Toevoegen van kaartlagen

In dit voorbeeld voeg je vier kaartlagen aan de WGP-kaart toe:

  • Een achtergrondkaart van OpenStreetMap.
  • De thematische WMS-kaartlaag 'Rijksmonumenten' van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE).
  • De thematische WMS-kaartlaag 'Stads- en Dorpsgezichten' van de RCE.
  • De thematische WFS-kaartlaag 'Werelderfgoed' van de RCE.

De achtergrondlaag en de WMS-lagen worden door de kaartservice als afbeeldingsbestanden naar WGP gestuurd. Dit betekent dat de kaartobjecten in deze lagen niet individueel te benaderen zijn. De WFS-laag wordt door de service als verzameling objecten (features) naar WGP verzonden. Van deze laag zijn daarom de kaartobjecten wel individueel te selecteren, te bevragen of te bewerken. De WFS-lagen worden ook wel vectorlagen of markerlagen genoemd.

Op de volgende manier kun je in WGP deze kaartlagen aan een kaart toevoegen:

  1. Zorg dat je in WGP Beheer een kaart hebt geopend. De naam van de huidige kaart staat achter Themakaart boven het menu aan de linkerkant van het scherm. In dit voorbeeld maken we gebruik van themakaart 'Mijn eerste kaart'.

  2. Zorg dat voor de huidige kaart de databronnen beschikbaar zijn waaruit de gegevens van de kaartlagen gehaald kunnen worden. In dit voorbeeld maken we gebruik van de kaartservice van OpenStreetMap en de WMS- en WFS-service van de RCE. Zie onderdeel Aanmaken van databronnen.

  3. Klik in het menu op Kaartlagen. De pagina Kaartlagen beheren verschijnt.

  4. Klik op Lagen toevoegen. Pagina Lagen toevoegen verschijnt.

  5. Kies bij Selecteer een databron de databron waaruit je de kaartlagen wilt halen. Dit is de bron waaruit de laaggegevens afkomstig zijn. Kies eerst de databron voor de kaartservice van OpenStreetMap, bijvoorbeeld 'osm'. Deze service gebruik je om een achtergrondlaag met de topografie aan de kaart toe te voegen.

  6. Kies de kaartlagen die je van de geselecteerde databron wilt gebruiken. Kies in dit geval 'Open street map'. Klik hiervoor op deze laag in de linker lijst. De laag komt nu in de rechter lijst te staan en is hiermee geselecteerd. De pagina Lagen toevoegen ziet er nu als volgt uit:



    De linkerlijst bevat alle lagen die door de kaartservice gepubliceerd zijn maar die nog niet voor de huidige kaart geselecteerd zijn. De rechterlijst bevat de lagen die wel aan de kaart toegevoegd zullen worden.

  7. Druk op Huidige selectie opslaan. De lagen in de rechterlijst worden nu aan de kaart toegevoegd.

  8. Kies bij Selecteer een databron de databron waaruit je de thematische WMS-lagen wilt halen. Kies de databron voor de WMS-service van de RCE, bijvoorbeeld 'RCE WMS'.

  9. Kies de kaartlagen die je van de geselecteerde databron wilt gebruiken. Kies in dit geval voor 'Rijksmonumenten' en 'Stads- en Dorpsgezichten'. Gebruik voor het selecteren van de lagen het filter boven de linkerlijst door hier (een deel van) de laagnaam in te typen.

    De pagina Lagen toevoegen ziet er nu als volgt uit:



    Je zou natuurlijk ook andere kaartlagen kunnen kiezen. Maar voor het vervolg van de beschrijving van hoe je een kaart aanmaakt is het handig om deze lagen te selecteren.

  10. Druk op Huidige selectie opslaan.

  11. Kies bij Selecteer een databron de databron waaruit je de thematische WFS-laag wilt halen. Kies de databron voor de WFS-service van de RCE, bijvoorbeeld 'RCE WFS'.

  12. Kies uit deze bron kaartlaag 'Werelderfgoed' door er in de linker lijst op te klikken. Gebruik weer het linker zoekveld (filter) om de laag op te zoeken.

  13. Druk op Huidige selectie opslaan.

  14. Druk op Terug naar kaartlagen. Je keert terug naar pagina Kaartlagen beheren.

    Op pagina Kaartlagen beheren is nu bij Beschikbare lagen het volgende overzicht van de toegevoegde kaartlagen te zien:

In het overzicht van de kaartlagen op pagina Kaartlagen beheren zie je de namen van de kaartlagen en de databronnen waaruit de lagen afkomstig zijn. Je kunt er bovendien opgeven welke lagen standaard zichtbaar moeten zijn (oogje selecteren) en welke lagen bevraagbaar moeten zijn (Feature-info selecteren). Met Verversen (synchronisatie-symbool) haal je van de kaartservice de meest recente laagconfiguratie op. De iconen voor de commando's Wijzigen, Verwijderen en Kopiëren spreken voor zich.

Voorgrondlaag standaard zichtbaar.

Wijzigen

Voorgrondlaag standaard onzichtbaar.

Kopiëren

Achtergrondlaag standaard zichtbaar.

Verwijderen

Inschakelen feature-info

Verversen

Op deze pagina kun je ook de laagvolgorde bepalen en de lagen in laaggroepen indelen. Dat komt in het onderdeel Configureren van kaartlagen aan de orde.