Een kaart kan een of meer werkbalken hebben waarop een aantal knoppen zitten om kaartbewerkingen uit te voeren, zoals zoomen, verplaatsen en opvragen van informatie. Op een PC of tablet bevinden de werkbalken zich boven de kaart (links) of zitten in een zwevend paneel (rechts):
Op een mobiel toestel zijn de werkbalken niet direct te zien. Je laat een lijst met werkbalken verschijnen door op de knop met de steeksleutel te drukken, vervolgens open je een werkbalk door in de lijst erop te tikken:
Basis
De volgende knoppen kunnen op een werkbalk voorkomen (links PC of tablet, rechts mobiel):
- Feature-info,
wanneer deze knop is ingeschakeld kun je feature-info opvragen door kaartobjecten aan te klikken of aan te raken.
Zie ook onderdeel Feature-info. - Verplaatsen,
wanneer deze knop is ingeschakeld kun je de kaart verschuiven door met de muis of je vinger te 'slepen'.
Zie ook onderdeel Navigeren.
Navigatie
- Inzoomen,
door op deze knop te drukken zoom je stapsgewijs in, waarbij het schaalgetal elke stap halveert.
Zie ook onderdeel Navigeren. - Uitzoomen,
door op deze knop te drukken zoom je stapsgewijs uit, waarbij het schaalgetal elke stap verdubbelt.
Zie ook onderdeel Navigeren. - Zoom naar kaartextent,
door op deze knop te drukken keer je terug naar het gebied dat bij het openen van de kaart te zien was.
Zie ook onderdeel Navigeren. - Wijzigen attributen,
wanneer je deze knop inschakelt kun je de eigenschappen (attribuutwaarden) van de objecten van een geselecteerde kaartlaag wijzigen.
- 2, ha of km2)
Locatie van pagina