Kaartbeeld wijzigen

De themakaart in WGP Viewer geeft informatie over een of meer thema's. Deze thematische informatie wordt gepresenteerd in de vorm van kaartlagen, waarbij elke laag een eigen thema vertegenwoordigt. Door de zichtbaarheid van lagen aan of uit te zetten en door de volgorde van de lagen te wijzigen bepaal je wat er op de kaart is te zien. De volgorde van de lagen is belangrijk omdat de vlakken van de ene laag de punten van een onderliggende laag kunnen bedekken, waardoor deze punten onzichtbaar worden. Afgezien van de thematische kaartlagen (de voorgrondlagen), is er ter oriëntatie een achtergrondlaag: om aan te geven waar zich iets bevindt. Vaak is dat een topografische kaart, een satellietbeeldenkaart of een luchtfotomozaïek. Bij sommige kaarten is het mogelijk om van achtergrond te wisselen. Zie voor meer informatie onderdeel Paneel Kaartlagen.

Sommige lagen hebben een bepaald schaalbereik waarbinnen ze zichtbaar zijn. Zo kunnen huizen bijvoorbeeld door de ene laag op een schaal van 1:25.000 tot 1:10.000 als punten worden weergegeven en door een andere laag op een schaal groter dan 1:10.000 als vlakken. Doorgaans zijn de kaarten zo geconfigureerd dat de selecteerbare features (kaartobjecten) en de objecten met aanwijsinformatie (on-hover feature-info) pas bij een grote schaal zichtbaar zullen zijn. De lagen waarvan de zichtbaarheid wel is ingeschakeld, maar die desondanks niet op de kaart te zien zijn, worden in paneel Kaartlagen met een uitgegrijsd gevuld oogje aangegeven. In het volgende voorbeeld worden de uitgegrijsde lagen pas op de kaart getoond wanneer je verder op de kaart inzoomt:

 

De volgende onderdelen lichten het wijzigen van het kaartbeeld verder toe: