Skip to end of metadata
Go to start of metadata

You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 3 Current »

Op pagina Opties staan de instellingen van de kaartpresentatie die je in het Themakaart-menu onder Presentatie hebt geselecteerd (zie onderdeel Presentatie-instellingen). Dit onderdeel beschrijft de instellingen op tabblad Werkbalken.

In een viewer of een widget kun je op de menubalk boven de themakaart verschillende werkbalken plaatsten. Op iedere werkbalk zit een groep van onderling gerelateerde knoppen waarmee je bepaalde taken kunt uitvoeren, zoals een set knoppen voor de basiskaarthandelingen, of een set voor het navigeren op de kaart. Op een werkbalk staan een set knoppen voor het uitvoeren van bepaalde kaartcommando's, zoals inzoomen, verschuiven, afdrukken en feature-info opvragen.

Werkbalken kunnen in WGP geopend of gesloten zijn. In een geopende werkbalk kun je de knoppen van die werkbalk zien en gebruiken. Van een gesloten werkbalk is alleen de naam te zien. De knoppen ervan zijn dan niet beschikbaar.

Wanneer de geopende werkbalken niet op de menubalk passen, verschijnen de knoppen van de werkbalk onder de menubalk. Hierdoor worden de kaart en eventueel ook andere knoppen bedekt.

Op tabblad Werkbalken van de presentatie-instellingen staat een lijst met de werkbalken die je in een kaartpresentatie boven de kaart kunt zetten. De werkbalken staan in de volgorde zoals ze in de kaartpresentatie worden weergegeven: de bovenste helemaal links op de menubalk en die eronder rechts daarvan. Aan de lijst met standaard werkbalken kun je 'eigen' werkbalken toevoegen waarvan je zelf de knoppenset hebt samengesteld. Van alle werkbalken kun je de namen veranderen en de volgorde wijzigen. Je kunt ook de standaard knoppen configureren door de iconen, het label en de tooltiptekst ervan aan te passen.

De standaard werkbalken bevatten een vaste set knoppen die niet is te wijzigen. Voor de 'eigen' werkbalken die je hebt toegevoegd, bepaal je zelf welke knoppen erop komen. Je kunt hiervoor de knoppen selecteren door ze vanuit de lijst  met de beschikbare knoppen aan de rechterkant van het scherm op de balk te slepen.

Bij het openen van het tabblad Werkbalken zijn alleen de namen van de werkbalken te zien, de werkbalken met de knoppen zijn nog ingeklapt. Door op het pijltje links van de naam van de werkbalk te klikken klap je de werkbalk open en zijn alle knoppen zichtbaar. Je kunt dan ook de naam van de werkbalk veranderen en bij de 'eigen' toegevoegde werkbalken ook knoppen toevoegen of verwijderen.

Wanneer je de balk openklapt verschijnt achter de naam van de werkbalk een potloodicoon. Dit icoon laat zien dat je de balk nu kunt bewerken.

De eerste twee knoppen van de werkbalken in WGP Beheer worden voor de beschikbaarheid en de zichtbaarheid van de werkbalk gebruikt en verschijnen niet in de kaartpresentatie zelf. De knoppen komen op alle werkbalken voor en zijn niet te configureren.

Op de volgende manier regel je met deze knoppen voor de huidige kaartpresentatie de beschikbaarheid en de zichtbaarheid van een werkbalk:

  • Knop Toevoegen aan presentatie
    Met de knop Toevoegen aan presentatie, helemaal links op de werkbalk, kun je de werkbalk voor de huidige presentatie in- of uitschakelen. Het minteken op de knop geeft aan dat de werkbalk nog niet aan de kaartpresentatie is toegevoegd (de standaardinstelling van alle werkbalken behalve werkbalk Basis).

    Klik op het minteken om de werkbalk toe te voegen. Het plusteken dat nu op de knop verschijnt geeft aan dat de werkbalk aan de kaartpresentatie is toegevoegd (standaardinstelling voor werkbalk Basis). Klik op het plusteken om de werkbalk uit de kaartpresentatie te verwijderen.


  • Knop Altijd open
    Met de knop Altijd open geeft je aan of de werkbalk altijd geopend moet zijn of niet. Het uitgegrijsde, doorgestreepte oog geeft aan dat de werkbalk niet altijd geopend is (de standaardinstelling van alle werkbalken behalve werkbalk Basis), dat wil zeggen dat je in de kaartpresentatie eerst de werkbalk moet openen voordat je de knoppen van de werkbalk kunt gebruiken. Klik op het doorgestreepte oog om ervoor te zorgen dat de werkbalk in de kaartpresentatie altijd geopend is.

    Wanneer verschillende werkbalken altijd open staan passen ze niet meer op de menubalk. Zet daarom slechts één werkbalk altijd open.

    Het niet-doorgestreepte oog geeft aan dat de werkbalk altijd op de menubalk geopend is en dat je de werkbalk niet kunt sluiten (standaardinstelling voor werkbalk Basis). Klik op het niet-doorgestreepte oog om ervoor te zorgen dat de werkbalk wel te sluiten is.
     

In WGP zijn de volgende standaard werkbalken beschikbaar (zie voor meer informatie de Handleiding WGP Viewer):

  • Basis
  • Navigeren
  • Selecteren
  • Meten
  • Schetsen
  • Bewerken (alleen in WGP advanced)
  • Zoeken

Je kunt aan een eigen werkbalk ook nog extra knoppen toevoegen om de kaart te delen met anderen, om een schermafdruk te maken en om vanuit de WGP-kaart CycloMedia Street Smart op te starten. De knop Kaart delen is een functie van WGP basic. De overige functies worden als aparte WGP add-ons uitgeleverd (zie Handleiding WGP Add-ons). 

De knop Zoom in op huidige locatie (op werkbalk Navigeren) werkt alleen indien de verbinding met de WGP-kaart beveiligd is (URL die begint dan met https://). De knop werkt niet bij een onbeveiligde verbinding (URL die begint met http://). Dit komt omdat de beveiliging van de webbrowsers steeds strenger is geworden en locatiebepaling via onbeveiligde verbindingen tegenwoordig is uitgeschakeld.

De werkbalk Zoeken gebruik je om in een kaartpresentatie op basis van een laagattribuut naar een feature te zoeken of op basis van een adres naar een locatie op de kaart. Je richt de werkbalk in door onder op tabblad Werkbalken bij de optie Zoeklijsten in werkbalk de gewenste zoeklijsten te selecteren. Nadat je daar één of meer zoeklijsten hebt aangevinkt verschijnt de werkbalk pas in een presentatie.

De optie Default knop definieert de standaard muisfunctie of aanraakfunctie. De optie geeft aan wat er gebeurt wanneer je direct na het openen van de kaart met de muis op de kaart klikt (of bij een touchscreen met je vinger de kaart aanraakt). De knop voor deze functie hoeft niet op een werkbalk aanwezig te zijn. Je kunt kiezen uit de volgende functies:

  • Verplaatsen
    functie Verplaatsen, je verplaatst de kaart door er met de muis overheen te slepen. Deze functie is niet van toepassing op een mobiel toestel, de navigatieknoppen worden namelijk bij een apparaat met een touchscreen niet gebruikt.

  • Informatie
    functie Feature-info, je vraagt informatie op door een object of locatie op de kaart aan te klikken of aan te wijzen met de muis (of bij een touchscreen aan te raken met je vinger). De functie Informatie is op tabblad Werkbalken standaard geselecteerd.

Onderdeel Configureren van een werkbalk beschrijft hoe je de volgorde van de werkbalken wijzigt, een werkbalk kunt bewerken, een 'eigen' werkbalk kunt toevoegen en de knoppen kunt configureren.


Vorige versie van deze pagina: Versie 4.5.0






  • No labels