Aanklikinformatie opvragen

Op de volgende manier vraag je informatie over kaartlaagobjecten op. In dit voorbeeld vraag je informatie op over de rijksmonumenten van kaart 'Mijn eerste kaart':

  1. Open kaart 'Mijn eerste kaart' in WGP Viewer (zie onderdeel Openen van een kaart in WGP Viewer).

  2. Zorg dat in paneel Kaartlagen alleen van de laag 'Rijksmonumenten' de zichtbaarheid is ingeschakeld. Deze laag is alleen te zien wanneer je ver bent ingezoomd.

  3. Zoom in op de kaart zodat de rijksmonumenten duidelijk te onderscheiden zijn. 

    Zoom bijvoorbeeld in op de Dam in Amsterdam. Je kunt hiervoor het zoekveld in paneel Zoeken gebruiken.

  4. Controleer of de knop Feature-info op werkbalk Basis ingedrukt is (de knop is dan grijs gemarkeerd). Standaard is deze knop al bij het openen van de kaart ingedrukt.

    Knop Feature-info

  5. Klik op de locatie van een rijksmonument, bijvoorbeeld het Paleis op de Dam. In een popup-venster verschijnt de informatie over het aangeklikte monument.

    Aanklikinformatie Paleis op de Dam

    Als je de zichtbaarheid van de andere lagen inschakelt, zal het venster niet alleen informatie over het rijksmonument bevatten maar ook over de laag 'Stads- en Dorpsgezichten', de andere kaartlaag met aanklikinformatie. Zoals je ziet is de opmaak van de aanklikinformatie niet zo mooi. De volgende stappen beschrijven hoe je dat in WGP Beheer nog kunt verbeteren.

  6. Sluit het venster met feature-info door op het kruisje rechtsboven te klikken.

  7. Open op een ander browsertabblad de kaart in WGP Beheer en verander daar de opmaak van de aanklikinformatie op de volgende manier:

    1. Klik in het Themakaart-menu op de optie Kaartlagen. Pagina Kaartlagen beheren verschijnt met daarop de beschikbare kaartlagen.

    2. Klik bij kaartlaag Rijksmonumenten op Feature-info. Pagina Configureren feature-info verschijnt.

    3. Selecteer bij Feature-info type dataformaat 'GML' (waarde 'application/vnd.ogc.gml' uit de keuzelijst).

      Nu ontvangt WGP de feature-info in GML-formaat en kunnen de afzonderlijke objectattributen (Velden) uitgelezen worden. Je kunt deze velden als variabelen opnemen in een template van de feature-info (hierin worden de veldvariabelen met een $-teken aangegeven).

      Geography Markup Language (GML) is een dataformaat in XML voor het opslaan en uitwisselen van geografische informatie.

    4. Stel onder Velden op tabblad WYSIWYG van de editor het volgende template voor de on-click feature-info samen. Je kunt de veldvariabelen eventueel invoegen door op de groene knoppen te drukken.

      Voorbeeld van het gebruik van veldvariabelen in de template van de feature-info: 

      Rijksmonument:    $!NAAM
      Type monument:    $!TYPEMONUM
      Hoofdcategorie:   $!HFDCATOMS
      Subcategorie:     $!SUBCATOMS
      Adres:            $!STRAAT, $!HUISNUMMER, $!PLAATS

      Veldnaam verbergen

      Indien een veld niet is ingevuld, verschijnt in de feature-info de tekst '$veldnaam'. Door voor de veldnaam $! te zetten in plaats van $, geeft WGP deze tekst niet weer bij een oningevuld veld (zie vorige voorbeeld). WGP geeft dan niets weer.

    5. Klik Opslaan op pagina Configureren feature-info. De gewijzigde feature-info configuratie wordt opgeslagen in de themakaart en pagina Kaartlagen beheren verschijnt weer. 

    6. Klik bovenaan het scherm op Publiceren.

    7. Ga terug naar het tabblad van de WGP Viewer 

  8. Laad in de viewer de kaart opnieuw (bijvoorbeeld met de toets F5).

  9. Bekijk de feature-info van de rijksmonumenten opnieuw in WGP Viewer, bijvoorbeeld de feature-info van de Nieuwe Kerk in Amsterdam.

  10. Vraag vanuit het venster met de feature-info de omschrijving van de kaartlaag op. Deze verschijnt in paneel Informatie.