Skip to end of metadata
Go to start of metadata

You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 2 Next »

Op de pagina Kaartlagen beheren wijzig of verwijder je de bestaande kaartlagen van een themakaart, voeg je aan de huidige themakaart nieuwe kaartlagen toe en bepaal je de volgorde van de kaartlagen. Je opent deze pagina met de optie Kaartlagen uit het Themakaart-menu. De volgende afbeelding toont een voorbeeld van deze pagina:


De kaartlagen die al aan de huidige kaart zijn toegevoegd staan op pagina Kaartlagen beheren in het hiërarchische overzicht onder het kopje Lagenhiërachie, waarin niet alleen de volgorde van de lagen is vastgelegd maar de lagen ook zijn ingedeeld in laaggroepen. In elke groep zijn verwante lagen bij elkaar gezet. De lagen worden door alleen een oogicoon aangegeven, de laaggroepen met oog- en een mapicoon.

 

 

Laag 'Rijksmonumenten WMS'

Laaggroep 'WMS monumenten'

Achter het oogicoon van een laag staat de Naam van de laag vermeld met daarachter de Titel van de databron (blauw) waaruit de laag afkomstig is. Door op de naam van de laag of de titel van de databron te klikken, kun je de configuratie van de laag of databron op een aparte pagina bewerken (zie onderdelen Kaartlagen wijzigen en Databronnen wijzigen).

Het overzicht geeft zowel de voorgrondlagen als de achtergrondlagen weer. Open street map en AHN zijn in het bovenstaande voorbeeld achtergrondlagen, en de lagen Rijksmonumenten WMS en Archeologischewaarden (2008) staan op de voorgrond. 

Opmerking

Onderdeel Lagenhiërarchie beschrijft hoe je de volgorde van de kaartlagen of laaggroepen in het overzicht bepaalt, lagen of groepen in een (andere) groep plaatst, en de laaggroepen aanmaakt en beheert.

In de groepen-en-lagenstructuur kun je tevens aangeven of een laag bij het openen in de WGP Viewer zichtbaar moet zijn en of er voor de laag Feature-info beschikbaar moet zijn. Door op de titel van de laag of op het commando Wijzigen (tandwielicoon) te klikken, kun je de instellingen van een kaartlaag wijzigen. Met het commando Kopiëren (kopieericoon) kun je een kopie van een laag maken. Het commando Feature-info gebruik je om de feature-info te configureren. In lagen met feature-info kun je informatie over geselecteerde of aangeklikte features (kaartobjecten) opvragen. Met de configuratie van de feature-info bepaal je welke informatie je wilt zien en hoe deze informatie moet worden gepresenteerd. Het commando Verwijderen (vuilnisbakicoon) gebruik je om een laag te verwijderen.

In de groepen-en-lagenstructuur van de voorgrondlagen bepaal je de volgorde en de hiërarchie van de thematische kaartlagen. Door met de muis te slepen kun je de volgorde van een laag of groep wijzigen of een laag of groep in een (andere) groep plaatsen. Met de knoppen Nieuwe groep, Hernoem groep en Verwijder groep kun je een groep aanmaken, hernoemen of verwijderen. Gebruik de knop Combineren aan/uit om de lagen in een groep te combineren tot één virtuele laag. Bekijk onderdeel 'Lagenhiërarchie' voor meer informatie over dit onderwerp.

Met de knop Lagen toevoegen, boven de Lagenhiërarchie, kun je een nieuwe kaartlaag aan de huidige kaart toevoegen (zie onderdeel 'Kaartlagen toevoegen'). Helemaal onder aan de pagina zie je onder het kopje Algemene opties de knop Mogelijkheid geen achtergrond. Met deze knop kun je een 'lege', onzichtbare achtergrondlaag aan de kaart toevoegen (laag 'Geen achtergrond'). Nadat je de 'lege' laag hebt toegevoegd, verdwijnt de knop. Wanneer je de 'lege' laag verwijderd, verschijnt de knop weer. Door de achtergrondlaag  'Geen achtergrond' in de WGP Viewer (of andere kaartpresentatie) te selecteren kun je de zichtbaarheid van de achtergrond uitschakelen. Dat kan namelijk in bepaalde gevallen wenselijk zijn.

 Overzicht commando's in kaartlagenoverzicht ...

De volgende tabel geeft een overzicht van de commando's die voor de kaartlagen beschikbaar zijn:

Zichtbaarheid

De default-zichtbaarheid van de laag of de groep bij het openen van de themakaart in een viewer of een widget, zoals aangegeven door het oog-icoon:

  • De laag of groep is bij het openen van de kaart zichtbaar (tenzij de laag zich buiten de zichtbaarheidsrange bevindt).
  • De laag of groep is bij het openen van de kaart niet zichtbaar.
  • De groep bevat bij het openen van de kaart zowel zichtbare als onzichtbare lagen.

    Je kunt de zichtbaarheid van de lagen na het openen van de kaart in een viewer of een widget in paneel Kaartlagen weer in- of uitschakelen door de laag te selecteren (klikken op leeg 'oogje') of te deselecteren (klikken op gevuld 'oogje').

    Opmerking

    Of een themakaart over het paneel Kaartlagen beschikt, regel je in de configuratie van een kaartpresentatie. Standaard zijn daar geen panelen ingeschakeld.

Naam van de laag

Klikken op de naam van de laag opent pagina Kaartlagen beheren  - Laag wijzigen. Op deze pagina kun je de instellingen van de laag wijzigen.

Opmerking

Het klikken op de naam van de laag komt overeen met het commando Wijzigen.

Titel van de databron

Klikken op de titel van de databron (blauw) van een kaartlaag opent pagina Databronnen beheren. Op deze pagina kun je de instellingen van deze databron wijzigen. Zie onderdeel Databronnen wijzigen.

Feature-info

Opent de pagina Configureren feature-info. Op deze pagina kun je de feature-info van de laag configureren. Zie onderdeel Feature-info configureren.

Met het selectievakje bij Feature-info kun je de feature-info van de laag in- of uit schakelen.

Wijzigen

Opent de pagina Kaartlagen beheren - Laag wijzigen. Op deze pagina kun je de instellingen van de laag wijzigen. 

Opmerking

Het commando Wijzigen komt overeen met klikken op de naam van de laag.

Kopiëren


Maakt een kopie van de laag en toont die op pagina Kaartlagen beheren. De naam van de kopie krijgen als prefix 'Kopie van'.  

Bij het kopiëren van een voorgrondlaag verschijnt de kopie onder aan het hiërarchische overzicht van de voorgrondlagen. Bij het kopiëren van een achtergrondlaag verschijnt de kopie onder aan de opeenvolging van achtergrondlagen.

Verwijderen

Verwijdert de laag. Voordat de laag verwijderd wordt, vraagt WGP om een bevestiging. 

Opmerking

In de databron blijft de laag beschikbaar om hem opnieuw aan de kaart toe te voegen.

Verversen velddefinities

Ververst de velddefinities van de laag.

Nadat je op de knop hebt gedrukt leest WGP de velddefinities van de laag opnieuw vanaf de kaartserver in. Voordat de velddefinities worden ververst, vraagt WGP om een bevestiging.

Attentie!

Je kunt in WGP de laagvelden (attributen) gebruiken in de configuratie van de feature-info, de filters en de formulieren. In de volgende bijzondere gevallen gaan in WGP Beheer de veldconfiguraties van de laag verloren: als het veld op de kaartserver niet meer bestaat of als het datatype van het veld op de kaartserver is gewijzigd (bijvoorbeeld van type 'tekst' naar type 'integer'). In alle andere gevallen blijft na het verversen van de velden de configuratie ervan behouden.



Deze pagina is kind van Kaartlagen beheren en onderdeel van Handleiding WGP Beheer.



  • No labels