Tabellen beheren
In Onemap Beheer kun je tabellen uploaden en de gegevens in de database van Onemap opslaan. De tabellen gebruik je onder andere als bron voor kaartlaaggegevens (zie onderdeel Toevoegen van een kaartlaag) en voor aanvullende informatie over kaartobjecten.
Je kunt in Onemap Beheer twee typen tabel importeren:
CSV-bestanden
gegevensbestanden waarbij de gegevens door komma’s (of puntkomma’s) gescheiden zijn en tekst tussen aanhalingstekens is gezet.Shapefile-bestanden
de exportbestanden voor de kaartlagen van ESRI. ESRI slaat de kaartlagen in een set bestanden op, waarvan de volgende verplicht zijn:SHP-bestand
een bestand met de geometriegegevens van de kaartlaagobjectenSHX-bestand
een bestand met de index voor de objectgeometrieënPRJ-bestand
een bestand met de kaartprojectieDBF-bestand
een databasebestand met de attribuutwaarden van de kaartlaagobjecten
Nadat een tabel is geïmporteerd (geüpload), kan je de rijen (records) van de tabel bewerken. Je kunt een bestaande tabel aanpassen door nieuwe tabellen met hetzelfde gegevensstructuur te uploaden. Je kunt ook records verwijderen.
Je kunt verschillende tabellen aan elkaar koppelen door corresponderende velden te koppelen. Stel in de ene tabel staan naam- en adresgegevens en in een andere tabel de namen van hondenfokkers, dan kun je door deze tabellen te koppelen alle adressen van de hondenfokkers publiceren.
De volgende pagina’s beschrijven het beheer van tabellen in Onemap in meer detail: