Shapefiles uploaden naar GeoServer
Je opent de pagina Shapefiles uploaden naar Geoserver met de optie Upload Shapefiles uit het Beheer-menu (onder het kopje GeoServer). Een deel van deze pagina is hieronder afgebeeld:
Op de pagina Shapefiles uploaden naar Geoserver kun je een Shapefile naar GeoServer kopiëren door eerst een nieuwe of een bestaande workspace (omgeving) te selecteren, een naam op te geven voor de datastore (bron) van de laag in Geoserver en vervolgens de afzonderlijke bestanden van de Shapefile te uploaden. Wanneer de bestanden van de Shapefile in een gecomprimeerde map staan (een ZIP-bestand), kunt je volstaan met het uploaden van alleen dit ZIP-bestand.
Het uploaden van Shapefiles is alleen mogelijk als je GeoServer tot je beschikking hebt en WGP voor deze GeoServer is geconfigureerd. Raadpleeg voor informatie over de functionaliteit en het gebruik van GeoServer de gebruikersdocumentatie van deze kaartserver.
Voor het uploaden van Shapefiles zijn er de volgende velden en knoppen beschikbaar:
Geoserver Workspace | De workspace (omgeving) waarin Geoserver de Shapefile opslaat. Kies een workspace uit de lijst of vul de naam van een nieuwe workspace in. | Keuzelijst of Tekst |
Datastore naam | De datastore (bron) in GeoServer voor de Shapefile. Een kaartlaag die is gebaseerd op de geüploade Shapefile haalt in Geoserver zijn gegevens uit deze databron. | Tekst |
Shape file bestanden | De locatie en de naam van de Shapefile-bestanden in die je met de knop Uploaden naar de workspace van de gekoppelde GeoServer kopieert. Met de Bladeren kun je de bestanden op je computer opzoeken. Je moet hier alle afzonderlijke Shapefile-bestanden selecteren. Van elke kaartlaag zijn minimaal de bestanden met de extensies SHP, SHX en DBF vereist. | Bestanden |
Shape file als zip bestand | De locatie en de naam van het ZIP-bestand met daarin alle Shapefile-bestanden die je met de knop Uploaden naar de workspace van de gekoppelde GeoServer kopieert. Met de Bladeren kun je dit bestand op je computer opzoeken. Het ZIP-bestand moet minimaal de Shapefile-bestanden met de extensies SHP, SHX en DBF bevatten. | ZIP-bestand |
Uploaden | Kopieert de (gezipte) Shapefile-bestanden naar de workspace van de gekoppelde GeoServer. Nadat de bestanden naar de workspace zijn gekopieerd, moet je zelf nog in GeoServer de kaartservice configureren zodat de kaartlaag op de gewenste manier op het internet beschikbaar komt. WGP overschrijft de kaartlaag op GeoServer als je een Shapefile nogmaals uploadt onder dezelfde naam en in dezelfde bron en omgeving. | Knop |
Waardes wissen | Wist alle velden die je op pagina Shapefiles uploaden naar Geoserver hebt ingevuld. | Knop |