De laaghiërarchie bestaat uit de volgorde van de lagen en de indeling van de lagen in groepen en subgroepen. Door het definiëren van de laaghiërarchie kun je de lagen ordenen en ervoor zorgen dat de laagobjecten geen objecten van onderliggende lagen bedekken. Dit laatste houdt in dat je punten-lagen bovenin de hiërarchie plaatst en vlakken-lagen onderin.
Het volgende voorbeeld beschrijft hoe je twee laaggroepen aanmaakt (Punten en Vlakken) en de laag Rijksmonumenten in de eerste groep plaatst en de andere lagen in de tweede, waarbij je de punten bovenin de hiërarchie zet:
- Klik in het Themakaart-menu op de optie Kaartlagen. Pagina Kaartlagen beheren verschijnt.
- Klik onder Lagenhiërarchie op de knop Nieuwe Groep. Bovenin de hiërarchie verschijnt een nieuwe groep waarvan de naam 'Nieuwe groep' is gemarkeerd.
- Geef de nieuwe groep de naam 'Punten' door over de gemarkeerde tekst heen te typen. Sluit af met Enter.
- Maak op dezelfde manier de groep 'Vlakken' aan.
- Sleep de laag 'Rijksmonumenten' in de groep 'Punten' . Klik op de laag, houdt de linkermuisknop ingedrukt en verplaats de muisaanwijzer tot in de groep. Laat daar de linkermuisknop weer los.
OpmerkingKlik niet kort op de naam van de laag. Hiermee open de pagina met de laaginstellingen.
- Plaats op dezelfde manier de lagen 'Stads- en dorpsgezichten' en 'Werelderfgoed' in de groep 'Vlakken'. Zorg dat de eerste laag boven de tweede komt te liggen. De laaghiërarchie ziet er nu als volgt uit:
- Verplaats de groep 'Punten' naar een niveau boven de groep 'Vlakken''. Klik op de groep, houdt de linkermuisknop ingedrukt en verplaats de muisaanwijzer tot bovenaan de hiërarchie. Laat daar de linkermuisknop weer los.
De punten liggen nu boven de vlakken:
De gewijzigde lagenhiërarchie wordt automatisch opgeslagen.