Skip to end of metadata
Go to start of metadata

You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 3 Next »

Extensies, externe applicaties of plugins zijn softwarecomponenten die extra functionaliteit aan een bestaande, vaak grotere applicatie toevoegen en die de software zo aanpassen voor specifieke doeleinden. Zo gebruiken webbrowsers gewoonlijk extensies om videobestanden af te spelen of om webpagina's op virussen te scannen. Ook WGP biedt de mogelijkheid om extensies toe te voegen. In dit geval zijn extensies algemene geografische webapplicaties die in WGP extra functies implementeren. Je kunt deze extensies aan een WGP-kaart toevoegen door het URL-adres van de webservice op te geven en een knop voor de extensie te definiëren.

De volgende paragrafen beschrijven hoe je de extensies van WGP beheert en configureert:

Extensies beheren

Je opent pagina Extensies met de optie Extensies van het Themakaart-menu (submenu Custom). Op deze pagina kun je je eigen geografische extensies (externe geo-applicaties) configureren. Je kunt hier nieuwe extensies configureren of de beschikbare extensies, die al eerder zijn geconfigureerd, aanpassen of verwijderen.

De extensies die worden aangeroepen bieden extra functionaliteit voor de interactieve WGP-kaarten die je kunt raadplegen in de WGP Viewer (of kaartwidget). Je roept de extensies aan door op de menubalk op een knop te drukken. Het resultaat van de aangeroepen toepassing verschijnt in een apart popup- of browservenster.

De volgende afbeelding toont pagina Extensies:

De pagina bevat een lijst Beschikbare extensies met alle geografische extensies die al eerder voor gebruik in WGP zijn geconfigureerd. Door in de lijst op Wijzigen te klikken kun je de configuratie van een extensie aanpassen. Door op Verwijderen te klikken verwijder je de extensie uit WGP Beheer. Met een apart selectievakje kun je aangeven welke extensies je in de huidige kaart wilt opnemen (optie Actief in huidige themakaart). Met Selecteren kun je een extensie voor een aantal kaarten beschikbaar maken (vergeet dan niet om met Opslaan af te sluiten). Met de knop Nieuwe extensie, onder de lijst, configureer je een nieuwe extensie in WGP.

Toevoegen van een nieuwe extensie aan WGP

Je kunt op de volgende manier een nieuwe extensie in WGP configureren:

  1. Druk op knop Nieuwe extensie (op pagina Extensies). Pagina Extensies - Extensie configureren verschijnt.

  2. Vul voor de configuratie van de nieuwe extensie op de tabbladen Algemeen, Popup, Dialog en Geavanceerd de instellingen van de externe geo-applicatie in. Met deze instellingen geef je de extensie binnen WGP een naam en definieer je welke webservice je wilt aanroepen door het URL-adres van de service op te geven. Verder geef je aan wanneer de service wordt aangeroepen, hoe dat gebeurt en waar het resultaat van de aanroep verschijnt (instelling Presentatie). Ten slotte definieer je een aantal geografische gegevens die als variabelen aan de URL moeten worden toegevoegd om ze zo aan de webapplicatie door te geven (zie onderdeel 'URL-parameters').

  3. Klik Opslaan. Het formulier Extensie configureren verdwijnt en de nieuwe extensie verschijnt onder de opgegeven naam in de lijst Beschikbare extensies.

Wijzigen van de configuratie van een extensie

Je kunt op de volgende manier een beschikbare extensie-configuratie wijzigen:

  1. Klik in de lijst Beschikbare extensies op pagina Extensies bij de betreffende extensie op Wijzigen. De tabbladen met de ingevulde parameters verschijnen.

  2. Verander de instellingen van de extensieconfiguratie. Alleen de naam en de URL kun je niet veranderen omdat dit de identificatie van de extensie vormt. Alle andere instellingen kun je wijzigen.

  3. Klik Opslaan. De tabbladen met de instellingen verdwijnen en een gewijzigde versie van de extensieconfiguratie verschijnt in de lijst Beschikbare extensies.

Verwijderen van een extensie uit WGP

Je kunt op de volgende manier een extensie uit WGP verwijderen:

  1. Klik in de lijst Beschikbare extensies op pagina Extensies bij de betreffende extensie op Verwijderen. Een berichtvenster verschijnt waarin je gevraagd wordt of je de extensie echt wil verwijderen.

  2. Klik in dit venster op OK.

  3. De extensie verdwijnt uit de lijst Beschikbare extensies en wordt van de WGP-server verwijderd.

Instellingen extensies

De volgende tabel beschrijft de verschillende instellingen op tabbladen Algemeen, Popup, Dialoog en Geavanceerd waarmee je een externe geografische extensie in WGP configureert:

TABBLAD ALGEMEEN


Parameter

Beschrijving

Data type

Tool Naam

De naam van de extensie in WGP. De naam wordt in een kaartpresentatie gebruikt om aan te geven om welke extensie het gaat.

Tekst

Tool URL

Het URL-adres van de extensie (externe geografische webapplicatie).

URL

Tool type

Het type extensie: On click of On extent (zie onderdeel 'Tool type').

Keuzelijst

Tool deactiveren na gebruik

Selectievakje dat aangeeft dat WGP de extensie moet uitschakelen zodra je met de muis op de kaart klikt.

Selectievakje

Presentatie

Aanduiding om aan te geven of het resultaat van de aangeroepen toepassing in een popup-venster (Popup), in een dialoogvenster (Dialoog) of in een nieuw browservenster (Nieuw scherm) moet verschijnen.

Wanneer je voor een popup-venster of een dialoogvenster kiest, moet je bij Hoogte en Breedte de afmetingen van het venster in pixels opgeven.

Keuzelijst

Coördinaten
(voor tooltype On click)

De URL-parameters voor de XY-coördinaten. Met deze parameters geef je aan de externe geo-applicatie door voor welke locatie je de applicatie wilt aanroepen.

Als je hier de waarden 'x' en 'y' invult, dan wordt in de aanroep van de geo-applicatie de locatie aangeduid met URL-parameters x en y, bijvoorbeeld:

http://obliek.slagboomenpeeters.com/index_popup.php?appcode=utrecht&x=569646&y=6815507&srid=EPSG:900913

URL-parameters

Extent
(voor tool type Extent)

De URL-parameters voor de extent van de kaart.

URL-parameters

Icon

Het icoon dat je gebruikt voor de knop waarmee je de extensie vanuit WGP aanroept. De geselecteerde afbeelding verschijnt op de knop in de werkbalk van WGP Viewer (of andere kaartpresen tatie). Je kunt ook een icoon kiezen die als markering op de kaart verschijnt (alleen voor Tool type 'On click').

Klik op de link om het icoon te selecteren voor de knop of de markering van de aangeklikte locatie. Je kunt kiezen uit de iconen die op de WGP-server beschikbaar zijn.

Het geselecteerde icoon moet een formaat hebben van 24 x 24 pixels.

 Afbeel ding

Projectie

De kaartprojectie waar de geo-applicatie naar getransformeerd dient te worden.

Vul hier de kaartprojectie van de externe geo-applicatie in.

 Keuzelijst


TABBLAD POPUP



Parameter

Beschrijving

Datatype

Popup scherm opties

Opties om een aantal eigenschappen in te stellen van het popup-venster van de webbrowser waarin de externe geo-applicatie verschijnt.

Deze eigenschappen zijn alleen van toepassing indien je bij het veld Presentatie hebt aangegeven dat de externe geo-applicatie in een popup-venster moet verschijnen.

De selectievakjes gebruik je voor de volgende eigenschappen van het popup-venster:

  • Statusbar zichtbaar
    zichtbaarheid van de statusbalk
  • Toolbar zichtbaar
    zichtbaarheid van de werkbalk
  • Url-balk zichtbaar
    zichtbaarheid van de adresbalk (navigatiebalk)
  • Resizable
    de grootte van het popup-venster is verstelbaar
  • Scrollbars
    het venster bezit schuifbalken (indien nodig)


    De volgende velden gebruik je om de positie van het popup-venster ten opzichte van het WGP-venster aan te duiden:
  • Verticale positie
    de verticale positie van het popup-venster vanaf de bovenkant van het WGP-venster, uitgedrukt in pixels
  • Horizontale positie
    de horizontale positie van het popup-venster vanaf de linkerkant van het WGP-venster, uitgedrukt in pixels

Samengesteld


TABBLAD DIALOOG


Parameter

Beschrijving

Datatype

Dialoog scherm opties

Opties om een aantal eigenschappen in te stellen van het dialoogvenster van de externe geo-applicatie.

Deze eigenschappen zijn alleen van toepassing indien je bij het veld Presentatie hebt aangegeven dat de externe geo-applicatie in een dialoogvenster moet verschijnen. Het dialoog venster is een modaal venster: het venster vereist een actie van de gebruiker voordat de focus naar een ander venster kan omschakelen (je kunt dus pas uit het venster nadat je er een bepaalde handeling hebt verricht).

De selectievakjes gebruik je voor de volgende eigenschappen van het dialoogvenster:

  • Resizable
    de grootte van het dialoogvenster is verstelbaar
    (alleen lezen)
  • iframe
    het dialoogvenster wordt als iframe-element in het venster van WGP Viewer weergegeven
  • Scrollbars
    het dialoogvenster bezit schuifbalken (indien nodig)

Selectievakjes


TABBLAD GEAVANCEERD


Parameter

Beschrijving

Datatype

SRID / Prefix

De prefix van de kaartprojectiecode of een aanduiding dat je geen kaartprojectie aan de externe geo-applicatie wilt doorgeven. Voor meer informatie zie onderdeel 'Kaartprojectie'.

Keuzelijst

SRID parameternaam

De naam van de URL parameter waarmee de kaartprojectie aan de externe geo-applicatie wordt doorgegeven. Als je niets invult gebruikt WGP de standaard parameternaam SRID. Voor meer informatie zie onderdeel 'Kaartprojectie'.

Tekst

URL Parameters

Definitie van URL-parameters anders dan die voor de XY-coördinaten en de kaartprojectie. Zie onderdeel 'URL-parameters'.

Samengesteld

URL Parameters Selectie

Knoppen om URL-parameters toe te voegen en te verwijderen.

Toevoegen: vul de URL-parameterinstellingen in en druk op Toevoegen.

Verwijderen: selecteer de URL-parameter uit de keuzelijst en druk op Verwijderen.

Knoppen


URL-parameters

URL-parameters zijn variabelen die bij de aanroep van een webapplicatie aan de URL zijn toegevoegd om aanvullende informatie aan de server door te geven en de aanroep zo verder te speci ficeren. Ze worden gebruikt om de inhoud van een webpagina te filteren, te sorteren of toe te spitsen op een bepaald object of een specifieke locatie. Wanneer je bijvoorbeeld op de kaart van de Buienradar klikt om hierop in te zoomen zul je met de URL-parameters de aangeklikte locatie aan de server doorgeven.

De URL-parameters staan achter de URL van de webapplicatie. Ze beginnen met een ? en worden gescheiden door een &-teken. Je gebruikt deze parameters in de aanroep van de externe geo-applicatie om de aanroep verder te specificeren. Bijvoorbeeld wanneer je na het aanklikken van een locatie in Cyclomedia een foto van een bepaalde locatie wilt zien, wordt de locatie aangeduid door de volgende parameters achter de URL te zetten: ?x=569646&y=6815507.

De standaard URL-parameters in WGP zijn die voor de XY-coördinaten en die voor de kaartprojectie. Met deze parameters geef je aan de externe geo-applicatie de aangeklikte locatie of de huidige extent van de kaart door en de kaartprojectie van de kaart waar vanuit je de applicatie aanroept. Naast deze standaard parameters kun je bij het aanroepen van een externe geo-applicatie ook andere URL-parameters meegeven. Die krijgen dan een vaste, voorgedefinieerde waarde. Voor deze overige parameters geef je in de configuratie van de externe geo-applicatie de naam en de waarde van de parameter op.

De niet-standaard URL parameters worden op de volgende manier gedefinieerd:

  1. Selecteer bij URL Parameter Selectie een URL parameter:
    • selecteer een bestaande parameter uit de lijst bij Huidige selectie, of
    • maak hier een nieuwe parameter aan door bij Parameter de naam van de parameter op te geven en vervolgens op Toevoegen te klikken.

  2. Vul bij Waarde de waarde van de URL-parameter in.

  3. Geef met het selectievakje Javascript Waarde aan of het om een javascriptwaarde gaat.

  4. Klik bij URL Parameter Selectie op de knop Toevoegen.
 Voorbeeld URL-parameter ...

Een externe applicatie voor het tonen van oblieke luchtfoto's kan met de volgende URL worden aangeroepen: http://obliek.slagboomenpeeters.com/index_popup.php . Met de volgende URL-parameters achter dit URL-adres geplakt zal de WGP Viewer bij het aanroepen van de applicatie een oblique luchtfoto van een locatie in Utrecht in een apart venster weergeven: ?appcode=utrecht&x=569646&y=6815507&srid=EPSG:900913. Het vraagteken geeft het begin van de URL-parameters aan. Daarna volgt een rij parameters die onderling gescheiden worden door een &-teken. Elke parameter heeft een naam (een URL tag) en een waarde. In dit voorbeeld wordt een aangeklikte locatie aan de toepassing doorgegeven met de XY-coördinaten van een Mercatorprojectie (met EPSG-code 900913).
Customized parameters Bing Bird's eyeJe kunt bij het definiëren van een URL parameter ook een Customized parameter (cp) vullen met de XY-coördinaten. Stel dat je in het veld Coördinaten voor de XY-coördinaten de URL parameters x en y hebt gedefinieerd, dan kun je voor de geo-applicatie Bing Bird's eye bij URL parameter 'cp' de volgende waarde invullen: 'y~x'. Bij deze instelling kun je bijvoorbeeld de Bird's eye foto van de eifeltoren opvragen met de volgende URL: http://www.bing.com/maps/default.aspx?cp=48.858333~2.294167&style=o


Tool type

Bij de extensie-instelling Tool type geef je met een type-aanduiding aan hoe WGP moet reageren wanneer de externe invoegtoepassing wordt aangeroepen. Je kunt tussen de volgende twee reacties kiezen:

  • On Extent De aanroep heeft betrekking op de hele extent van het huidige kaartbeeld en WGP roept de externe toepassing aan zodra je in de WGP Viewer (of een kaartwidget) op de extensie-knop drukt. WGP geeft op basis van de huidige extent direct de URL Parameters door.
  • On ClickDe aanroep heeft betrekking op de locatie die je op de kaart met de muis aanklikt. Wanneer je op de extensie-knop drukt wordt de externe toepassing nog niet direct aangeroepen. Dat gebeurt pas wanneer je daarna met de muis op de kaart klikt. WGP geeft dan op basis van de aangeklikte locatie de URL Parameters aan de toepassing door.

Kaartprojectie

Bij het aanroepen van een externe geo-applicatie kun je de projectie van de kaart waarin de applicatie wordt gebruikt in de aanroep als URL-parameter meegeven. Hiervoor vul je de volgende velden in:

  • SRID/Prefix, het voorvoegsel van de code van de kaartprojectie, bijvoorbeeld EPSG.
  • SRID parameternaam, de naam van de URL-parameter die voor de kaartprojectie wordt gebruikt. Wanneer je niets invult, wordt de naam 'SRID' gebruikt.

Indien je geen kaartprojectie wilt of hoeft mee te geven, vul je bij SRID/Prefix de waarde 'SRID parameter niet doorgeven' in. Zie onderdeel 'URL-parameters' voor een voorbeeld.


  • No labels