Openen van pagina Kaarten

Je beheert alle kaarten vanuit pagina Kaarten. De pagina geeft een overzicht van alle beschikbare kaarten in WGP. Je opent deze pagina door in het menu Kaartinstellingen de optie Kaarten te selecteren. De volgende afbeelding toont een voorbeeld:

Op deze pagina kun je nieuwe kaarten toevoegen (aanmaken) door in het menu onder Kaarten  de optie Kaart toevoegen te kiezen en bestaande kaarten bewerken of verwijderen door bij de betreffende kaart op de knop Bewerken of Verwijderen te klikken. De volgende paragrafen beschrijven in meer detail hoe je de kaarten beheert:

• Kaarten - beheren - archief#Toevoegen van een kaart
• Kaarten - beheren - archief#Bewerken van een kaart
• Kaarten - beheren - archief#Verwijderen van een kaart

Toevoegen van een kaart

Je kunt op de volgende manier een kaart aan een omgeving toevoegen:

1. Kies in het kaartoverzicht de optie Kaarten → Kaart toevoegen.
2. De pagina Kaart toevoegen verschijnt.
3. Vul de algemene instellingen van de kaart in (zie onderdeel Informatie). Het invullen van de volgende kaartinstellingen is verplicht:
   

   Tabblad Algemeen
   
   

   • Titel
     de titel van de kaart.

   • Projectie (displayprojection)
     de kaartprojectie van de huidige kaart. Begin bij het invullen van dit veld met typen, je ziet vervolgens vanzelf een lijst verschijnen met projecties waaruit je kunt kiezen. Na het aanmaken van de kaart is de kaartprojectie niet meer te wijzigen.

   • Extent

     het gebied waarmee de kaart geopend wordt en het maximaal zichtbare gebied (zie hiervoor: /wiki/spaces/HandleidingWGP5/pages/584810506).

      Instellen van het extent

     Je kunt op de volgende manier bij instelling Extent voor de huidige kaart het extent instellen:

     1. Zoom uit totdat je op het weergegeven overzichtskaartje het hele gebied van de toekomstige kaart kunt zien.

     2. Selecteer uit de keuzelijst het type extent dat je wilt instellen: het maximale kaartgebied of het kaartextent of het gebied dat te zien is bij het openen van de kaart het startextent. Op het overzichtskaartje verschijnt een blauwe stip.

        

     3. Klik op de linkerbovenhoek van het extent. 

     4. Klik op de rechterbenedenhoek van het extent. Een rechthoek verschijnt die het extent van de kaart aangeeft. Een rode rechthoek geeft het maximale extent aan, een blauwe rechthoek het extent dat zichtbaar is bij het openen van de kaart.  

        

        Zorg bij het bepalen van het extent dat het openingsextent (type startextent) altijd binnen het maximale extent ligt (kaartextent). 

     Tabblad Informatie

     
     

   • Beschrijving
     Je kunt hier een beschrijving van de kaart invoeren. Deze zal in de viewer getoond worden indien er op de titel van de kaar wordt geklikt.
   • Contact email
     het e-mailadres dat gebruikt kan worden om over de kaart contact op te nemen. 
   • Omgeving
     de omgeving van de kaart. Selecteer hier een van van de jou beschikbare omgevingen. De omgeving bepaalt de toegankelijkheid van de kaart en welke kaartlagen je aan de kaart kunt toevoegen.
   • Toon in overzicht
     Indien aangevinkt zal de kaart in het overzicht (portaal) worden getoond.
     

     Tabblad Thema

   • Afbeelding
     Hier kan de beheerder een afbeelding kiezen die in het overzicht (portaal) wordt getoond.
   • Thema
     Kies hier een voorgedefinieerd thema. Dit thema bepaalt de kleurinstellingen van de kaart in de viewer. Denk aan de kleur van knoppen, titelbalk en dergelijke. (Zie hiervoor: Thema)
   • Weergavemodus
     
4. zKlik Opslaan.

Nadat je de kaart hebt opgeslagen verschijnt pagina Kaart <titel>, waarbij <titel> staat voor de titel van de kaart die je net hebt aangemaakt. Dit betekent dat de kaart op dit moment in Onemap Beheer geopend is (aangeduid met de 'huidige' kaart). Op de tabbladen van deze pagina Kaart vind je alle instellingen waarmee je de kaart verder kunt configureren. Zie onderdeel Kaarten - beheren - archief#Bewerken van een kaart.

Bewerken van een kaart

Door op pagina Kaarten bij een kaart op de knop Bewerken te klikken open je de kaart om daarvan de instellingen aan te passen (of om de instellingen te bekijken).

Nadat je op de knop hebt gedrukt verschijnt de pagina Kaart met in de titel een vermelding van de geopende kaart (titel van de 'huidige' kaart). Alle instellingen van de kaart vind je op de verschillende tabbladen van deze pagina. In het volgende voorbeeld zie je de pagina met de instellingen van kaart 'OneMap_5_13 webinar'.

Je kunt op de tabbladen van pagina Kaart <titel> de volgende aspecten van een kaart configureren:

• Algemeen (zie onderdeel Informatie)
  Op dit tabblad staan de algemene instellingen van de kaart, zoals de titel, kaartprojectie, of het gebied van de kaart (/wiki/spaces/HandleidingWGP5/pages/584810506). Deze instellingen heb je al geconfigureerd bij het aanmaken van de kaart, maar je kunt ze naderhand weer wijzigen (m.u.v. de kaartprojectie).

  Attentie!

  Bij het bewerken van een bestaande kaart kun je de kaartprojectie niet wijzigen. De projectie is alleen bij het toevoegen van een nieuwe kaart in te stellen.

• Kaartlagen (zie onderdeel Kaarten - kaartlagen)
  Op dit tabblad staan de kaartlagen die aan de kaart zijn toegevoegd. Je kunt op dit tabblad nieuwe lagen aan de kaart toevoegen en lagen uit de kaart verwijderen. Je kunt hier ook de volgorde van de toegevoegde kaartlagen en de hiërarchische structuur daarvan bepalen. Vanuit het overzicht van de toegevoegde lagen kun je lagen bewerken. 

  Je kunt alle lagen toevoegen die in dezelfde omgeving zitten als de kaart. Kaartlagen mogen slechts één keer in de laagopeenvolging voorkomen; 'dubbele' lagen zijn niet toegestaan.

• Zoeken De zoekopties worden op het nivo van de kaartlagen geconfigureerd. Dit is de plek waar ze aan de kaart worden toegevoegd.
  
  
• Filters De filters worden (net als de zoekopties) op laagnivo geconfigureerd. Ze kunnen hier aan de kaart worden toegevoegd.
  
  
  
  Geef de filter de gewenste titel (deze zal in de kaart worden getoond), geef het datatype van het filter (time, date, string etc.) op en kies indien gewenst een domeinlijst. Op grond van deze keuzes zullen de Laagfilters waarop deze keuzes van toepassing zijn aanklikbaar worden. Kies de betreffende laagfilter en klik opslaan.
• Widgets
  Hier worden de boven- en onderbalk actief/inactief gezet en de widgets geconfigureerd (zie hiervoor onderdeel: Kaart - widgets)
• Werkbalken
  Hier worden de werkbalken voor de kaart ingesteld. Zie hiervoor: Kaarten - werkbalken.
• Zijbalken
  Bij de zijbalken wordt deze positie bepaald van verschillende onderdelen in de kaart zoals de zoekfuncties, filters, lagenboom, feature info etc. Zie hiervoor: Kaarten - zijbalken.
  De kaartpresentatie in de viewer wordt bepaald door de instellingen op de volgende tabbladen:

• Rechten
  Op het tabblad Laagrechten staat een overzicht van welke gebruikersgroepen welke kaartlagen kunnen bekijken of bewerken (de laagrechten). De rechten om een laag te mogen bekijken of te bewerken worden op kaartlaagnivo (zie: Kaartlagen - rechten) bepaald in zijn in dit overzicht niet meer te wijzigen.

  

  Het tabblad Kaartrechten

• Details (niet configureerbaar)
  Dit tabblad geeft een gedetailleerd overzicht van alle kaarteigenschappen. De eigenschappen op dit tabblad zijn niet te wijzigen.
• Historie
  Onder historie is zichtbaar wie de kaart heeft gemaakt en wie deze het laatst heeft bewerkt.

Verwijderen van een kaart

Je kunt op pagina Kaarten door naast een kaart op de knop Verwijderen de drukken deze kaart verwijderen.

Nadat je op de knop hebt gedrukt, verschijnt een bevestigingsvenster met de vraag:

"Weet u zeker dat u dit item wilt verwijderen?"

Klik Ja om de kaart definitief te verwijderen.