Excerpt |
---|
Op pagina Onder de menu optie Kaartlagen staat een overzicht van alle beschikbare kaartlagen ( optie Toon alle kaartlagen) die je hier kunt beheren. Je kunt er nieuwe lagen toevoegen (knop optie Kaartlaag toevoegen) en bestaande lagen wijzigen (knop Bewerken ) of verwijderen (de knop Verwijderen). Kaartlagen uit een omgeving waarvoor je geen beheerrechten hebt zijn niet beschikbaar. |
Je opent de pagina Kaartlagen met de menu-optie Kaartlagen.
Kaartlagen toevoegen
Anchor | ||||
---|---|---|---|---|
|
Op de volgende manier voeg je een kaartlaag aan een omgeving toe:
Klik
op paginaonder menu Kaartlagen op de
knopoptie Kaartlaag toevoegen.
Panel borderStyle none Pagina Kaartlaag toevoegen verschijnt.
- Vul hier de instellingen van de laag in . De instellingen kunnen afhankelijk zijn van de kaartservice waarop de laag is gebaseerd. Zie onderdeel Laaginstellingen. Je moet bij (zie onderdeel Kaartlagen - instellingen - archief). Bij het toevoegen van een laag in ieder geval zijn de volgende verplichte velden invullenverplicht:
- Titel
De titel van de kaartlaag. - Servicetitel
Service
De titel van de service waaruit de laag afkomstig is; selecteer . Selecteer de servicetitel uit de keuzelijst. In deze lijst zijn alleen de services beschikbaar waarvan een van de omgevingen overeenkomt met die van de huidige beheerdereen omgeving waarvoor jij beheerrechten hebt. - Laagnaam
De naam van de laag zoals die op de kaartserver wordt gebruikt; selecteer de laagnaam . Selecteer deze naam uit de lijst met alle beschikbare lagen van de geselecteerde kaartservice. - Titel
De titel van de kaartlaag. De titel gebruikt WGP om de laag in de gebruikersinterface aan te duiden, zowel in WGP Beheer als in de WGP Viewer. - Schaalbereik (schaal)
Geschatte schaal voor een beeldscherm met een pixel grootte van 0,28mm. Bij het aanmaken van een kaartlaag wordt het schaalbereik automatisch ingevuld in Onemap als er een schaalbereik in de capabilities voor de kaartlaag is opgegeven. - Schaalbereik (scherm)
Decimeters per pixel op het beeldscherm. - Geometrie type Het door de server opgegeven geometrie type. Indien dit een specifiek type is (bv point) zorgt dit ervoor dat eventuele tekenacties alleen voor dit type zijn toegestaan. Indien dit een algemeen type is kan de administrator hier ook een specifiek type kiezen, en daarmee de toegestane tekenacties beperken.
Omgeving
De omgeving van de kaartlaag. Selecteer de omgeving uit de keuzelijst.Info De omgeving van de laag bepaalt voor wie de laag beschikbaar is, dat wil zeggen wie de laag kan zien en wie hem kan bewerken.
Info Bij het selecteren van Je kunt alleen een omgeving
zijn alleen die omgevingen beschikbaar die aan de volgende eisen voldoen:de omgeving is gekoppeldselecteren die gekoppeld is aan de kaartservice waaruit de laag afkomstig is
.en waarvoor je ook beheerrechten hebt (de omgeving
ismoet gekoppeld zijn aan een van je beheergroepen). Zie onderdeel Autorisatie.
Afhankelijk van het service type (WMS,WFS,WMTS...) kunnen nog een aantal optionele instellingen worden gekozen.
Voor WMS en WMTS is er de extra optie:
WFS
Kies hier de bijbehorende WFS kaartlaag om velden op te halen voor o.a. feature info en filters.
Voor WFS lagen zijn er de extra opties:- Beperk laden features
Haal alleen features op die in het zichtbare gedeelte van de gebruikersgroepen van de huidige beheerder.Zie onderdeel Autorisatiede kaart liggen. Standaard aan. - Maximum aantal te laden features
Het maximale aantal features dat beschikbaar is op de kaart. Deze waarde moet uit een geheel getal bestaan tussen 0 en 1.000.000. - Automatisch verversen kaartlagen
Geef aan of de kaartlaag automatisch moet worden ververst. Indien deze optie wordt aangevinkt verschijnt er een veld waarin je het aantal seconden in van de verversings-interval.Dit is met name handig bij WFS lagen met snel veranderende gegevens (buienradar). - Laag toevoegen aan kaart (knop).
Met deze knop kan de beheerder de zonet aangemaakte laag toevoegen aan de actieve kaart en indien er geen kaart actief is kan de beheerder een kaart kiezen uit de gekozen omgeving.
- Titel
Druk op de knop Opslaan.
Panel borderStyle none De laag wordt aangemaakt en staat nu onder aan de lijst met beschikbare kaartlagen op pagina Kaartlagen.
WGP BeheerNadat de laag is opgeslagen verschijnt de pagina Kaartlaag, waarbij achter de paginatitel de laag wordt vermeld. De kaartlaag is nu in
optiesOneMap Beheer geopend en kan verder worden geconfigureerd met de verschillende
tabbladeninstellingen op de volgende
Metadatazijbalk onderwerpen:
- Algemeen: instellingen,informatie,bronvermelding,rechten,gebruikerslogboek
- Weergave: API-configuraties,Feature-info,
Rechten- Zoeken,
Geavanceerd en Details.- Filters,Stijl,Legenda,
De gegevens op tabblad Details zijn niet aanpasbaar. Ze- Velden
- Extra: Details,Historie
Het onderwerp Details geeft een gedetailleerd overzicht van alle laaggegevens. Deze gegevens zijn daar echter niet te bewerken, ze dienen alleen ter informatie. Het tabblad geeft niet alleen detailinformatie over de laag zelf, maar toont ook hoe de laag zich verhoudt tot de overige kaartcomponenten, zoals kaarten, omgeving en kaartservice.
Configureer hierna op de tabbladen van pagina verschillende onderdelen op de van zijbalk Kaartlaag de laaginstellingen:
Expand title LaaginstellingenTabbladen met laaginstellingen
Algemeen- Instellingen
De algemene
- instellingen die je ook al hebt kunnen invullen bij het aanmaken van de laag. Bij het bewerken van een laag kun je de kaartservice en de laagnaam niet meer wijzigen. Zie onderdeel Kaartlagen -
- instellingen - archief.
- Informatie
Voeg hier vrije kaartlaag informatie toe met. Hier kunnen bv ook links naar metadata of informatieve sites worden opgenomen. Deze informatie komt in de OneMap viewer beschikbaar onder het contextmenu van de kaartlaag. Zie onderdeel Kaartlagen - Informatie - archief. - Bronvermelding
Indien de eigenaar van een gebruikte kaartlaag vraagt dit te vermelden op de kaart kan hier de bronvermelding worden opgenomen. Deze melding wordt in de OneMapviewer getoond indien de kaart actief is. - Rechten
Specifieke gebruikerstoegang tot de kaartlaag ( of kaartlaag-attributen) kan hier worden ingeregeld (bekijken,bewerken,download..).Standaard is optie Publiek aangevinkt en zijn er geen groepsrechten toegekend. Indien je deze instelling niet verandert, kan iedereen met toegang tot de viewer de laag zien en kan niemand de gegevens van een laag in de viewer bewerken. Zie onderdeel Kaartlagen - rechten. Formulier
WFS services kunnen worden ingericht om in de OneMapviewer te worden bewerkt. De te bewerken attributen worden hier geconfigureerd.Info Het bewerken van de gegevens van een laag in de WGP Viewer kan alleen indien de laag uit een kaartservice komt van het type
WSFT
- Gebruikerslogboek
I.v.m de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG), kan hier worden geconfigureerd welke acties van gebruikers op de laag moet worden vastgelegd. - API configuraties
Hier worden specifieke API endpoints voor een laag ingericht. De door het API-endpoint geleverde informatie wordt toegevoegd aan de featureinfo als extra informatie tabblad. - Feature-info
Bij veel kaartservices kun je informatie opvragen over de kaartobjecten van een laag (features). Deze informatie wordt feature-info genoemd. Alleen wanneer je over een laag feature-info wilt kunnen opvragen, moet je dat voor de laag op dit tabblad configureren. Zie onderdeel Kaartlagen - feature-info
De metadata van de laag. Zie onderdeel Kaartlagen - metadataRechten- Zoeken
De
StijlInfo Het bewerken van een laag kan alleen indien de laag uit een kaartservice komt van het type WSFT.
Met de stijl van de laag regel je hoe WGP de laag op de kaart weergeeft. De laag heeft al een standaard weergavestijl, dus configuratie ervan is optioneel- zoek configuratie dient om specifieke objecten te zoeken op basis van een identificatie veld. Hierbij wordt de hele databron doorzocht, en zoomt de viewer naar het gevonden object.
- Filters
De filter configuratie dient om op basis van 1 of meerdere attribuut waarden de zichtbare objecten binnen de kaart te beperken. - Stijl
Hier wordt de standaard weergave stijl van de laag geconfigureerd. Opties zijn afhankelijk van het servicetype (WMS,WFS..).Zie onderdeel Kaartlagen - stijl. - Legenda
De legenda van een laag geeft een verklaring van de symbolen en kleuren waarmee het thema van de laag wordt weergegeven, zoals de puntsymbolen voor verschillende typen rijksmonumenten, de lijnsymbolen voor verschillende soorten autowegen of de kleuren waarmee het landgebruik wordt aangeduid. Sommige rasterlagen hebben al standaard een legenda van de kaartservice meegekregen. Zie onderdeel Kaartlagen - legenda. - Details
Bevat algemene laag informatie die voor beheerders van toepassing kan zijn, zoals de kaartlaag slug ( voor gebruik in OneMap API-calls), of gebruiks overzicht. - Velden
Toont de beschikbare attributen en attribuut-type van de laag.
- Geavanceerd
De geavanceerde instellingen van de laag. Zie onderdeel Kaartlagen - geavanceerde instellingen.
- Instellingen
Anchor | ||||
---|---|---|---|---|
|
Op de volgende manier bewerk je een bestaande kaartlaag:
- Klik
Druk op pagina Kaartlagen naast de laag die je wilt veranderen op de knop
Bewerk. Pagina Laag bewerken verschijnt. Verander daarBewerken.
Panel borderStyle none Pagina Kaartlaag verschijnt, waarbij achter de paginatitel de laag die je zo hebt geopend staat vermeld. Op de tabbladen van deze pagina staan de instellingen van de laag. Het volgende voorbeeld toont de pagina voor de laag 'Vondsten'.
- Verander op deze pagina de instellingen van de kaartlaag (zie onderdeel Laaginstellingen). De volgende instellingen zijn nadat een laag is toegevoegd niet meer te veranderen:
- Servicetitel
- Laagnaam
- De sla daarna de wijzigingen op.
- op een van de tabbladen. Zie de beschrijving van de tabbladen in paragraaf Toevoegen van een kaartlaag.
De sla daarna voor ieder tabblad de wijzigingen op (knop Opslaan).
Panel borderStyle none
Anchor | ||||
---|---|---|---|---|
|
Klik op pagina KaartlagenKaartlagen naast de laag die je wilt verwijderen op Verwijder.
Bevestig de verwijdering hierna door in het waarschuwingsvenster op JA de knop ja te drukken.
Info |
---|
Je kunt alleen kaartlagen verwijderen die niet door een kaart worden gebruikt. Indien je de lagen wilt verwijderen die onderdeel uitmaken van een kaart, dien je ze eerst uit de kaart te verwijderen. |
Het type kaartservice: WMS, WMTS, WFS, WFST, TMS, of XYZ en het versienummer van deze service. Zie onderdeel Kaartservices.
Deze informatie over de kaartservice verschijnt automatisch na het selecteren van de service en dient alleen ter informatie.
De naam van de laag. Je kunt een van de lagen kiezen die in de geselecteerde kaartservice beschikbaar zijn.
Info |
---|
De laagnaam is de naam waarmee de laag door de kaartservice wordt aangeduid. De beschikbare lagen kunnen van de service worden opgevraagd. |
Het schaalbereik van de kaartlaag, met links de minimum schaal (bijvoorbeeld 1:200000) en rechts de maximum schaal (bijvoorbeeld 1:2000).
Je vult van de schaal alleen het schaalgetal in (de noemer van de breuk), zodat je links altijd een groter getal moet invullen dan rechts. Bij een zichtbaarheid van 200000 - 2000 is de laag tussen een schaal van 1:200.000 en 1:2000 op de kaart te zien. Buiten dit bereik wordt de kaart niet getoond.
Info |
---|
Het schaalbereik wordt niet alleen in het schaalgetal uitgedrukt, maar ook in de schermresolutie (Zichtbaarheid (scherm): hoe groot een schermpixel in werkelijkheid is, uitgedrukt in dm's). Het schaalbereik en de schermresolutie zijn gekoppeld: als je de ene veranderd, wordt de andere automatisch aangepast. |
De omgeving (workspace) van de kaartlaag.
Met de omgeving van de laag wordt de beschikbaarheid van de laag in kaarten en voor gebruikersgroepen geregeld. Alleen kaarten en groepen die aan dezelfde omgeving zijn gekoppeld hebben toegang tot de laag.
Je kunt hier uit één van de omgevingen kiezen die aan de geselecteerde kaartservice zijn gekoppeld.
Zie ook
/wiki/spaces/HandleidingWGP5/pages/167936794
Child pages (Children Display) | ||||
---|---|---|---|---|
|
Page Properties | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| ||||||||||
|
Locatie van pagina
|
Expand | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
| ||||||
|
|
|
Expand | ||
---|---|---|
| ||
|
|
|