Skip to end of metadata
Go to start of metadata

You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 3 Next »

Je gebruikt de kaartpresentaties Viewer, Mobile en Widget om de presentatievorm van de gepubliceerde themakaarten te configureren voor de toepassingen WGP Viewer (browser op PC), WGP Mobile (browser op mobiel toestel) en WGP Widget (widget ingebouwd in webpagina). De naam van de presentatie geeft al aan om welke toepassing het gaat.

De presentatie-instellingen omvatten werkbalken, laag- en informatiepanelen, zoekfuncties, oriëntatiemiddelen (schaal, kaartcoördinaten en overzichtskaartje) en de instellingen voor de presentatie van de feature-info. Op de verschillende werkbalken zijn knoppen beschikbaar om te navigeren, informatie op te vragen, in- of uit te zoomen, kaartobjecten te selecteren, op de kaart te schetsen of te meten en de kaart af te drukken. WGP advanced heeft ook een werkbalk voor het bewerken van vectorlagen (databron WFST). De panelen worden gebruikt om de volgorde en de zichtbaarheid van de lagen te regelen, de legenda te tonen, specifieke laaginformatie weer te geven, en de zoekfuncties onder te brengen. Je kunt voor de presentaties functies aan- of uitzetten en bepalen hoe de functies eruit moeten zien. Je kunt ook aangeven welke functies bij het opstarten van de kaart actief zijn en welke onderdelen zichtbaar (geopend) moeten zijn. Zie voor meer informatie de Handleiding WGP Viewer.

Je opent de pagina Opties, de pagina met de presentatie-instellingen, door onder Presentatie (in het Themakaart-menu) op Viewer, Mobile, Widget of een eigen presentatie te klikken. Nadat je zo een presentatie uit deelmenu Presentatie hebt geselecteerd, vind je op pagina Opties de instellingen om deze presentatie te configureren. De pagina opent dan met alvast een aantal voorgedefinieerde default-instellingen. Alle instellingen staan op de volgende tabbladen:

Op pagina Opties kun je met de knop Opslaan (direct boven de tabbladen) de wijzigingen in een presentatie opslaan. Je gebruikt Opslaan als om een presentatie te kopiëren (zie onderdeel Kopiëren van een presentatie voor een widget). Met de knop Genereren maak je voor de geselecteerde presentatie de code van een kaartwidget aan (zie onderdeel Widgets genereren). Deze widget toont de gepubliceerde versie van de huidige themakaart.

Op pagina Opties zijn de instellingen voor de viewers en de widget ingedeeld in de volgende tabbladen:

  • tabblad Kaart 

    Voor het bepalen van de presentatie-extent van de themakaart in deze presentatie. Bepaal het gebied van de extent door een rechthoek op de overzichtskaart te trekken: sleep een diagonaal over de kaart terwijl je de Ctrl-toets ingedrukt houdt.

    De presentatie-extent is het gebied dat bij het opstarten van de kaart is te zien. Dit gebied wordt door een groene rechthoek weergegeven en moet altijd binnen de maximale extent van de kaart liggen (zie onderdeel 'Kaartinstellingen'). De maximale extent wordt op tab blad Kaart door een rode rechthoek weergegeven en vormt het maximale verbreidings gebied, dat betekent dat je niet buiten dit gebied kunt navigeren en dat alles buiten de maximale extent niet op de kaart is te zien. Wanneer je toch de presentatie-extent buiten de maximale extent tekent, volgt er een waarschuwing bovenaan het tabblad.

    Extent

    De extent is het verbreidingsgebied van de kaart: het deel van het aardoppervlak dat op de kaart wordt weergegeven. De huidige achtergrondlaag van een themakaart bepaalt het gebied waarbinnen de maximale extent van die kaart zich kan bevinden.

  • tabblad Algemeen

    Voor de algemene instellingen, zoals de weergave van de zoomfunctie (een zoom slider), een overzichtskaartje, een schaalbalk of een noordpijl, de inrichting van de statusbalk (benedenbalk) en de indeling van het kaartmenu. Ook kun je hier opgeven of er vóór het afdrukken van de kaart eerst een instellingenvenster moet verschijnen.

  • tabblad Zijbalken 

    Om aan te geven of je zijbalken wilt hebben en of je die aan de linkerkant, aan de rechterkant of aan beide kanten wilt kunnen laten verschijnen. Je kunt hier ook aangeven welke panelen je op de zijbalk wilt tonen.

  • tabblad Menubalk 

    Om aan te geven hoe de menubalk van deze presentatie eruit moet zien.

  • tabblad Werkbalken 

    Om aan te geven welke werkbalken er op de menubalk moeten verschijnen.

    De standaard werkbalken hebben een vaste set knoppen. Bij de toegevoegde, eigen werkbalken kun je zelf bepalen welke knoppen er op de werkbalk zitten. Je gebruikt het tabblad ook om aan te geven welke functie bij het openen van kaart standaard geactiveerd moet worden: verplaatsen of informatie (de knop voor deze functie hoeft noodzakelijkerwijs niet aanwezig te zijn).

  • tabblad Feature Info

    Om de weergave van de feature-info te configureren: waar de informatie over de kaart objecten moet verschijnen en hoe de informatie moet worden gepresenteerd. Verder kun je hier instellen dat je de aankliklocatie met een icoon wil laten markeren. Indien je de feature-info in een popup- of overlay-venster laat verschijnen, kun je hier ook de afmetingen van dit venster definiëren.

  • tabblad Afmetingen 

    Om de afmetingen van de overzichtskaart en de widget aan te geven.

  • tabblad Geavanceerd 

    het tabblad bevat de volgende opties:

    • Styling
      Voor het configureren van de lay-out van een kaartpresentatie door het invoeren
      van een stylesheet (een CSS-bestand). Je kunt het gewenste CSS-bestand met Kopiëren en Plakken in het tekstveld invoeren. Je kunt hier ook de werkbalk en de menubalk van de viewer vervangen door een paginakop die uit HTML-code bestaat (Custom header). 

      Attentie!

      Het gebruik van tabblad Styling vereist veel kennis van zowel CSS als de gegenereerde HTML-code van WGP Viewer en is geheel op eigen risico.

    • Informatiescherm
      Voor het configureren van een informatiescherm voor de huidige kaart. Dit informatie scherm verschijnt bij het openen van de kaart en kun je daarna oproepen met de optie Informatiescherm uit het kaartmenu (indien aanwezig). Op tabblad Geavanceerd - Informatiescherm kun je de inhoud van dit scherm configureren.

    Opmerking

    Tabblad Geavanceerd heeft voor presentatie App een extra optie Instellingen app plugins voor het configureren van plug-ins in WebGIS App. Deze optie is alleen als WGP add-on beschikbaar.

In presentatie App zullen veel instellingen ontbreken omdat deze niet in WebGIS App worden gebruikt. Voor deze presentatie zijn echter wel enkele extra instellingen voor WebGIS App beschikbaar. Zie de documentatie van WebGIS App.

De instellingen op de tabbladen worden in de volgende paragrafen verder beschreven:

Tabblad Algemeen (presentatie-instellingen)

De volgende tabel geeft een overzicht van de instellingen op tabblad Algemeen voor de geselecteerde presentatie:

Zoom slider

Optie om het uiterlijk en het formaat van de functie in te stellen waarmee je snel kunt in- of uitzoomen en eventueel ook de kaart verschuiven. De gecombineerde functie voor zoomen en schuiven wordt ook wel de zoomschuifbalk of zoom slider genoemd. De zoom slider bevindt zich altijd aan de linkerkant van de kaart. 

Je wordt aangeraden om voor presentatie Mobile geen zoom slider te selecteren. Gebruik geen navigatietools (optie Verbergen) of gebruik alleen de Plus/Min knoppen.

Door een van de plaatjes aan te klikken kun je de functie om te zoomen of te schuiven selecteren (de geselecteerde optie wordt vet weergegeven): 

  • Verbergen
    Geen aparte functie om snel in- of uit te zoomen of om de kaart te verschuiven. Wel blijven de standaard functies voor zoomen en schuiven beschikbaar, zoals op een pc het slepen met de muis of met de muis een rechthoek trekken terwijl je de Shift-toets ingedrukt houdt.

  • Klein
    Een kleine navigatietool. Gebruik de pijltjes om de kaart te verschuiven en gebruik de plus- of min-knop om in of uit te zoomen.


  • Groot
    Een grote zoom slider. Gebruik de pijltjes om de kaart te verschuiven en gebruik de plus- of min-knop of het schuifje om in of uit te zoomen.



  • Plus/Min knoppen
    Een plus-knop om in te zoomen en een min-knop om uit te zoomen. Er zijn geen knoppen om de kaart mee te verschuiven.

Keuzeplaatjes

Beneden balk

Opties om aan te geven wat er op de benedenbalk onder de kaart weergegeven moeten worden. Je kunt de volgende onderdelen aan de kaart toevoegen door het selectievakje aan te vinken:

  • Gehele onderbalk
    een statusbalk onder de kaart voor het tonen van schaalgetal, coördinaten en eventueel andere zaken, zoals de gemeten lengtes of oppervlakten.


  • Schaalgetal
    de huidige schaal van de kaart rechtsonder de kaart, bijvoorbeeld
    1:609.561.

  • Coördinaten
    de X- en Y-coördinaten of de bolcoördinaten in graden noorder
    breedte (Lat) en westerlengte (Long) van de positie van de muisaanwijzer. WGP gebruikt de coördinaten van de kaartprojectie die bij kaartinstelling Weergave projectie is opgegeven (tabblad Algemeen, pagina Instellingen wijzigen).

  • Schaalinvoer
    een invoerveld voor het opgegeven van de gewenste kaartschaal. Vul achter 1: een waarde in en druk op Enter. Als je bijvoorbeeld de waarde 10000 invoert, zoomt WGP op de kaart in naar het zoomniveau dat het meest overeenkomt met een schaal van 1: 10.000.

    Na de invoer van de schaal toont WGP het zoomniveau van de kaart dat zich het dichtst bij de opgegeven schaal bevindt, WGP zal de kaart niet op de opgegeven schaal weergeven. Bij ongeldige waarden (te grote waarden, waarde nul of waarden met decimale komma) zal WGP niet op de invoer reageren.

  • Copyright tonen (WGP advanced)
    een optie om de copyrightvermelding van Nieuwland op de benedenbalk in- of uit te schakelen. Als het vakje aangevinkt is toont WGP de copyrightvermelding (standaard instelling). Verwijder het vinkje als je geen copyrightvermelding op de benedenbalk wilt hebben.

    Deze instelling is alleen beschikbaar in WGP advanced. In de basisuitvoering van WGP (WGP basic) ontbreekt dit selectievakje en wordt de copyrightvermelding altijd op de benedenbalk weergegeven.

Selectievakjes

Afdrukvoorbeeld

Optie om aan te geven of je wel of geen afdrukinstellingenvenster wilt tonen nadat er op de knop Afdrukken is geklikt.

Wanneer het selectievakje aan gevinkt is, wordt in de viewer het venster Afdruk samenstellen overgeslagen en verschijnt meteen het voorbeeldvenster.
Als je deze optie inschakelt, worden de instellingen die je op tabblad Geavanceerd van pagina Afdrukinstellingen hebt gedefinieerd (Themakaart-menu > Custom - Afdrukinstellingen) voor het afdrukken van de huidige kaart toegepast zonder dat de gebruiker de mogelijkheid heeft om deze instellingen te wijzigen.

Selectievakje

Overzichtskaart

Bij onderdeel Overzichtskaart kun je met het keuzerondje aangeven of je wel (Standalone) of geen (Geen) overzichtskaartje in de viewer of widget wilt hebben. Met het selectievakje Standaard open? kun je aangeven of het overzichtskaartje bij het openen van de themakaart uitgeklapt moet zijn.

De overzichtskaart is een kleine, uit- of inklapbaar kaartje rechts onderin de themakaart dat aangeeft waar het getoonde gebied van de themakaart op dit moment gesitueerd is.

Attentie!

Bij een themakaart met een Google-achtergrondlaag geeft het overzichtskaartje een verkeerd beeld als deze ingeklapt is bij het opstarten van de kaart.

Keuze-rondje en Selectievakje

Menu indeling

Standaard verschijnt het kaartmenu (hoofdmenu) rechts boven de kaart en vanuit dit menu kun je standaard andere kaarten openen die op de WGP-server beschikbaar zijn.

Met de volgende twee instellingen van de presentatie kun je het kaartmenu (hoofdmenu) verbergen en de optie voor het openen van andere kaarten uit het menu verwijderen:

  • Verbergen hoofdmenu in presentatie
  • Verbergen kaartkeuze in hoofmenu

Selectievakjes

Noordpijl

Optie om aan te geven of je in deze presentatie wel of geen noordpijl op de kaart wilt hebben. Als het selectievakje aangevinkt is, wordt de noordpijl in de rechterbovenhoek van de kaart getoond. Het betreft hier de noordpijl die je bij de afdrukinstellingen hebt geselecteerd (zie onderdeel Afdrukinstellingen).

Selectievakje

Schaal balk

Optie om aan te geven of je in deze presentatie wel of geen schaalbalk op de kaart wilt hebben. Als het selectievakje aangevinkt is, toont WGP de schaalbalk in de linkerbenedenhoek van de kaart. Afhankelijk van de kaartschaal wordt de lengte van de schaalbalk uitgedrukt in km of m.

Opmerking

De schaalbalk is onzichtbaar wanneer de linkerzijbalk uitgeklapt is.

Selectievakje

Tabblad Zijbalken (presentatie-instellingen)

Zijbalken zijn de uitklapbare componenten aan de linker- of rechterkant van een viewer of een widget. Op een zijbalk kunnen verschillende samenvouwbare panelen zitten, zoals panelen voor de kaartlagen, de legenda en kaartlaaginformatie. Met de grijze pijlknop boven de zijbalk kun je de zijbalk in- of uitklappen. De volgende afbeelding laat een voorbeeld zien van een linker zijbalk met panelen:

Met de instellingen van tabblad Zijbalken bepaal je aan welke zijde er een zijbalk is, welke panelen er op die zijbalken verschijnen en of de zijbalken of panelen standaard geopend zijn.
Je kunt de volgende panelen op een zijbalk plaatsen:

  • KAARTLAGEN
    Een paneel met de kaartlagen in een hiërarchische boomstructuur. Je gebruikt het paneel om de zichtbaarheid van de kaartlagen aan- of uit te zetten, de laagvolgorde te wijzigen of het laagmenu van de lagen te openen.

    Met de optie Externe kaartlagen kun je aangeven dat je in deze kaartpresentatie aan het paneel externe kaartlagen wilt kunnen toevoegen (door op een knop onderin het paneel te drukken en vervolgens uit een externe gegevensbron een kaartlaag te selecteren).
  • LEGENDA
    Een paneel met een verklaring of omschrijving voor de kleuren, notaties en symbolen van een kaartlaag, waarmee bepaalde kaartobjecten of verschijnselen worden weergegeven. De legenda vertelt je dus wat een kaartlaag precies voorstelt.

    Met de optie Toon kaartlaag namen kun je aangeven dat in de legenda de naam van de kaartlaag boven de verklaring ervan gezet moet worden.
  • ZOEKEN
    Een paneel met zoekfuncties voor het opzoeken van bepaalde kaartobjecten of locaties. Zie onderdeel 'Zoeklijsten'.

    Met de optie Zoektermen tonen kun je aangeven dat WGP in deze kaartpresentatie de zoektermen in het paneel Zoeken moet weergeven die je hebt gebruikt om de gewenste kaartobjecten te vinden.
  • INFORMATIE
    Een paneel met kaartlaaginformatie. Dit paneel gebruik je in combinatie met het paneel Kaartlagen. De informatie is hier vanuit het menu van de kaartlaag op te vragen met de optie Toon extra informatie. Je kunt de laaginformatie ook opvragen vanuit een venster of paneel met feature-info.
  • FAVORIETEN (WGP Advanced)
    Een paneel voor het opslaan en opvragen van je favoriete kaartbeeld. In het paneel kunnen geregistreerde gebruikers een bepaald kaartbeeld opslaan met de knop Favoriet toevoegen. Je kunt een favoriet een naam geven en later gebruiken om naar hetzelfde kaartbeeld terug te keren. 

    Favorieten zijn alleen beschikbaar in WGP advanced. De opgeslagen favorieten zijn per gebruiker beschikbaar en deze functionaliteit is daarom alleen te gebruiken als de gebruiker zich heeft aangemeld bij WGP. Een gebruiker ziet in de lijst met opgeslagen favorieten alleen zijn eigen favorieten.

  • FILTERS (WGP Advanced)
    Een paneel met laagfilters. Na het zetten van een filter bevat de laag alleen de features die aan de opgegeven filtercriteria voldoen. Zie voor de configuratie van de filters de Handleiding WGP Advanced

    Filters zijn alleen beschikbaar in WGP advanced.


De volgende tabel beschrijft de instellingen voor de zijbalken en zijpanelen:

Afmetingen en onderdelen van de zijbalken

  • Standaard open?
    Selectievakje om aan te geven dat bij het openen van de kaart in de viewer of de widget het linker of rechter zijpaneel geopend moet zijn.


  • Breedte (in pixels)
    De breedte van het linker of rechter zijpaneel uitgedrukt in pixels. De default breedte is 300 pixels.

Selectievakje en Getal

Zijbalk onderdelen

De panelen die op de zijbalk verschijnen. Voor ieder paneeltype kun je de volgende instellingen configureren:

  • Positie
    Keuzerondje om aan te geven of het paneel niet aan de kaart wordt toegevoegd (Geen), of dat het paneel op een linkerzijbalk (Links) of een rechterzijbalk (Rechts) verschijnt.

  • Paneel open
    Een selectievakje om aan te geven dat bij het opstarten van de kaart in de viewer of de widget het paneel geopend moet zijn.

  • Extra
    Extra opties specifiek voor bepaalde panelen (zie bovenstaand overzicht van de panelen).

Keuzerondjes en Selectievlakjes


Tabblad Menubalk (presentatie-instellingen)

Met de instellingen van tabblad Menubalk bepaal je het uiterlijk van de menubalk waarop de verschillende werkbalken (met de knoppen) verschijnen. De volgende tabel beschrijft de instellingen voor de menubalk.

Menubalk

Het type menubalk waarop de werkbalken verschijnen met de knoppen waar mee je bepaalde kaarthandelingen kunt uitvoeren, zoals zoomen, informatie op vragen, de kaart verschuiven of kaartobjecten selecteren.

Door een van de plaatjes aan te klikken kun je een menubalk selecteren (de naam van de geselecteerde balk wordt vet weergegeven):

  • Verbergen Geen menubalk en daarom ook geen werkbalken.

  • Dubbel (ruimte voor logo) Een menubalk die twee keer zo breed is dan normaal, met boven de werkbalken ruimte voor het tonen van een bedrijfslogo. Deze menubalk biedt ook de mogelijkheid om de naam van de geopende werkbalk boven de knoppen van de werkbalk te zetten.



  • Enkel Een menubalk van normale breedte, om één enkele rij knoppen weer te geven. De balk biedt geen ruimte voor een logo.



  • Sliding Een uitschuifbare menubalk.

    Indien je voor een uitschuifbare werkbalk kiest, moet je ook de opties Zoomslider - Plus/Min knoppen (tabblad Algemeen) en Sluit opties - Sluit knop (tabblad Menubalk) selecteren. De uitschuifbare werkbalk heeft deze instellingen namelijk nodig om goed te functioneren. WGP past deze instellingen automatisch aan.

Keuze rondjes
(plaatjes)

Titels

Deze optie Titels is alleen van toepassing voor menubalken met een dubbele breedte (optie Menubalk - Dubbel).

Selectievakje Tonen labels in de header en knoppenbalk gebruik je om aan te geven dat je de naam van de werkbalk (bijvoorbeeld Basis of Navigatie) in een dubbele menubalk boven de knoppen wilt zetten wanneer je de werkbalk hebt geopend.

Selectievakje

Sluit opties

Twee instellingen die vooral bedoeld zijn om de uitschuifbare menubalk verder te configureren:

  • Sluit knop
    Sluit de menubalk (schuift de balk in elkaar). Voor de menubalken Dubbel en Enkel is de knop grijs en heeft hij als label de tekst 'Sluiten', voor de menubalk Sliding is de knop groen en heeft hij als icoon een horizontale dubbele pijl.


  • Sluiten na selecteren knop (uitschuifbare menubalk)
    De uitschuifbare menubalk wordt steeds na het selecteren van een knop in elkaar geschoven. 

    Deze instelling is alleen van toepassing voor de uitschuifbare werkbalk (optie Menubalk - Sliding).

Selectievakjes

Tabblad Werkbalken (presentatie-instellingen)

In een viewer of een widget kun je op de menubalk boven de themakaart verschillende werkbalken plaatsten. Op iedere werkbalk zit een groep van onderling gerelateerde knoppen waarmee je bepaalde taken kunt uitvoeren, zoals een set knoppen voor de basiskaarthandelingen, of een set voor het navigeren op de kaart. Op een werkbalk staan een set knoppen voor het uitvoeren van bepaalde kaartcommando's, zoals inzoomen, verschuiven, afdrukken en feature-info opvragen.
Werkbalken kunnen in WGP geopend of gesloten zijn. In een geopende werkbalk kun je de knoppen van die werkbalk zien en gebruiken. Van een gesloten werkbalk is alleen de naam te zien. De knoppen ervan zijn dan niet beschikbaar.
Attentie! Wanneer de geopende werkbalken niet op de menubalk passen, verschijnen de knoppen van de werkbalk onder de menubalk. Hierdoor worden de kaart en eventueel ook andere knoppen bedekt.
Op tabblad Werkbalken van de presentatieinstellingen staat een lijst met de werkbalken die je in een kaartpresentatie boven de kaart kunt zetten. De werkbalken staan in de volgorde zoals ze in de kaartpresentatie worden weergegeven: de bovenste helemaal links op de menubalk en die eronder rechts daarvan. Aan de lijst met standaard werkbalken kun je 'eigen' werkbalken toevoegen waarvan je zelf de knoppenset hebt samengesteld. Van alle werkbalken kun je de namen veranderen en de volgorde wijzigen. Je kunt ook de standaard knoppen configureren door de iconen, het label en de tooltiptekst ervan aan te passen.
De standaard werkbalken bevatten een vaste set knoppen die niet is te wijzigen. Voor de 'eigen' werkbalken die je hebt toegevoegd, bepaal je zelf welke knoppen erop komen. Je kunt hiervoor de knoppen selecteren door ze vanuit de lijst  met de beschikbare knoppen aan de rechterkant van het scherm op de balk te slepen.
Bij het openen van het tabblad Werkbalken zijn alleen de namen van de werkbalken te zien, de werkbalken met de knoppen zijn nog ingeklapt. Door op het pijltje links van de naam van de werkbalk te klikken klap je de werkbalk open en zijn alle knoppen zichtbaar. Je kunt dan ook de naam van de werkbalk veranderen en bij de 'eigen' toegevoegde werkbalken ook knoppen toevoegen of verwijderen.
Opmerking Wanneer je de balk openklapt verschijnt achter de naam van de werkbalk een potloodicoon. Dit icoon laat zien dat je de balk nu kunt bewerken.
De eerste twee knoppen van de werkbalken in WGP Beheer worden voor de beschikbaarheid en de zichtbaarheid van de werkbalk gebruikt en verschijnen niet in de kaartpresentatie zelf. De knoppen komen op alle werkbalken voor en zijn niet te configureren.

Op de volgende manier regel je met deze knoppen voor de huidige kaartpresentatie de beschikbaarheid en de zichtbaarheid van een werkbalk:

  • Knop Toevoegen aan presentatie

Met de knop Toevoegen aan presentatie, helemaal links op de werkbalk, kun je de werkbalk voor de huidige presentatie in- of uitschakelen. Het minteken op de knop geeft aan dat de werkbalk nog niet aan de kaartpresentatie is toegevoegd (de standaardinstelling van alle werkbalken behalve werkbalk Basis).

Klik op het minteken om de werkbalk toe te voegen. Het plusteken dat nu op de knop verschijnt geeft aan dat de werkbalk aan de kaartpresentatie is toegevoegd (standaardinstelling voor werkbalk Basis). Klik op het plusteken om de werkbalk uit de kaartpresentatie te verwijderen.

  • Knop Altijd open

Met de knop Altijd open geeft je aan of de werkbalk altijd geopend moet zijn of niet. Het uitgegrijsde, doorgestreepte oog geeft aan dat de werkbalk niet altijd geopend is (de standaardinstelling van alle werkbalken behalve werkbalk Basis), dat wil zeggen dat je in de kaartpresentatie eerst de werkbalk moet openen voordat je de knoppen van de werkbalk kunt gebruiken. Klik op het doorgestreepte oog om ervoor te zorgen dat de werkbalk in de kaartpresentatie altijd geopend is.
 
Attentie! Wanneer verschillende werkbalken altijd open staan passen ze niet meer op de menubalk. Zet daarom slechts één werkbalk altijd open.
Het niet-doorgestreepte oog geeft aan dat de werkbalk altijd op de menubalk geopend is en dat je de werkbalk niet kunt sluiten (standaardinstelling voor werkbalk Basis). Klik op het niet-doorgestreepte oog om ervoor te zorgen dat de werkbalk wel te sluiten is.
 
In WGP zijn de volgende standaard werkbalken beschikbaar (zie voor meer informatie de Handleiding WGP Viewer):

  • Basis
  • Navigeren
  • Selecteren
  • Meten
  • Schetsen
  • Bewerken (alleen in WGP advanced)
  • Zoeken

Opmerkingen Je kunt aan een eigen werkbalk ook nog extra knoppen toevoegen om de kaart te delen met anderen, om een schermafdruk te maken en om vanuit de WGP-kaart CycloMedia Street Smart op te starten. De knop Kaart delen is een functie van WGP basic. De overige functies worden als aparte WGP add-ons uitgeleverd (zie Handleiding WGP Add-ons).
Je kunt bij de instellingen van een WFST-laag (op tabblad Geavanceerd) opgeven welk geometrie type de laag bevat. Deze instelling heeft als consequentie dat op werkbalk Bewerken alleen de functies voor het aanmaken of wijzigen van het opgegeven geometrietype beschikbaar zijn.
De werkbalk Zoeken gebruik je om in een kaartpresentatie op basis van een laagattribuut naar een feature te zoeken of op basis van een adres naar een locatie op de kaart. Je richt de werkbalk in door onder op tabblad Werkbalken bij de optie Zoeklijsten in werkbalk de gewenste zoeklijsten te selecteren. Nadat je daar één of meer zoeklijsten hebt aangevinkt verschijnt de werkbalk pas in een presentatie.
De optie Default knop definieert de standaard muisfunctie of aanraakfunctie. De optie geeft aan wat er gebeurt wanneer je direct na het openen van de kaart met de muis op de kaart klikt (of bij een touchscreen met je vinger de kaart aanraakt). De knop voor deze functie hoeft niet op een werkbalk aanwezig te zijn. Je kunt kiezen uit de volgende functies:

  • Verplaatsen functie Verplaatsen, je verplaatst de kaart door er met de muis overheen te slepen. Deze functie is niet van toepassing op een mobiel toestel, de navigatieknoppen worden namelijk bij een apparaat met een touchscreen niet gebruikt.
  • Informatie functie Feature-info, je vraagt informatie op door een object of locatie op de kaart aan te klikken of aan te wijzen met de muis (of bij een touchscreen aan te raken met je vinger). De functie Informatie is op tabblad Werkbalken standaard geselecteerd.

Onderdeel 'Configureren van een werkbalk' beschrijft hoe je de volgorde van de werkbalken wijzigt, een werkbalk kunt bewerken, een 'eigen' werkbalk kunt toevoegen en de knoppen kunt configu re ren.

Tabblad Feature Info (presentatie-instellingen)

Op tabblad Feature info bepaal je hoe de on-click feature-info van de kaart in deze presentatie voor viewers of widgets wordt getoond. Door het type feature-info te selecteren kun je aangeven dat de informatie in een zijbalk, in een popup-venster of in een zwevend venster (Overlay) moet worden geplaatst. Bovendien kun je op het tabblad een aantal opties voor de feature-info inschakelen en de afmetingen van het venster instellen.
De volgende tabel geeft een overzicht van de presentatie-instellingen voor de feature-info:

Type

Het feature-info type geeft aan op welke manier de aanklikinformatie (on-click feature-info) getoond moet worden. Je kunt uit de volgende types selecteren:

  • Popup De informatie verschijnt in een popup-venster, waarbij een puntje vanuit het venster naar de betreffende locatie wijst. De aangeklikte locatie kan eventueel gemarkeerd worden met een Icoon. De volgende afbeelding toont een voorbeeld in de WGP Viewer:


    OpmerkingOp mobiele apparaten, zoals iPads, tablets en smartphones, heeft het popup-venster geen verticale of horizontale schuifbalken. Bij veel infor matie kan hierdoor de feature-info worden afgekapt. Het verdient dan daarom de voorkeur om de feature-info in een zwe-vend venster (Over lay) of op een zijbalk weer te geven. Dan is wel alle informatie te lezen.
  • Overlay De informatie verschijnt in een zwevend venster. In dit geval is het verstandig om de aangeklikte locatie te markeren met een Icoon. De volgende afbeelding toont een voorbeeld in de WGP Viewer:




  • Resultaat in een linkerzijbalk De informatie verschijnt in een paneel op de linkerzijbalk. Je zult bij deze optie meestal de aangeklikte locatie willen markeren met een Icoon. De volgende afbeelding toont een voorbeeld in de WGP Viewer:

  • Resultaat in een rechterzijbalk De informatie verschijnt in een paneel op de rechterzijbalk. Je zult bij deze optie meestal de aangeklikte locatie willen markeren met een Icoon.

Keuze rondjes(plaatjes)

Gebruik onderstaande afmetingen

Selectievakje om aan te geven dat je de afmetingen van het venster met feature-info (popup of overlay) zelf wilt bepalen door de breedte en hoogte ervan bij Breedte informatievenster en Hoogte informatievenster in te vullen.
Opmerking De instellingen Breedte informatievenster en Hoogte informatievenster zijn alleen van toepassing wanneer bij Type de optie Popup of Overlay is geselecteerd.

Selectie vakje

Breedte informatie venster

De breedte van het venster met de feature-info uitgedrukt in pixels.

Getal

Hoogte informatievenster

De hoogte van het venster met de feature-info uitgedrukt in pixels.

Getal


Icoon

Het icoon waarmee je de locatie aangeeft waarover je feature-info opvraagt. Standaard wordt er geen icoon gebruikt en wordt de locatie niet gemarkeerd.
Open met Bestand het venster Bestandsbeheer en selecteer daar uit de map Iconensets voor het icoon een klein afbeeldingsbestand van maximaal 100 x 100 pixels (GIF-, JPEG- of PNG-formaat). Je kunt ook een eigen afbeeldingsbestand vanaf je computer naar de server uploaden. Klik Invoegen om het bestand in dit veld in te voegen. Je kunt vervolgens de weergegeven afmetingen van het icoon in pixels instellen met  Icoon-breedte en Icoon-hoogte.
Met Verwijderen verwijder je een eerder geselecteerd icoon.
Opmerking Het icoon voor het markeren van de locatie van de on-click feature-info wordt tevens gebruikt voor het markeren van de XY-coördinaat waarop ingezoomd wordt bij de functie  Zoom in op handmatig ingevoerde XY-coördinaat (knop op werkbalk Navigeren).

Icoon

Tabblad Afmetingen (presentatie-instellingen)

Op tabblad Afmetingen bepaal je de afmetingen van de overzichtskaart en van de widget voor de huidige kaartpresentatie. De volgende tabel geeft een overzicht van de velden waarmee je deze afmetingen instelt:

Overzichtskaart

De afmetingen van het overzichtskaartje uitgedrukt in pixels:

  • Breedtede breedte van het overzichtskaartje uitgedrukt in pixels (standaard breedte is 200 pixels).
  • Hoogtede hoogte van het overzichtskaartje uitgedrukt in pixels (standaard hoogte is 200 pixels).

Getallen


Widget

De afmetingen van de kaartwidget uitgedrukt in pixels:

  • Breedtede breedte van de kaartwidget uitgedrukt in pixels (standaard breedte is 600 pixels).
  • Hoogtede hoogte van de kaartwidget uitgedrukt in pixels (standaard hoogte is 500 pixels).

Getallen

Tabblad Styling (presentatie-instellingen)

Attentie!Een onjuiste configuratie van de opmaak van de WGP Viewer op tabblad Styling kan de huidige themakaart (tijdelijk) onbruikbaar maken.
De volgende tabel geeft een overzicht van de instellingen op tabblad Geavanceerd - Styling waarmee je de opmaak van de huidige kaartpresentatie kunt configureren:

Custom Stylesheet voor de Viewer

De code van de stylesheet die WGP gebruikt voor de webpagina van de huidige kaart.

CSS-code

Custom header HTML

De HTML-code voor de paginakop (header) van de web pagina van de huidige kaart. Deze kop vervangt de stan daard werkbalk en menubalk van de WGP Viewer. Met het selectievakje geef je aan dat je de code in het tekst canvas eronder wilt gebruiken voor de opmaak van de paginakop.

Selectievakje en HTML-code

Tabblad Informatiescherm (presentatie-instellingen)

Attentie!Een onjuiste configuratie van het informatiescherm kan de huidige themakaart (tijdelijk) onbruikbaar maken.
Het tabblad Geavanceerd - Informatiescherm gebruik je voor de configuratie van een informatie scherm voor de huidige kaartpresentatie. Dit informatiescherm verschijnt bij het openen van de kaart en kun je daarna oproepen met de optie Informatiescherm uit het kaartmenu (indien aan wezig).
De volgende tabel geeft een overzicht van de instellingen waarmee je een informatiescherm kunt configureren:

Toon informatiescherm

Selectievakje om aan te geven of je in de huidige kaartpresentatie een informatiescherm aan de kaart wilt toevoegen.
Als je het vakje aanvinkt, verschijnt er bij het openen van de kaart een informatiescherm dat je met de overige instellingen op tabblad Geavanceerd - Informatiescherm hebt geconfigureerd. Je kunt op deze pagina algemene informatie over de kaart zetten, zoals metadata, een vrijwaringstekst, een uitleg of een toelichting.

Selectie vakje

Logo

De afbeelding boven de tekst op het informatiescherm.
Je kunt op de volgende manier een afbeeldingsbestand met een logo selecteren:

  1. Klik Bestand. Het venster van de module Bestandsbeheer verschijnt.
  2. Selecteer in Bestandsbeheer een van de afbeeldingsbestanden (GIF, JPG of PNG) die op de WGP-server beschikbaar zijn. Je kunt hier ook een nieuw bestand naar de server uploaden.
  3. Klik Invoegen. De geselecteerde afbeelding verschijnt achter Logo met daaronder de locatie en de naam van het bestand.


    Met de knop Verwijderen verwijder je de afbeelding weer uit het informatiescherm.


Titel

De titel van het informatiescherm.

Tekst

Tekst

De tekst op het informatiescherm. Je kunt de tekst via de HTML-editor invoeren, waarbij je eenvoudige HTML-elementen kunt gebruiken om de lay-out van de tekst te veranderen. Je kunt ook afbeeldingen toevoegen en hyperlinks opnemen.

Tekst

Breedte tekstvak

De breedte van het tekstblok op het informatiescherm uitgedrukt in pixels (standaard breedte 500 px).

Getal

Hoogte tekstvak

De hoogte van het tekstblok op het informatiescherm uitgedrukt in pixels (standaard hoogte 150 px).

Getal

Automatisch sluiten

Selectievakje om aan te geven dat het informatiescherm automatisch na de opgegeven tijd sluit.

Selectie vakje

Vertraging bij sluiten

Het aantal seconden waarna het informatiescherm automatisch sluit.

Schuif

Teksten bij het laden van de applicatie

Tijdens het laden van de themakaart in de viewer of de widget kun je een mededeling op het informatiescherm laten tonen om aan te geven dat WGP nog bezig is om de themakaart op te bouwen. Met selectie vak je Tonen wachtmedeling geef je aan dat je een dergelijke medede ling wilt tonen en in het veld Wachtmedeling kun je de tekst van de mededeling invoeren.

Selectie vakje en Tekst



  • No labels