Overzicht van de functies in een Onemap kaart

In de viewer van Onemap kun je kaarten de gepubliceerde kaarten van Onemap bekijken wanneer je daarvoor geautoriseerd bent. De kaarten bieden verschillende functies om in de kaart te navigeren en het gewenste gebied ervan in beeld te brengen, om de informatie van de kaart aan te passen door kaartlagen aan of uit te zetten en om op verschillende manieren over de kaart en de kaartobjecten informatie op te vragen. 

De volgende afbeelding geeft een overzicht van de functies die op een kaart van Onemap beschikbaar kunnen zijn.  

• Logo
  Een logo of andere kleine afbeelding die op een PC of tablet verschijnt boven de kaart. Op mobiele toestellen zal het logo ontbreken.
  
  
• Titel
  De titel (naam) van de kaart met eventueel daarachter een informatie-knop waarmee je informatie over de kaart kunt opvragen. Op een PC of tablet vind je de titel op de balk onder of boven de kaart. Op mobiele toestellen zal de kaarttitel ontbreken.
   
• Werkbalken
  Op de werkbalken staan de knoppen waarmee je kunt kunt navigeren, informatie kunt opvragen of kaartlagen kunt bewerken. Op een PC of tablet kunnen de knoppen zich bevinden in de balk boven de kaart of in een 'zwevend' blok. Op mobiele toestellen vind je de werkbalken onder de knop met de steeksleutel.
  
  De volgende knoppen zul je vaak op een werkbalk aantreffen:
  
  
  • Feature-info,
    om feature-info op te vragen door op de kaart objecten aan te klikken of aan te raken.
  • Verplaatsen,
    om het kaartbeeld te verschuiven door met de muis of vinger over de kaart te 'slepen'.
  • Inzoomen,
    om stapsgewijs in te zoomen door op de kaart te klikken of te tikken. De aangeklikte of aangetikte locatie wordt het nieuwe centrum van de kaart.
  • Uitzoomen,
    om stapsgewijs uit te zoomen door op de kaart te klikken of te tikken. De aangeklikte of aangetikte locatie wordt het nieuwe centrum van de kaart.
  • Zoom naar kaartextent,
    om terug te keren naar het gebied dat bij het openen van de kaart te zien was.
  • Wijzigen attributen,
    om de eigenschappen (attribuutwaarden) van geselecteerde kaartobjecten van een bepaalde laag te wijzigen. 
    
    
• Zoekveld
  Een zoekveld om locaties op de kaart te vinden op basis van een adres of een naam. Op PC's en tablets vind je de zoekbalk rechtsboven de kaart, op mobiele toestellen open je de zoekfunctie door de knop met het vergrootglas aan te tikken.
  
  De zoekfunctie werkt als volgt. Type eerst een naam of locatie in het zoekveld in. Een lijst met locaties verschijnt onder het zoekveld die voldoen aan hetgeen je hebt ingetypt. Selecteer uit de lijst een locatie. Onemap zoomt vervolgens in op de geselecteerde locatie die zich dan in het centrum van de kaart bevindt.
  
  
• Zijpanelen
  Op een PC of tablet kunnen zich aan de linker- of rechterkant van de kaart zijbalken met verschillende panelen bevinden. De zijbalken kun je naar wens in- of uitklappen. Op een mobiel toestel open je de panelen Kaartlagen en Legenda door op de knop met het oog-icoon te drukken en het paneel Filteren door op de knop met het filter te klikken. Voor mobiele schermen is er geen apart paneel voor feature-info. Deze informatie over de kaartobjecten verschijnt altijd op dezelfde manier in een venster onderaan de kaart.
  
  De panelen bevatten allerlei informatie over de kaart, de kaartlagen of de kaartobjecten, of de mogelijkheid om de kaartlagen te filteren. De volgende panelen kunnen voor een kaart beschikbaar zijn:
  • Kaartlagen
    Een paneel met de opeenvolging van de beschikbare kaartlagen. Je kunt hier de zichtbaarheid van de kaartlagen in- of uitschakelen. Je kunt er ook zien welke lagen niet getoond worden omdat de huidige schaal van de kaart zich buiten het zichtbaarheidsbereik van de laag bevindt. Zie onderdeel Kaartlagen en Inhoud van de kaart wijzigen.
    
    
  • Legenda
    Een paneel waar de betekenis van de zichtbare lagen uitgelegd wordt aan de hand van een afbeelding van de kaartlaagobjecten met daarbij een verklarende tekst.
    
    

  • Feature-info
    Een paneel met informatie over de geselecteerde kaartobjecten. Je selecteert een object door erop te klikken of het met je vinger aan te raken. Zie onderdeel Feature-info.

    Deze informatie over de geselecteerde kaartobjecten (feature-info) kan ook in een popup-venster boven het betreffende kaartobject verschijnen. 

    Indien je door op de kaart te klikken (of tikken) meerdere objecten uit één laag of uit meerdere lagen hebt geselecteerd, biedt Onemap je de mogelijkheid om de gewenste laag uit te kiezen en door de objecten van deze laag heen te bladeren.

  • Zoek & filter   
    Een paneel om met filters de gewenste kaartobjecten op de kaart te tonen. Je kan filteren op bepaalde eigenschappen van de objecten, bijvoorbeeld alle panden hoger dan 30 m, alle akkers met maïs of alle vaarwegen van het type A. Wanneer een filter actief is, zal de kaart alleen de objecten tonen die aan de opgegeven eigenschap voldoen. De actieve filters worden in een apart paneel weergegeven. Zie onderdeel Filteren.
    
    
• Feature-info (in een popup-venster)
  Informatie over een of meer geselecteerde kaartobjecten (feature-info). Op een PC of tablet kan deze informatie in een zijpaneel of een popup-venster boven de betreffende objecten verschijnen. Bij mobiele toestellen zal de feature-info zich altijd in een venster onder aan de kaart bevinden. Je selecteert de objecten door ze op de kaart aan te klikken of met je vinger aan te raken. Zie onderdeel Feature-info.
  
  
• Menu
  Een menu met opties om naar het kaartoverzicht terug te keren, contactgegevens op te vragen of naar de beheermodule van Onemap te gaan. Het menu kan zich op een PC of tablet boven de kaart of op een zwevend blok bevinden. Op mobiele toestellen vind je het menu onder de knop rechtsboven op de kaart.
  
  
• Zoomknoppen
  Knoppen waarmee je stapsgewijs kunt inzoomen  of uitzoomen  door op de kaart te klikken of te tikken. De aangeklikte of aangetikte locatie wordt steeds het nieuwe centrum van de kaart. Op mobiele toestellen ontbreken deze knoppen en wordt de normale manier van in- en uitzoomen op touchscreens ondersteund. 
  
  
• Noordpijl
  Een pijl die naar het noorden wijst. Bij het openen van een kaart wijst de pijl recht omhoog, maar je kunt de kaart draaien door te slepen en Alt+Shift ingedrukt te houden. De noordpijl draait dan mee. Door op de noordpijl te klikken springt de kaart weer naar zijn oorspronkelijke oriëntatie (met het noorden weer recht omhoog). Op mobiele toestellen ontbreekt de noordpijl.
  
  
• Coördinaten
  De huidige X- en Y-coördinaten van de muisaanwijzer. Dit zijn de coördinaten van het coördinatenstelsel dat door de kaart wordt gebruikt, zoals het Rijksdriehoeksstelsel of het coördinatenstelsel van een mercatorprojectie. De coördinaten worden doorgaans in meters uitgedrukt, maar in sommige gevallen kan dan ook graden zijn. Op mobiele toestellen ontbreken de muiscoördinaten.
  
  
• Schaal
  De huidige schaal van de kaart. Op mobiele toestellen ontbreekt de schaal van de kaart.