De multi-feature-info configureer je bij de instellingen van de feature-info van de kaartlagen met de optie Inschakelen MultiFeatureInfo (pagina Configureren feature-info; zie onderdelen 'Feature-info voor WFS-lagen' en 'Feature-info voor WMS-lagen' van de Handleiding WGP Beheer). Voor het koppelen van de databasetabellen gebruik je de optie Inschakelen info links.
De volgende tabel geeft een beschrijving van de instellingen voor multi-feature-info:
Inschakelen MultiFeatureInfo | Met de optie Inschakelen MultiFeatureInfo kun je over geselecteerde of aangeklikte features (kaartobjecten) van een kaartlaag informatie opvragen. Deze informatie verschijnt in een tabel onder de kaart. Voor het opvragen van multi-feature-info van een WFS-laag moet je de features van die laag selecteren. Voor het opvragen van multi-feature-info van een WMS-laag moet je de features van die laag aanklikken terwijl de knop Feature-info ingeschakeld is (werkbalk Basis). Bij Velden selecteer je de velden die je in de tabel met multi-feature-info wilt opnemen. Aanvankelijk zijn er geen velden geselecteerd; alle velden staan in de kolom beschikbaar. Je selecteert de velden die je in de multi-feature-info wilt tonen door ze met de muis vanuit de rechter kolom (beschikbaar) naar de linker kolom (geselecteerd) te verslepen. Klik rechts op een veld, houd de linkermuisknop ingedrukt, verplaats je muisaanwijzer naar de linker kolom en laat daar de linkermuisknop los. De volgorde van de velden in kolom geselecteerd bepaald ook de volgorde van de kolommen in de tabel met multi-feature-info. Het bovenste veld verschijnt helemaal links in de tabel, het onderste helemaal rechts. Bij selecteren van een veld kun je meteen de volgorde bepalen door het veld op een bepaalde plek in de opeenvolging te zetten. Je kunt de veldvolgorde naderhand ook nog aanpassen door de geselecteerde velden in de kolom geselecteerd met de muis te verslepen. | Selectie-vakje en Keuzelijst |
Inschakelen info links | Met de optie Inschakelen info links kun je informatie uit de tabellen van een Oracle- of een PostGIS-database koppelen aan de feature-info van een kaartlaag . Hierdoor komt in de kaart extra informatie over de kaartobjecten beschikbaar, bijvoorbeeld alle eigenaren van een geselecteerd perceel. Je moet de koppelingen tussen de laag en de databasetabellen met de instellingen bij Koppelingen configureren. Je vindt deze instellingen onder het selectievakje Inschakelen info links wanneer deze optie is aangevinkt. Zie voor meer informatie onderdeel Koppelen van databasetabellen aan multi-feature-info. Attentie! Databrontype | Selectie-vakje |
Koppelingen | Het formulier Koppelingen verschijnt pas indien het selectievakje Inschakelen info links is aangevinkt. In het formulier configureer je de koppelingen tussen de kaartlaag en de databasetabellen. Zie voor meer informatie onderdeel Koppelen van databasetabellen aan multi-feature-info. | Formulier |
Vorige versie van deze pagina: Versie 4.7.0