Skip to end of metadata
Go to start of metadata

You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 5 Next »

Dit onderdeel beschrijft hoe je op tabblad Werkbalken voor een kaartpresentatie:

  • de  volgorde van de werkbalken kunt wijzigen
  • een eigen werkbalk kunt toevoegen en die kunt inrichten met je eigen keuze aan knoppen
  • een werkbalk kunt bewerken
  • een knop kunt aanpassen

Het tabblad Werkbalken vindt je op pagina Opties, de pagina met alle presentatie-instellingen. Je opent deze pagina door een van de presentatie-opties van Themakaart-menu te selecteren (zoals Viewer, Mobile of Widget).

Er wordt onderscheid gemaakt tussen de standaard werkbalken (Basis, Navigeren, Selecteren, Meten, Schetsen, Bewerken en Zoeken) en de toegevoegde, 'eigen' werkbalken. Bij zowel de standaard als de eigen balken kun je de naam van de balk veranderen, de volgorde wijzigen en de naam of het uiterlijk van de knoppen aanpassen. De standaard balken kun je niet verwijderen en hebben een vaste selectie aan knoppen die je niet kunt wijzigen. Bij de toegevoegde, eigen balken kun je zelf bepalen welke knoppen je erop wilt hebben. Je kunt eigen balken na ze toegevoegd te hebben eventueel ook weer verwijderen (ze zijn daarom te herkennen aan het vuilnisbakicoon erachter) .

Volgorde van de werkbalken

Je kunt de volgorde van de werkbalken aanpassen door ze met de muis te verslepen. Klik op de drie puntjes aan de linkerkant van de balk, houd de linkermuisknop ingedrukt en versleep de muis naar de gewenste positie in de lijst met werkbalken.

Sla vervolgens de gewijzigde presentatie-instellingen op door op pagina Opties boven de tabbladen  op Opslaan te klikken.

Toevoegen van eigen werkbalk

Op de volgende manier kun je op tabblad Werkbalken een 'eigen' werkbalk aan WGP toevoegen en die werkbalk van de gewenste knoppen voorzien:

  1. Klik onder de lijst met werkbalken op de knop Toevoegen nieuwe werkbalk. Onder aan de lijst verschijnt een nieuwe werkbalk. De werkbalk is opengeklapt, zodat je de naam ervan kunt bewerken. De standaard naam is 'Nieuwe werkbalk'. De balk zelf is nog leeg.
  2. Verander de naam van de werkbalk. Klik op de naam, wis de standaard naam en vul er iets anders in.

    Je kunt de naam van een werkbalk alleen wijzigen als de werkbalk opengeklapt is en de knoppen te zien zijn.

  3. Zorg dat de lijst met beschikbare knoppen aan de rechterkant van het tabblad geopend is. Als de lijst ingeklapt is, open je hem door op de pijl naar links te klikken.



  4. Plaats een knop op de nieuwe werkbalk. Sleep de knop met de muis naar de werkbalk en zet de knop op de strook onder de werkbalknaam: klik in de knoppenlijst op de gewenste knop, houd de linkermuisknop ingedrukt en verplaats de muisaanwijzer naar de balk.



  5. Herhaal dit voor de andere knoppen die je op de nieuwe werkbalk wilt plaatsen.

  6. Voeg de werkbalk aan de kaartpresentatie toe door aan de linkerkant van de balk op de min te klikken. De min verandert in een plus ten teken dat de werkbalk in de presentatie getoond wordt.



  7. Sla de presentatie-instellingen op en publiceer de kaart om het resultaat in de betreffende kaartpresentatie te zien.



Bewerken van een werkbalk

Bij de standaard werkbalken kun je de naam en de volgorde wijzigen (zie onderdeel Volgorde van de werkbalken). Je kunt de standaard werkbalken niet verwijderen en je kunt op deze balken ook de set met knoppen niet veranderen. Je kunt er geen knoppen aan toevoegen en geen knoppen van verwijderen.

Bij de toegevoegde eigen werkbalken bepaal je zelf welke knoppen erop komen te staan en kun je  naar believen knoppen toevoegen en weer verwijderen. Je kunt ook de hele werkbalk verwijderen door op het vuilnisbakicoon erachter te klikken. Voordat de werkbalk definitief wordt verwijderd, vraagt WGP om een bevestiging.

 

Het potloodicoon achter de naam van de werkbalk verschijnt wanneer je de balk openklapt en laat zien dat je de balk nu kunt bewerken.

Het volgende voorbeeld beschrijft hoe je een toegevoegde, eigen werkbalk kunt aanpassen door er een knop van te verwijderen:

Zie voor het toevoegen van knoppen onderdeel Toevoegen van eigen werkbalk.

  1. Zorg dat de werkbalk uitgeklapt is en de knoppen te zien zijn. Je klapt een werkbalk uit door op het pijltje naast de naam van de werkbalk te klikken.



  2. Sleep de knop die je wilt verwijderen naar de vuilnisbak rechts onderop het tabblad Werkbladen. Klik op de knop, houd de linkermuisknop ingedrukt en verplaats de muisaanwijzer naar de vuilnisbak.



  3. Sla de presentatie-instellingen op en publiceer de kaart om het resultaat in de betreffende kaartpresentatie te zien.



Aanpassen van knoppen

Het aanpassen van de knoppen heeft effect op alle themakaarten en alle kaartpresentaties.

Je kunt de knoppen op de werkbalken aanpassen door een andere afbeelding (icoon) te kiezen en het label of de tooltiptekst te wijzigen. De afbeelding is het plaatje dat op de knop staat afgebeeld, het label is de naam waarmee de knop in WGP Beheer wordt aangeduid en de tooltiptekst is de verklarende tekst die verschijnt wanneer je de knop in een presentatie met de muis aanwijst. In het venster waarin je de knoppen kunt aanpassen kun je de knop ook weer terugzetten naar zijn standaard-instellingen met de knop Standaard waarden. Met deze knop zet je zowel de tekstvelden als de afbeelding terug naar de oorspronkelijke waarden.

Je kunt op de volgende manier een andere afbeelding op de knop zetten, het label aanpassen en de tooltiptekst wijzigen:

  1. Klik in de lijst met beschikbare knoppen op het tandwielicoon achter de knop die je wilt aanpassen. De lijst bevindt zich aan de rechterkant van het tabblad Werkbalken


    Het venster Wijzigen verschijnt met de instellingen van de knop.



    Met de knop Standaard waarden onderaan het venster kun je de knop weer terugzetten naar de standaard waarden van de knop. Dit geldt voor zowel de tekst als de afbeelding.

    De standaard waarden worden in het venster niet weergegeven, maar zijn in de lijst met beschikbare knoppen wel te zien.

  2. Vul de tooltiptekst in bij het veld Tooltip.

  3. Vul een tekst bij het veld Label in. Het label wordt gebruikt om de knop in WGP Beheer mee aan te duiden.

  4. Selecteer een andere afbeelding door bij Afbeelding de URL van een afbeeldingsbestand in te vullen. 

    De afbeelding moet op de knop passen en mag daarom niet groter zijn dan 24 x 24 pixels. De achtergrond van de afbeelding dient transparant te zijn. De ondersteunde bestandsformaten zijn PNG en GIF, en PNG verdient de voorkeur.

    Voor het selecteren van een afbeeldingsbestand dat op de WGP-server staat, kun je de module Bestandbeheer gebruiken:

    1. Klik op de knop Bestand. Het venster Bestandsbeheer verschijnt.
    2. Selecteer hier een afbeeldingsbestand. Je kunt er ook een bestand uploaden of bewerken. In Bestandsbeheer kun je bijvoorbeeld de afbeelding schalen naar 24 x 24 pixels.
    3. Klik op de knop Invoegen. Het venster Bestandsbeheer verdwijnt en de URL van het geselecteerde bestand wordt bij Afbeelding ingevuld. 

      De URL's van de afbeeldingen op de server zijn relatief: ze beginnen niet met http en bestaan uit het relatieve pad naar het afbeeldingsbestand op de server.

  5. Klik in het venster wijzigen op Opslaan.

  6. Sla de presentatie-instellingen op en publiceer de kaart om het resultaat in de betreffende kaartpresentatie te zien.










  • No labels