Gebruik van databronnen

In het formulier Databron toevoegen of Databron wijzigen op pagina Databronnen beheren kun je bij het veld Soort kiezen uit verschillende soorten databronnen:

• Kaartlaag-services 

  Uit dit soort gegevensbron kun je thematische kaartlagen halen (de voorgrondlagen). De WMS-lagen worden als image-bestand aangeleverd, de WFS-lagen (vectorlagen) als verzameling individuele kaartobjecten.
  
  

  • WMS-services (databronsoorten: WMS, WMTS, TileCache en ArcGISServer) gebruik je om van het hele gebied van de kaart een voorgrondkaartlaag als afbeeldingsbestand op te vragen. Je kunt op een dergelijke kaartlaag de getoonde objecten niet apart selecteren. Wel kun je voor databronsoort WMS van een bepaalde locatie de gegevens opvragen van de kaartobjecten die zich daar bevinden. De getegelde WMS-services (WMTS en TileCache) hebben de afbeeldingsbestanden voor verschillende schaalniveaus voor een bepaald gebied al kant-en-klaar op de kaartserver staan, zodat je de kaart extra snel kunt opvragen, maar van deze lagen kun je geen gegevens opvragen. Je kunt WMS- of WMTS-lagen die je als voorgrondlaag aan de kaart hebt toegevoegd, daarna als achtergrondlaag gebruiken. WMTS-lagen uit databronsoort PDOK achtergronden worden altijd als achtergrondlaag toegevoegd en zijn niet op de voorgrond te zetten.
    
    
  • WFS-services (databronsoorten: WFS en ArcGISServer) gebruik je om van het hele gebied van de kaart een voorgrondlaag als verzameling 'losse' kaartobjecten in WGP te laden. Bij een dergelijke laag kun je wel de individuele kaartobjecten selecteren en bevragen. Pas bij het gebruik van WFS-lagen op dat je niet te veel kaartobjecten binnenhaalt. Dit kan de opbouw van de kaart namelijk erg vertragen en het kaart beeld onduidelijk maken doordat de kaartobjecten op elkaar worden afgebeeld. Je kunt zo ook niet goed afzonderlijke kaartobjecten selecteren. Een goede praktijk is, als de laag veel objecten bevat, om de WFS-lagen alleen weer te geven bij een grote schaal, waarbij slechts een klein gebied op de kaart wordt getoond (zie laaginstelling Zichtbaarheidsrange), zodat je slechts een beperkt aantal kaartobjecten van de server hoeft op te halen en de afzonderlijke objecten goed op de kaart zijn te zien en te selecteren.

• Database-services
  

  Dit type gegevensbron geeft directe toegang tot een relationele database met zowel geografische als beschrijvende, niet-geometrische gegevens. Deze database-services worden niet gebruikt voor het opbouwen van de kaart, maar voor het uitvoeren van een zoekopdracht met een zoeklijst (en eventueel voor het opslaan van de inhoud van een formulier).
  
  Voor directe toegang tot de gegevens van een kaartlaag heb je dit soort databronnen nodig. Het zijn momenteel alleen de databronsoorten Oracle, PostGIS en Microsoft SQL Server.

  De databronsoorten Oracle en Microsoft SQL Server zijn alleen als WGP add-on beschikbaar en ontbreken in WGP basic.  Formulieren zijn alleen beschikbaar in WGP advanced.

  Databronsoort Microsoft SQL Server ondersteunt alleen puntgeometrieën. 

  Bij het configureren van een database-databron dien je niet alleen de naam van de database op te geven, maar meestal ook het schema van de database. WGP vraagt bij het testen van de verbinding meteen ook de schema's van de database op, waardoor die pas na het testen van de database beschikbaar zijn. Je moet daarom een database-databron (met schema) op de volgende manier configureren:

  1. Maak een database aan van het type Oracle, PostGIS of Microsoft SQL Server. 
  2. Vul de naam of het adres van de server (Server) en het poortnummer (Poort) in en geef de identificatie of naam van de database op (SID/Database). 
  3. Vul de Gebruikersnaam en het Wachtwoord in waarmee je je bij de database aanmeldt. 
  4. Druk op Test. WGP controleert de verbinding met de database en haalt de beschikbare schema's op. Bij het veld Schema verschijnt een lijst met beschikbare schema's. 
  5. Selecteer bij Schema het gewenste databaseschema. 
  6. Vul opnieuw het Wachtwoord in . 
  7. Sla de databron en de themakaart op.

• Geocodeer-services

  Dit type gegevensbron gebruik je om op basis van een naam, een adres of een postcode naar een locatie op de kaart te navigeren.

  Databron BAG Geocoder is geen directe bron voor kaartlaaggegevens, maar wordt alleen gebruikt voor het opstellen van een zoeklijst waarbij je kunt zoeken op een naam, adres of postcode. Door bijvoorbeeld in een geocodeer-zoekveld '6703 CT 4' in te vullen, navigeer je in Wageningen naar locatie 'Hesselink van Suchtelenweg 4'. 

• Services voor achtergrondlagen

  Uit dit type databron selecteer je een topografische achtergrondlaag voor een themakaart, zoals een satellietkaartlaag of een stratenkaartlaag. De weergegeven objecten van deze lagen zijn niet bevraagbaar of selecteerbaar. Ze dienen om de thematische voorgrondlagen een topografische context te geven, zodat je weet waar iets zich bevindt. Voorbeelden van services voor achtergrondlagen zijn die van Bing, Google en OpenStreetMap. WGP heeft een eigen databronsoort 'PDOK achtergronden' geïntroduceerd voor het opvragen van achtergrondlagen uit de catalogus van PDOK (Publieke Dienstverlening Op de Kaart), een platform voor het ontsluiten van geodata van Nederlandse overheden. In deze bron bevat voor Nederland verschillende topografische achtergronden.

De volgende tabel geeft aan waarvoor de gegevensbronnen gebruikt kunnen worden:

Vorige versie van deze pagina: Versie 4.8.0

Versie 4.5.0