null

Skip to end of metadata
Go to start of metadata

You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 9 Next »



Op pagina Kaartlagen staat een overzicht van alle beschikbare kaartlagen die je hier kunt beheren. Je kunt er nieuwe lagen toevoegen (knop Kaartlaag toevoegen) en bestaande lagen wijzigen (knop Bewerken ) of verwijderen (de knop Verwijderen).Je opent de pagina Kaartlagen met de menu-optie Kaartlagen.

Pagina Kaartlagen

Kaartlagen toevoegen

Op de volgende manier voeg je een kaartlaag aan een omgeving toe:

  1. Klik op pagina Kaartlagen op de knop Kaartlaag toevoegen. Pagina Kaartlaag toevoegen verschijnt.
  2. Vul hier de instellingen van de laag in. De instellingen kunnen afhankelijk zijn van de kaartservice waarop de laag is gebaseerd. Zie onderdeel Laaginstellingen. Je moet bij het toevoegen van een laag in ieder geval de volgende verplichte velden invullen:
    • Titel
      De titel van de kaartlaag.
    • Servicetitel
      De titel van de service waaruit de laag afkomstig is; selecteer de servicetitel uit de keuzelijst. In deze lijst zijn alleen de services beschikbaar waarvan een van de omgevingen overeenkomt met die van de huidige beheerder.
    • Laagnaam
      De naam van de laag zoals die op de kaartserver wordt gebruikt; selecteer de laagnaam uit de lijst met lagen van de geselecteerde kaartservice.
    • Omgeving
      De omgeving van de kaartlaag. De omgeving van de laag bepaalt voor wie de laag beschikbaar is, dat wil zeggen wie de laag kan zien en wie hem kan bewerken. 

      Bij het selecteren van een omgeving zijn alleen die omgevingen beschikbaar die aan de volgende eisen voldoen:

      • de omgeving is gekoppeld aan de kaartservice waaruit de laag afkomstig is.
      • de omgeving is gekoppeld aan een van de gebruikersgroepen van de huidige beheerder.

      Zie onderdeel Autorisatie.

  3. Druk op de knop Opslaan. De laag wordt aangemaakt en staat nu onder aan de lijst met beschikbare kaartlagen op pagina Kaartlagen.

    Nadat de laag is opgeslagen verschijnt de pagina Kaartlaag, waarbij achter de paginatitel de laag wordt vermeld. De kaartlaag is nu in WGP Beheer geopend en kan verder worden geconfigureerd met de verschillende opties op de volgende tabbladen: Algemeen, Feature-info, Metadata, Rechten, Stijl, Legenda, Geavanceerd en Details.
    Pagina Kaartlaag

    De gegevens op tabblad Details zijn niet aanpasbaar. Ze dienen alleen ter informatie. Het tabblad geeft niet alleen detailinformatie over de laag zelf, maar toont ook hoe de laag zich verhoudt tot de overige kaartcomponenten, zoals kaarten, omgeving en kaartservice.
     
  4. Configureer hierna op de tabbladen van pagina Kaartlaag de laaginstellingen: 

     Laaginstellingen
    1. Algemeen
      De algemene laaginstellingen die je ook al hebt kunnen invullen bij het aanmaken van de laag. Bij het bewerken van een laag kun je de kaartservice en de laagnaam niet meer wijzigen. Zie onderdeel Kaartlagen - algemene instellingen.
    2. Feature-info
      Bij veel kaartservices kun je informatie opvragen over de kaartobjecten van een laag (features). Deze informatie wordt feature-info genoemd. Alleen wanneer je over een laag feature-info wilt kunnen opvragen, moet je dat voor de laag op dit tabblad configureren. Zie onderdeel Kaartlagen - feature-info.
    3. Metadata
      De metadata van de laag. Zie onderdeel Kaartlagen - metadata.
    4. Rechten
      De rechten van een gebruikersgroep om de laag in WGP Viewer te bekijken of te bewerken. Indien je de rechten niet verandert, kan niemand de laag zien of bewerken. Zie onderdeel Kaartlagen - rechten.

      Het bewerken van een laag kan alleen indien de laag uit een kaartservice komt van het type WSFT.

    5. Stijl 
      Met de stijl van de laag regel je hoe WGP de laag op de kaart weergeeft. De laag heeft al een standaard weergavestijl, dus configuratie ervan is optioneel. Zie onderdeel Kaartlagen - stijl
    6. Legenda
      De legenda van een laag geeft een verklaring van de symbolen en kleuren waarmee het thema van de laag wordt weergegeven, zoals de puntsymbolen voor verschillende typen rijksmonumenten, de lijnsymbolen voor verschillende soorten autowegen of de kleuren waarmee het landgebruik wordt aangeduid. Sommige rasterlagen hebben al standaard een legenda van de kaartservice meegekregen. Zie onderdeel Kaartlagen - legenda.
    7. Geavanceerd
      De geavanceerde instellingen van de laag. Zie onderdeel Kaartlagen - geavanceerde instellingen.

Bewerken van een kaartlaag

Op de volgende manier bewerk je een bestaande kaartlaag:

  1. Klik op pagina Kaartlagen naast de laag die je wilt veranderen op Bewerk. Pagina Laag bewerken verschijnt. 
  2. Verander daar de instellingen van de kaartlaag (zie onderdeel Laaginstellingen). De volgende instellingen zijn nadat een laag is toegevoegd niet meer te veranderen:
    • Servicetitel
    • Laagnaam
  3. De sla daarna de wijzigingen op.

Verwijderen van een kaartlaag

Klik op pagina Kaartlagennaast de laag die je wilt verwijderen op Verwijder. Bevestig de verwijdering hierna door in het waarschuwingsvenster op JA te drukken. 

Je kunt alleen kaartlagen verwijderen die niet door een kaart worden gebruikt. Indien je de lagen wilt verwijderen die onderdeel uitmaken van een kaart, dien je ze eerst uit de kaart te verwijderen.

Laaginstellingen (algemeen)

Veld
Omschrijving
Verplicht?
Voorbeeld
Invoertype
TitelDe titel van de kaartlaag zoals deze gebruikt wordt om de laag in WGP aan te duiden.Ja
Tekst
ServicetitelDe kaartservice (bron) waaruit de laag afkomstig is. Je kunt uit een lijst een van de beschikbare kaartservices selecteren die aan WGP zijn toegevoegd. Zie onderdeel Kaartservices.Ja
Keuzelijst
Type

Het type kaartservice: WMS, WMTS, WFS, WFST, TMS, of XYZ en het versienummer van deze service. Zie onderdeel Kaartservices.

Deze informatie over de kaartservice verschijnt automatisch na het selecteren van de service en dient alleen ter informatie.

Automatisch ingevuld
Alleen lezen
Laagnaam

De naam van de laag. Je kunt een van de lagen kiezen die in de geselecteerde kaartservice beschikbaar zijn.

De laagnaam is de naam waarmee de laag door de kaartservice wordt aangeduid. De beschikbare lagen kunnen van de service worden opgevraagd.

Ja
Keuzelijst
Zichtbaarheid (schaal / scherm)

Het schaalbereik van de kaartlaag, met links de minimum schaal (bijvoorbeeld 1:200000) en rechts de maximum schaal (bijvoorbeeld 1:2000).

Je vult van de schaal alleen het schaalgetal in (de noemer van de breuk), zodat je links altijd een groter getal moet invullen dan rechts. Bij een zichtbaarheid van  200000 - 2000 is de laag tussen een schaal van 1:200.000 en 1:2000 op de kaart te zien. Buiten dit bereik wordt de kaart niet getoond.

Het schaalbereik wordt niet alleen in het schaalgetal uitgedrukt, maar ook in de schermresolutie (Zichtbaarheid (scherm): hoe groot een schermpixel in werkelijkheid is, uitgedrukt in dm's). Het schaalbereik en de schermresolutie zijn gekoppeld: als je de ene veranderd, wordt de andere automatisch aangepast.

Nee
Geheel getal
Maximum featuresHet maximum aantal features dat WGP van de kaartservice ophaalt wanneer de kaartlaag wordt getoond.Nee
Geheel getal
Omgeving

De omgeving (workspace) van de kaartlaag

Met de omgeving van de laag wordt de beschikbaarheid van de laag in kaarten en voor gebruikersgroepen geregeld. Alleen kaarten en groepen die aan dezelfde omgeving zijn gekoppeld hebben toegang tot de laag.

Je kunt hier uit één van de omgevingen kiezen die aan de geselecteerde kaartservice zijn gekoppeld.

Ja
Keuzelijst

Zie ook

/wiki/spaces/HandleidingWGP5/pages/167936794

Unable to render {children}. We can't show you this information because you don't have access to the content.

Locatie van pagina


The selected root page could not be found.

 

Metadata


Datum

19 12 2017


Door
Status

CONCEPT

Release

WGP 5.0


Nieuwland Geo-Informatie ©

  • No labels