Skip to end of metadata
Go to start of metadata

You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 5 Next »

Filters bieden een geavanceerde manier van selecteren. Je kunt ermee alle kaartobjecten (features) van een laag weer geven die aan bepaalde eigenschappen voldoen, dat wil zeggen dat een veld een bepaalde waarde bezit. De features worden op basis van de opgegeven eigenschappen (veldwaarden) gefilterd voordat ze op de kaart verschijnen en de gefilterde laag bevat alleen deze features. De eigenschappen waarmee je de features filtert worden de filtervelden genoemd. 

Je gebruikt de filters dus om de features van een kaartlaag op basis van hun veldwaarden te filteren, zodat de laag alleen de features bevat die aan de gewenste eigenschappen voldoen. Je kunt zo bijvoorbeeld alle rijksmonumenten in Alkmaar op de kaart weergeven die ouder zijn dan 1800 door bij het veld Plaats de waarde 'Alkmaar' op te geven en bij het veld Bouwjaar kleiner dan '1800'.  De volgende afbeelding laat zien hoe dit filter er in de WGP Viewer uitziet:

Afgezien van het filteren op de veldwaarden, kun je ook binnen een geselecteerde geometrie objecten uit de laag filteren (met de optie Gebruik de geselecteerde geometrie).

De filters horen bij één kaartlaag en een kaartlaag kan slechts één filter bezitten. De filters staan naast de kaart op een zijbalk in het paneel Filters. In het getoonde voorbeeld zie je de filters Rijksmonumenten en Werelderfgoed in paneel Filters met daarboven de bijbehorende kaartlagen in paneel Kaartlagen.

In het paneel Filters staan alleen de filters van de zichtbare lagen.

Wanneer je een filter op een laag toepast, is de betreffende laag in paneel Kaartlagen gemarkeerd met een trechter-icoontje. Dit icoontje geeft dus aan dat voor die laag het filter is ingeschakeld.

Sommige kaarten zijn zo geconfigureerd dat er informatie over de gefilterde features (feature-info) in een tabel onder de kaart verschijnt. In dat geval zijn de gefilterde features meteen ook geselecteerd. Je kunt deze selectie kleiner maken door met de muis op geselecteerde features te klikken. De features die niet meer zijn geselecteerd verdwijnen uit de tabel. Door de hele selectie op te heffen verwijder je alle features uit de tabel (zie onderdeel 'Selecteren van features').

De volgende onderdelen beschrijven hoe je een filter gebruikt en hoe je de velden van het filter moet invullen:

 

  • No labels