Skip to end of metadata
Go to start of metadata

You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 16 Next »

Samenvatting

De Catalogus van Gisratio gebruik je voor het registreren van de 'stamgegevens' van het onderhoudswerk. Dat zijn de vaste gegevens die niet of zelden worden gewijzigd. Je opent de catalogus door tabblad Catalogus te selecteren.

De catalogus in Gisratio kun je beschouwen als een verzameling van geregistreerde beheerobjecten, beheereenheden, gebieden en maatregelen. De budgetten en grootboeknummers kunnen in de catalogus worden vastgesteld, evenals werkplannen, werkorders, werkbronnen en uitvoerders. Een goede inrichting van de catalogus vereenvoudigt het beheer en onderhoud van de beheerobjecten en de planning en administratie van het uitgevoerde werk. Doorgaans wordt voorafgaand aan het inplannen van onderhoudswerk de catalogus gevuld en vastgelegd, maar hij kan ook gedurende het onderhoudsproces worden aangepast.

Inhoudsopgave


Gegevens in de catalogus

In de catalogus worden de stamgegevens opgeslagen. Dat zijn de vaste gegevens die niet of zelden wijzigen. Ze omvatten de gegevens van de volgende objecten ('/wiki/spaces/GIS/pages/1332707586'):

Catalogus openen en beheren

Je opent de catalogus van Gisratio door het menu boven aan de pagina de optie Catalogus te selecteren:

Standaard verschijnt hierna een tabel met de gegevens van de beheereenheden. Je kunt de gegevens van een ander objecttype opvragen door in het zijmenu (het menu aan de linkerkant) dat gewenste objecttype te selecteren. In het volgende voorbeeld is in het zijmenu objecttype Gebieden geselecteerd en toont de catalogus de gegevens van alle geregistreerde gebieden.

De tabel toont de gegevens van het geselecteerde objecttype, met elke eigenschap (attribuut) in een aparte kolom (op bovenstaande afbeelding kolommen Naam en Code van de gebieden). Je kunt de kolommen sorteren door bovenaan op een pijltje te klikken. Je kunt een kolom filteren door een filterwaarde in het veld boven de kolom in te vullen, bijvoorbeeld de waarde 'test' voor de kolom Naam. Nadat je de tekst hebt ingevuld verschijnt er een zoeklijst met de objecten die aan de ingevulde waarde voldoen. Vervolgens selecteer je uit deze lijst het gewenste object:

      

Je kunt het filter op de kolom weer verwijderen door in het filterveld op het kruisje te klikken.

Boven de tabel, uiterst links, bevindt zich het actiemenu. Hierin vind je opties voor het aanmaken en verwijderen van objecten. De optie Dossier toevoegen en Map aanmaken zijn beschikbaar als er geen objecten in de tabel zijn geselecteerd en de opties Verwijderen en Plaats in map zijn in het menu aanwezig als er wel objecten zijn geselecteerd. Het volgende voorbeeld toont het actiemenu van de beheereenheden voor wanneer er geen beheereenheden zijn geselecteerd:

De opties Map aanmaken en Plaats in map zijn niet voor alle objecttypen beschikbaar. Je kunt alleen Beheereenheden, Maatregelen en Werkplannen in mappen indelen.  Voor objecttype Disciplines is het actiemenu zelfs helemaal leeg, omdat je geen disciplines kunt toevoegen of verwijderen.

Links van de rijen van de tabel staan selectievakjes waarmee je individuele objecten kunt selecteren, om die bijvoorbeeld 'in bulk' te kunnen verwijderen. Links van iedere rij bevindt zich ook een groene of een rode stip. Een groene stip geeft aan dat het object actief is en een rode stip dat dit niet het geval is. Actief wil hier zeggen dat het betreffende object bij de planning en uitvoering van het onderhoudswerk wordt gebruikt en dat daarbij de gegevens ervan beschikbaar zijn.

Om meer ruimte te maken voor de gegevens in de tabel kun je met de optie Verberg het zijmenu inklappen. Hierna zijn alleen de iconen voor de objecttypen te zien. Het volledige zijmenu is weer te zien nadat je op de optie Toon het geklikt.

Vanuit de catalogus kun je de gegevens van het geselecteerde objecttype beheren door objecten toe te voegen, te wijzigen (bewerken) of te verwijderen. Hoe je dat doet is beschreven in de volgende paragrafen.

Toevoegen van objecten

Je kunt op de volgende manier nieuwe objecten aan de catalogus toevoegen:

  1. Kies uit het zijmenu het objecttype (entiteit) waarvan je een nieuw object wilt toevoegen. Een tabel met alle objecten van het geselecteerde objecttype verschijnt.

  2. Selecteer boven de tabel uit het actiemenu (drie puntjes) de optie om een nieuw object toe te voegen, bijvoorbeeld Werkbron toevoegen


    Een formulier verschijnt waarin je de gegevens van het object kunt invullen. De verplichte gegevens worden aangeduid met een asterisk.

  3. Vul in het formulier de gegevens in. Zorg dat alle verplichte velden zijn ingevuld.

  4. Zorg dat de optie Actief is ingeschakeld (schuifje naar rechts). Hiermee geef je aan dat je het object wilt gebruiken bij de planning en uitvoering van het onderhoudswerk.


  5. Klik op de knop Verwerken.

    Je keert terug naar de tabel waaraan nu het nieuwe object is toegevoegd.

De volgende video laat zien hoe je een nieuw gebied toevoegt aan de catalogus:

Raadplegen en wijzigen van de gegevens van een object

Je kunt op de volgende manier de objectgegevens in de catalogus raadplegen en wijzigen:

  1. Kies uit het zijmenu het objecttype waarvan je een object wilt wijzigen, bijvoorbeeld Beheereenheden of Maatregelen. Er verschijnt een tabel met alle beschikbare objecten van het geselecteerde type. In de tabel kun je de meeste objectgegevens raadplegen. 

  2. Dubbelklik in de tabel op een object om alle gegevens ervan te kunnen zien. Deze verschijnen op de detailpagina van het object, bijvoorbeeld de pagina Beheereenheid in detail.
  3. Klik op de knop Bewerken

    Je kunt hierna de gegevens wijzigen. 

    Sommige gegevens van een dossier kun je niet wijzigen.

  4. Klik Opslaan om de wijzigingen op te slaan.

    Hierna keer je terug naar de tabel met objecten.

De volgende video laat zien hoe je de gegevens van een werkbron bewerkt:

Verwijderen van objecten

Je kunt op de volgende manier objecten uit de catalogus verwijderen:

  1. Kies uit het zijmenu het objecttype waarvan je een object wilt verwijderen. Een tabel met objecten van het geselecteerde type verschijnt.

  2. Selecteer in de tabel het object dat je wilt verwijderen door het aan te vinken. Je kunt ook meerdere objecten aanvinken, maar dan worden ook later meerdere objecten verwijderd.

  3. Selecteer boven de tabel uit het actiemenu de optie Verwijderen.  Een bevestigingsvenster verschijnt waarin je gevraagd wordt of je de geselecteerde regels (objecten) echt wilt verwijderen. 


  4. Klik in het bevestigingsvenster op de knop regels verwijderen.



    De geselecteerde objecten worden verwijderd en zijn dan ook niet meer in de tabel te zien.

De volgende video laat zien hoe je een werkbron verwijderd:

Locatie van pagina


The selected root page could not be found.

 

Metadata


Datum

  


Door
Status

INITIEEL

Release

Gisratio 2021


2021 - Nieuwland Geo-Informatie ©

  • No labels