Selecteren van features (kaartobjecten)
De lagen waaruit kaartobjecten zijn te selecteren zijn in het paneel Kaartlagen
niet direct te herkennen. De naam of de omschrijving van de laag moet hiervoor een aanwijzing geven.
Sommige kaarten zijn zo geconfigureerd dat je de features (kaartobjecten) van bepaalde kaartlagen kunt selecteren. Hiervoor gebruik je de knop Selecteer features op de werkbalk Selecteren (deze knop zit ook op de werkbalken Schetsen en Bewerken). Nadat je op deze knop hebt gedrukt, kun je (de geometrieën van) de features selecteren door er met de muis een rechthoek omheen te trekken of door op de features te klikken. Door vervolgens nog een rechthoek te trekken kun je de selectie uitbreiden. Je kunt deze ook uitbreiden door op individuele features te klikken die nog niet geselecteerd zijn. Je kunt zo features uit verschillende kaartlagen selecteren, mits deze lagen daarvoor geschikt zijn.
Door naast de features te klikken maak je de gehele selectie weer ongedaan. Hiervoor kun je ook de knop Selectie opheffen gebruiken. Voor het 'deselecteren' van individuele objecten houd je de Ctrl-toets ingedrukt en klik je op de features die je uit de selectie wilt verwijderen.
Je gebruikt het selecteren van features om andere features te selecteren, om op de geselecteerde features in te zoomen en om ze als kaartlaagbestand te kunnen downloaden.
De werkbalk Selecteren bevat alle selectieknoppen. De selectieknoppen Selecteer features en Selectie opheffen zitten ook op de werkbalken Schetsen en Bewerken.
Zie voor meer informatie over het selecteren van features de volgende onderdelen: