Synchroniseren van gegevens
Zorg bij het synchroniseren van een kaartlaag dat je een goede internetverbinding hebt en dat de accu van je mobiele toestel opgeladen is.
Synchroniseren van een kaartlaag houdt in dat de WebGIS App alle wijzigingen in de kaartlaag op het mobiele toestel naar de kaartserver stuurt en alle wijzigingen in die kaartlaag van de kaartserver ophaalt en in het geheugen van je mobiele toestel zet. Zo is de kaartlaag op het mobiele toestel en op de kaartserver weer bijgewerkt met de laatste wijzigingen.
Voor het synchroniseren van de gegevens van een laag gebruik je de volgende knop:
Je kunt in plaats van deze knop ook de optie Synchroniseer gegevens van het menu Instellingen gebruiken.
Als er lokale wijzigingen zijn die nog niet op de kaartserver zijn opgeslagen, toont de knop die je gebruikt voor het synchroniseren een rode stip met daarin een getal dat het aantal onopgeslagen wijzigingen aangeeft.
Op de volgende manier synchroniseer je een kaartlaag:
- Tik op de synchroniseer-knop of kies optie Synchroniseer gegevens uit het menu Instellingen. Het venster Synchroniseer verschijnt:
- Je kunt in het venster Synchroniseer op twee manieren synchroniseren:
- Tik op de laag waarvan je de gegevens wilt synchroniseren. Zodra je op een laag hebt getikt, begint WebGIS App met synchroniseren. De app kopieert de lokale wijzigingen in de geselecteerde laag naar de kaartserver en werkt de laag op je mobiel bij met de laatste wijzigingen op de kaartserver.
- Tik op de knop Alles synchroniseren. Met deze knop synchroniseer je alle kaartlagen. Voor de gewijzigde lagen worden weer de wijzigingen naar de server gestuurd en vervolgens de laatste, geüpdate versie van de laag in de app geladen. De lagen die niet gewijzigd zijn worden alleen opnieuw opgehaald.
Na het synchroniseren wordt de kaart opnieuw getekend (ververst).
Synchronisatiefouten
Wanneer er bij een laag een synchronisatiefout optreedt, toont de app de foutmelding aan het einde van het synchronisatieproces. Wanneer er bij meerdere lagen fouten optreden, worden deze achteraf in één foutmelding beschreven. De gegevens van de lagen met synchronisatiefouten worden niet ververst.
Indien door welke reden dan ook een synchronisatiefout blijft optreden, kan er een conflict ontstaan tussen de lokaal opgeslagen gegevens van een laag en de server. Synchroniseren is dan voor die laag niet meer mogelijk. Dit kan optreden wanneer de structuur of de 'constraints' van de database op de server zijn veranderd of wanneer er ongeldige gegevens zijn ingevoerd. Door de synchroniseer-knop lang in te drukken wordt er een logfile met de lokaal gewijzigde gegevens weggeschreven. Dit bestand kun je per e-mail naar een beheerder of servicedesk sturen, zodat eventuele waardevolle gegevens toch nog bewaard blijven en via een omweg ingevoerd kunnen worden.
Vorige versie van deze pagina: Versie 1.10