Controle over de volgorde van de kaartlagen is bij een thematische kaart van belang om de zichtbaarheid van de kaartobjecten te garanderen. In WGP Beheer bepaal je de volgorde van de voorgrondlagen (met thematische informatie) door ze in de laagopeenvolging met de muis te verslepen. Je kunt ook in deze laagopeenvolging een hiërarchische structuur aanbrengen door laaggroepen aan te maken en de kaartlagen in een van deze groepen te plaatsen. Op het laagste niveau van deze hiërarchische structuur bevinden zich de voorgrondlagen zelf.
Je kunt bovendien de volgorde van de achtergrondlagen veranderen. Die is echter voor de zichtbaarheid van de kaartobjecten niet van belang omdat je steeds maar één achtergrondlaag tegelijkertijd kunt weergeven en die laag zich altijd helemaal onder in de laagopeenvolging bevindt.
Het beheer van de laagvolgorde en de hiërarchische structuur van lagen en groepen vindt plaats op pagina Kaartlagen beheren van WGP Beheer. Je opent deze pagina met de optie Kaartlagen van het Themakaart-menu. De volgende afbeelding toont een voorbeeld van een groepenstructuur waarin de verschillende voorgrondlagen zijn ondergebracht:
WGP geeft de voorgrondlagen als oogjes weer en de laaggroepen als oogjes met een zwarte map ernaast. De achtergrondlagen bevinden zich altijd onderaan in de opeenvolging van kaartlagen en slechts één van de achtergrondlagen is steeds te zien. Met het keuzerondje bepaal je welke achtergrondlaag er bij het openen van de themakaart in de WGP Viewer (of andere kaartpresentatie) is te zien en door de achtergrondlagen met de muis te verslepen bepaal je hun volgorde. Je kunt de default-zichtbaarheid van een groep of een laag op de voorgrond inschakelen door het oogje 'aan te vinken' (klikken op een leeg 'oogje') en uitschakelen door het oogje te deselecteren (klikken op gevuld oogje). Zie onderdeel Kaartlagen beheren.
In de groepen-en-lagenstructuur van de voorgrondlagen bepaal je de volgorde en de hiërarchie van de thematische kaartlagen. Je kunt hier door met de muis te slepen een laag of een groep verplaatsen of in een (andere) groep zetten. Klik op het oogje en houdt de linkermuisknop ingedrukt, terwijl je de laag of groep verplaatst.
Attentie!
Klik bij het verslepen van de kaartlagen niet kort op de naam van de laag, omdat je hiermee de pagina met de laaginstellingen opent. Dit geldt voor zowel voorgrond- als achtergrondlagen.
Bij het weergeven van een themakaart neemt WGP het maximum zoomniveau van de achtergrondlaag over die op dat moment actief is. Dit is om te voorkomen dat er ingezoomd wordt op een imagebestand (zoals een PNG- of JPG-bestand) dat voor dat zoomniveau totaal ongeschikt is. Als er geen achtergrond is geselecteerd (achtergrondlaag 'Geen achtergrond
') kun je inzoomen tot een schaal van 1:9.
Met de knop Nieuwe groep maak je een laaggroep aan met de naam 'Nieuwe Groep
'. De toegevoegde groep verschijnt boven aan de opeenvolging van voorgrondlagen. Een groep kun je selecteren door op de naam ervan te klikken. Je kunt steeds maar één groep tegelijkertijd selecteren. Gebruik de knop Hernoem groep om de geselecteerde groep te hernoemen en de knop Verwijder groep om de geselecteerde groep te verwijderen. Je kunt alleen lege groepen verwijderen. Met de knop Combineer aan/uit kun je alle lagen in de geselecteerde groep combineren tot één virtuele laag (zie onderdeel Combineren van lagen). Gebruik de knop Opslaan om de wijzigingen in de groepen-en-lagenstructuur op te slaan.
De wijzigingen in de groepen-en-lagenstructuur worden steeds automatisch opgeslagen.
Combineren van lagen
Je kunt op de pagina Kaartlagen beheren alle kaartlagen van een groep samenvoegen of combineren in één virtuele laag. Het samenvoegen heeft als visuele consequentie dat de lagen van de groep ook als één laag in een viewer of widget worden gepresenteerd. Na het samenvoegen blijft het nog wel mogelijk om informatie van de individuele lagen op te vragen. Het is dan echter niet meer te zien uit welke onderliggende 'sub'-laag de informatie afkomstig is. Als de lagen uit dezelfde WMS-databron afkomstig zijn, haalt WGP alle samengevoegde lagen in slechts één verzoek (request) aan de kaartservice op. Dit betekent een verbetering van de performance.
De samengestelde lagen die zijn ontstaan uit het combineren van de lagen van een groep vertonen het volgende gedrag in de WGP Viewer (of een andere kaartpresentatie):
- Alle lagen van de groep worden in het paneel Kaartlagen als één laag weergegeven. Deze laag krijgt de naam van de groep waarin de lagen zich bevinden. De groep wordt niet meer als zodanig weergegeven.
- Alle lagen die in de samengestelde laag zijn gecombineerd hebben dezelfde zichtbaarheid en transparantie.
- Alleen de omschrijving en de metadata van de bovenste laag worden getoond.
- Bij het commando Zoom naar het gehele kaartbeeld wordt ingezoomd op de extent van de bovenste laag.
- Je kunt de samengestelde laag niet downloaden. De optie Download uit het laagmenu is niet beschikbaar.
- De feature-info van de gecombineerde lagen wordt samengevoegd onder de naam van de samengestelde, virtuele laag (de groepsnaam).
Werkwijze combineren van lagen
Je kunt op de volgende manier de lagen van een groep combineren:
- Plaats alle kaartlagen die je wilt samenvoegen in één groep.
- Zorg dat de standaard zichtbaarheid van de lagen hetzelfde is: of alle lagen onzichtbaar of alle lagen zichtbaar (de vulling van het 'groepsoogje' mag zwart of wit zijn, maar niet grijs).
- Selecteer de groep door op de naam ervan te klikken.
- Klik op de knop Combineren aan/uit. De groep verandert in een samengestelde laag die is opgebouwd uit de lagen die in de groep zitten.
De 'onderliggende' lagen waaruit de samengestelde laag (de groep) bestaat worden uitgegrijsd en de oogjes zijn niet meer te gebruiken om van zichtbaarheid te wisselen. Je kunt nu alleen nog de zichtbaarheid van de samengestelde laag (groep) veranderen.
De samengestelde laag ziet er nu in het paneel Kaartlagen van een viewer of een widget als volgt uit:
Werkwijze combineren ongedaan maken
Je kunt op de volgende manier het combineren van de lagen weer ongedaan maken waardoor de samengestelde laag wordt opgeheven en de lagen in de groep weer individueel te benaderen zijn:
- Selecteer de groep met de gecombineerde lagen.
- Klik op de knop Combineren aan/uit. De lagen van de groep zijn niet meer uitgegrijsd en de zichtbaarheid van de lagen is nu weer onafhankelijk van de andere lagen te veranderen.