van de tabel in. 
    
    
12. Klik Opslaan. De melding 'Upload aangemaakt' geeft aan dat het uploaden en genereren van de tabel gelukt is. Je keert terug naar het overzicht met de beschikbare tabellen op pagina Tabellen. 

Uploaden Shapefile HLWGP-189 - Getting issue details... STATUS

Op de volgende manier kun je een Shapefile uploaden:

1. Klik op pagina Tabellen op Nieuwe tabel. Pagina Nieuwe tabel verschijnt. 
   
   

2. Klik bij Bestanden op de knop Bladeren, en selecteer alle bestanden van de shapefile Je kunt alle bestanden selecteren, maar de bestanden .shp, .shx, .prj en .dbf zijn verplicht. De naam van het databasebestand (.dbf)  wordt automatisch bij het veld Titel ingevuld. Je kunt deze titel echter veranderen. 

   Indien je niet alle verplichte bestanden van een shapefile selecteert, verschijnt er een melding van de nog ontbrekende bestanden.

3. Geef bij Projectie de kaartprojectie van de shapefile aan (zie onderdeel Uploaden CSV-bestand).
   
   

4. Selecteer bij Weergavevelden de velden die je als keuzelijsten wilt gebruiken (zie onderdeel Uploaden CSV-bestand).
   
   
5. Selecteer bij Primaire key de primaire sleutel van het databasebestand (.dbf). Vaak maakt ArcMap een aparte sleutel aan (FID of OID). Zorg dat de primaire sleutel van het datatype tekst of integer is.
   
   

6. Wijzig bij Velden eventueel het datatype van de numerieke velden (zie onderdeel Uploaden CSV-bestand). 

   Je kunt alleen de velden met datatype 'getal (float)' wijzigen. De velden met een ander datatype kun je niet wijzigen om te voorkomen dat tijdens het importeren van de shapefile er gegevens verloren gaan.

7. Controleer in de tabel die bij Preview staat weergegeven het resultaat van wat je daarvóór hebt ingevuld.
   
   
8. Selecteer bij Workspace de omgeving waarin de tabel beschikbaar moet zijn.
   
   
9. Vul eventueel een Beschrijving van de tabel in. 
   
   
10. Klik Opslaan (zie onderdeel Uploaden CSV-bestand).

Zie ook

/wiki/spaces/HandleidingWGP5/pages/168002043