Selecteren van kaartlagen

Een themakaart kan een aantal kaartlagen bevatten. Niet alle lagen hoeven op de kaart te worden getoond. In het paneel Kaartlagen staan alle lagen vermeld en is de zichtbaarheid van de lagen met een selectievakje aangegeven: aangevinkte lagen zijn zichtbaar, niet aangevinkte lagen zijn onzichtbaar.

Sommige lagen zijn alleen zichtbaar binnen een bepaald schaalbereik. Buiten dit bereik zijn de lagen in het paneel Kaartlagen uitgegrijsd en hebben een opgevuld selectievakje. Je moet dan inzoomen of juist uitzoomen om de laag te kunnen zien. In het volgende voorbeeld zijn de voorgrondlagen uitgegrijsd en dus niet zichtbaar.

WGP maakt onderscheid in voorgrondlagen en achtergrondlagen. De voorgrondlagen bevatten het thema waarover de kaart gaat, zoals in bijvoorbeeld brandkranen en brandwerende scheidingen. De achtergrondlagen zijn er ter oriëntatie, zodat je weet waar de objecten van de thematische voorgrondlagen zich bevinden.

De achtergrondlagen bestaan vaak uit een topografische ondergrond of een luchtfotomozaïek. In tegenstelling tot de voorgrondlagen, kun je slechts één achtergrond selecteren. Met de achtergrondlaag Geen achtergrond toon je de voorgrondlagen op een helemaal witte achtergrond.

Bij sommige achtergrondlagen verandert de laag wanneer je op de kaart inzoomt. De kaart wordt dan meer gedetailleerd. Dit kan een instelling van de kaartservice zijn die niet in WGP is geconfigureerd.


Je opent het paneel Kaartlagen vanuit de werkbalk boven de kaart en sluit het paneel weer met het kruis rechts bovenin het paneel. De knop en het kruis zijn in het volgende voorbeeld gemarkeerd: