Met de stijl van een kaartlaag bepaal je hoe WGP de laag op de kaart zal weergeven. Van de laag kun je de transparantie instellen en het stijltype selecteren. Met een SLD-bestand kun je de weergave van de laag uitgebreid definiëren. Je kunt in plaats daarvan voor sommige lagen ook een stijl van de kaartservice selecteren. In WGP definieer je de stijl van een kaartlaag op tabblad Stijl van pagina Kaartlaag.

Configureren van de stijl van een laag

Op de volgende manier configureer je de stijl van een kaartlaag:

1. Open voor de gewenste kaartlaag pagina Kaartlaag. Deze pagina verschijnt wanneer je in het overzicht op pagina Kaartlagen naast de laag op de knop Bewerken drukt (zie onderdeel Kaartlagen - beheren).
   
   
2. Selecteer hier tabblad Stijl. Op dit tabblad staan de instellingen om de stijl van de laag te configureren.
   
   
3. Stel de Transparantie van de laag in door de schuif van de schuifregelaar naar links of naar rechts te bewegen. Wanneer de schuif zich aan de linkerkant bevindt (0% transparant), is de laag helemaal ondoorzichtig. Wanneer de schuif zich aan de rechterkant bevindt (100% transparant), is de laag helemaal transparant en dus volledig onzichtbaar. De  transparantie is standaard 0%.
   
   
4. Selecteer bij Stijltype het soort stijldefinitie dat je voor de laag gebruikt. Je kunt kiezen uit:

   • Geen (alleen van toepassing op vectorlagen)
     de standaardweergave voor vectorlagen, zoals de lagen van een WFS-service. 

     Stijltype 'Geen' is de standaardweergave voor vectorlagen (default-stijl) van OpenLayers.

   • Kaartservicestijl (alleen van toepassing op rasterlagen)
     een van de stijldefinities die door de kaartservice worden uitgeleverd. Wanneer je dit type hebt geselecteerd, moet je bij Stijl van kaartservice een laagstijl uit de keuzelijst kiezen. De keuzelijst bevat alle laagstijlen die door de service uitgeleverd worden.

     Dit stijltype is alleen van toepassing op WMS-kaartservices (rasterlagen). Bij services voor vectorlagen, zoals een WFS-service, wordt geen stijl meegeleverd. De laagstijlen van WMST-kaartservices (getegelde rasterlagen) worden door WGP niet ondersteund.

     Wanneer je bij stijltype 'Kaartservicestijl' geen stijl uit de keuzelijst hebt geselecteerd, wordt de standaardstijl (default-stijl) van de WMS-kaartservice gebruikt.

   • SLD-bestand:
     een SLD-bestand met een beschrijving van de laagstijl. Wanneer je dit type hebt geselecteerd, moet je de inhoud van het SLD-bestand in het onderstaande tekstveld SLD-code invullen. 

     Info

     /wiki/spaces/HandleidingWGP5/pages/546635777 staat voor Styled Layer Descriptor en is een standaard XML-taal voor het definiëren van de weergavestijl van een kaartlaag. 

   • URL van een SLD-bestand:
     de koppeling naar een SLD-bestand. Wanneer je dit type hebt geselecteerd, moet je het URL-adres van het SLD-bestand in het onderstaande tekstveld URL invullen. 
     
     

5. Vul onder Stijltype een van de volgende velden in (welk veld beschikbaar is hangt af van het geselecteerde Stijltype):
   • Stijl van kaartservice 
     selecteer een van de laagstijlen uit de keuzelijst. Als de lijst leeg is, heeft de service geen laagstijlen beschikbaar. Wanneer je geen laagstijl selecteert, gebruikt WGP de default-stijl van de kaartservice.
     
     
   • Stijl-code
     de code van het SLD-bestand dat je voor de weergave van de laag wilt gebruiken. Plak de inhoud van het SLD-bestand in het canvas SLD-code of importeer het bestand met de knop Bladeren.
     
     
   • URL
     een URL-adres dat verwijst naar een SLD-bestand.
     
     
6. Sla de configuratie van de laagstijl op (knop Opslaan).