Skip to end of metadata
Go to start of metadata

You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 2 Next »

Deze handleiding beschrijft alleen de standaard werkbalken van WGP. Naast de standaard werkbalken kan een kaart ook aangepaste werkbalken bezitten, die geheel naar eigen wens zijn geconfigureerd. Niet alle standaard werkbalken zullen voor een kaart beschikbaar zijn. Sommige kaarten zijn zo geconfigureerd dat ze geen werkbalken bevatten, bijvoorbeeld omdat de menubalk van de WGP Viewer ontbreekt.

In de WGP Viewer kan boven de kaart een menubalk aanwezig zijn waarop zich de werkbalken bevinden. Op deze werkbalken zitten de knoppen waarmee je kaartfuncties kunt uitvoeren, zoals inzoomen, de kaart verschuiven of informatie opvragen. Je opent een werkbalk door op de naam van de werkbalk te klikken. De naam van de geopende werkbalk is dan blauw gemarkeerd. De volgende afbeelding toont een voorbeeld van een mogelijke menubalk:

Of er een menubalk boven de kaart aanwezig is en welke werkbalken die bevat, is afhankelijk van hoe de kaart is geconfigureerd. Welke knop bij het openen van de kaart actief is, hangt ook af van de kaartconfiguratie. In veel gevallen zal de informatieknop (info) bij het openen van de kaart actief zijn.

Elke werkbalk bevat een samenhangende groep knoppen die voor een bepaalde hoofdtaak is bedoeld. In WGP worden de volgende standaard werkbalken onderscheiden:

  • Basis
    knoppen voor de basisfuncties: verschuiven van de kaart, informatie opvragen en het afdrukken van de kaart.

  • Navigeren
    knoppen voor meer geavanceerde navigatie: in- of uitzoomen door het trekken van een rechthoek, uitzoomen naar het gehele bereik van de kaart, inzoomen op je huidige positie of een opgegeven XY-coördinaat en naar een vorig of volgend kaartbeeld navigeren.

  • Selecteren
    knoppen voor het selecteren van features (kaartobjecten) en om een selectie weer ongedaan te maken.

  • Meten
    knoppen voor het meten van een afstand en een oppervlakte op de kaart.

  • Schetsen
    knoppen voor het tekenen van punten, lijnen en vlakken (met optioneel ook knoppen voor het schetsen van pijlen of afstandslijnen, het plaatsen van tekstlabels en het maken van buffers).

  • Zoeken
    een werkbalk met één of meer zoekfuncties.

  • Bewerken
    knoppen voor het bewerken van de gegevens van een kaartlaag.

De volgende onderdelen geven een korte beschrijving van de standaard werkbalken. Het laatste onderdeel beschrijft de niet-standaard werkbalken die speciaal voor een kaart zijn geconfigureerd. Deze kunnen eventueel ook extra knoppen bevatten.

De aangepaste niet-standaard werkbalken kunnen afgezien van de knoppen van de overige werkbalken ook knoppen bevatten om de kaart via een koppeling te delen, een schermafdruk te maken, een kaart als WMC-bestand te importeren of te exporteren, of de applicatie Cyclomedia Street Smart op te starten.


 

  • No labels