Gebruik van filters

Filters bieden een geavanceerde manier van selecteren. Je kunt ermee alle kaartobjecten (features) van een laag weer geven die aan bepaalde eigenschappen voldoen, dat wil zeggen dat een veld een bepaalde waarde bezit. De features worden op basis van de opgegeven eigenschappen (veldwaarden) gefilterd voordat ze op de kaart verschijnen en de gefilterde laag bevat alleen deze features. De eigenschappen waarmee je de features filtert worden de filtervelden genoemd. 

Je gebruikt de filters dus om de features van een kaartlaag op basis van hun veldwaarden te filteren, zodat de laag alleen de features bevat die aan de gewenste eigenschappen voldoen. Je kunt zo bijvoorbeeld alle monumentale woonhuizen in Alkmaar op de kaart weergeven die tussen 1800 en 1900 zijn gebouwd door bij het veld Gemeente de waarde 'Alkmaar' op te geven, bij het veld Bouwjaar tussen '1800' en '1900' en bij de Categorie 'Gebouwen, woonhuizen'  De afbeelding hiernaast laat zien hoe dit filter er in de WGP Viewer uitziet.

Afgezien van het filteren op de veldwaarden, kun je ook binnen een geselecteerde geometrie objecten uit de laag filteren (met de optie Gebruik de geselecteerde geometrie).

De filters horen bij één kaartlaag en een kaartlaag kan slechts één filter bezitten. De filters staan naast de kaart op een zijbalk in het paneel Filters. In het getoonde voorbeeld zie je het filter Rijksmonumenten WMS in paneel Filters met daarboven de bijbehorende kaartlaag in paneel Kaartlagen.

In het paneel Filters staan alleen de filters van de zichtbare lagen.

Wanneer je een filter op een laag toepast, is de betreffende laag in paneel Kaartlagen gemarkeerd met een trechter-icoontje. Dit icoontje geeft dus aan dat voor die laag het filter is ingeschakeld.

Sommige kaarten zijn zo geconfigureerd dat er informatie over de gefilterde features (feature-info) in een tabel onder de kaart verschijnt. In dat geval zijn de gefilterde features meteen ook geselecteerd. Je kunt deze selectie kleiner maken door met de muis op geselecteerde features te klikken. De features die niet meer zijn geselecteerd verdwijnen uit de tabel. Door de hele selectie op te heffen verwijder je alle features uit de tabel (zie onderdeel 'Selecteren van features').

De volgende onderdelen beschrijven hoe je een filter gebruikt en hoe je de velden van het filter moet invullen:

 


Vorige versie van deze pagina: Versie 4.5.0

Voorbeeld laagfilter