null

Skip to end of metadata
Go to start of metadata

You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 12 Next »




Met de stijl van een kaartlaag bepaal je hoe WGP de laag op de kaart zal weergeven. Van de laag kun je de transparantie instellen en het stijltype selecteren. Met een SLD-bestand kun je de overige aspecten van de weergave van de laag definiëren. Je kunt in plaats daarvan voor sommige lagen ook een weergavestijl van de kaartserver selecteren. In WGP definieer je de stijl van een kaartlaag op tabblad Stijl van pagina Kaartlaag.

Op de volgende manier configureer je de stijl van een kaartlaag:

  1. Open de gewenste kaartlaag op pagina Kaartlaag. Deze pagina verschijnt wanneer je in het overzicht op pagina Kaartlagen naast de laag op de knop Bewerken drukt (zie onderdeel Kaartlagen - beheren).

  2. Selecteer hier tabblad Stijl. Op dit tabblad staan de instellingen om de stijl van de laag te configureren.

  3. Stel de Transparantie van de laag in door de schuif van de schuifregelaar naar links of naar rechts te bewegen. Wanneer de schuif zich aan de linkerkant bevindt (0% transparant), is de laag helemaal ondoorzichtig. Wanneer de schuif zich aan de rechterkant bevindt (100% transparant), is de laag helemaal transparant en dus volledig onzichtbaar.

  4. Selecteer bij Stijltype het soort stijldefinitie dat je voor de laag gebruikt. Je kunt kiezen uit:
    1. Geen (alleen van toepassing op vectorlagen)
      de standaard weergave voor vectorlagen, zoals de lagen van een WFS-service.

    2. Kaarservicestijl (alleen van toepassing rasterlagen)
      een van de laagstijlen die door de kaartservice wordt uitgeleverd. Kies voor dit type bij Stijl van kaartservice een laagstijl uit de keuzelijst. De keuzelijst bevat alle stijlen die door de service uitgeleverd worden.

      Dit stijltype is alleen van toepassing op kaartservices voor rasterlagen, zoals een WMS-service. Bij services voor vectorlagen, zoals een WFS-service, wordt geen stijl meegeleverd. Ook services van getegelde rasterlagen bieden doorgaans geen kaartservicestijlen.

    3. SLD-bestand:
      een SLD-bestand met een beschrijving van de laagstijl. Vul bij dit type de inhoud van het SLD-bestand in het canvas SLD-code in. 

      Info

      /wiki/spaces/HandleidingWGP5/pages/546635777 staat voor Styled Layer Descriptor en is een standaard XML-taal voor het definiëren van de weergavestijl van een kaartlaag. 

    4. URL van een SLD-bestand:
      het URL-adres van een SLD-bestand. Vul in het tekstveld URL het URL-adres van het SLD-bestand in. 

  5. Vul onder Stijltype een van de volgende velden in (welk veld er aanwezig is hangt af van de keuze van het Stijltype):
    1. Stijl van kaartservice 
      selecteer een van de laagstijlen uit de keuzelijst. Indien de lijst leeg is, heeft de service geen laagstijlen beschikbaar.
    2. Stijl-code
      de code van het SLD-bestand dat je voor de weergave van de laag wilt gebruiken. Plak de inhoud van het SLD-bestand in het canvas SLD-code of importeer het bestand met de knop Bladeren.
    3. URL
      een URL-adres dat verwijst naar een SLD-bestand.

  6. Sla de configuratie van de laagstijl op (knop Opslaan).

Locatie van pagina


La page racine sélectionnée est introuvable.

 

Metadata


 


Door
Status

INITIËEL

Release

WGP 5.0


Nieuwland Geo-Informatie ©

  • No labels