Formulieren

Attentie!

De functie Formulieren is een optionele functionaliteit die alleen beschikbaar is in WGP advanced.

Met een mutatieformulier kun je WFST-kaartlagen bewerken. Voor het aanmaken van deze formulieren en het bewerken van de WFST-lagen heb je een databron van het type 'WFST' nodig die vanaf de WGP-server toegankelijk is en waarvoor je schrijfrechten bezit. Alle formulieren kun je zo configureren dat de invoer opgeslagen wordt als nieuw record in een gekoppelde database tabel. Voor deze configuratie heb je een databron van het type PostGIS (of Oracle of Microsoft SQL Server) nodig waarbij de kolommen van de tabel exact moeten overeenkomen met de velden van het formulier.

Gebruik een formulier dat je vanuit de feature-info opent nooit voor het bewerken van WFST-lagen en baseer dit formulier dus niet op een WFST-laag.

Formulieren zijn vensters met invulvelden die je gebruikt om de attributen van de features van WFST-kaartlagen in te voeren en te bewerken, of om nieuwe records aan een databasetabel toe te voegen. Via een formulier kun je ook e-mailberichten versturen. Formulieren zijn gebaseerd op de attributen van een kaartlaag of databasetabel en voor het aanmaken van een formulier heb je daarom een kaart- of databaseservice als databron nodig. Formulieren waarmee je lagen kunt bewerken worden mutatieformulieren genoemd. Je kunt alleen WFST-lagen bewerken en die lagen moeten bovendien uit databronnen komen waarvoor je mutatierechten bezit. WGP ondersteunt voor het opslaan van een ingevuld formulier in een tabel van een PostGIS-database (databronsoort PostGIS), een Oracle-database (databronsoort Oracle, uitgeleverd als WGP add-on) of een Microsoft SQL server-database (databronsoort Microsoft SQL Server, eveneens uitgeleverd als WGP add-on) .

In WGP Beheer maak je formulieren aan en configureer je ze. Bij het aanmaken van een formulier selecteer je eerst de laag of tabel waarop je het formulier baseert en geef je het formulier een titel. In een themakaart is er per kaartlaag of tabel slechts één formulier aan te maken. Zie onderdeel 'Aanmaken van een nieuw formulier'. Vervolgens configureer je het formulier. Je bepaalt welke tabbladen het formulier heeft, welke velden (attributen) daarop voorkomen, onder welke naam de velden worden gepresenteerd en in welke volgorde de velden staan. Je geeft er ook in aan of de velden te bewerken zijn, van welk type ze zijn en of je bij het bewerken de attribuutwaarden uit een bepaald domein moet kiezen.

 Tabbladen, gekoppelde WMS-lagen en geometrietype ...

Een formulier heeft in WGP Beheer altijd één of meer tabbladen. Als een formulier slechts één tabblad heeft, dan wordt dat in de WGP Viewer (of widget) verborgen.

Indien op een kaart de bewerklaag (de geselecteerde WFST-laag) onder dezelfde naam (de naam bij laaginstelling Kaartlaag) ook wordt gerepresenteerd als een WMS-laag, wordt na het opslaan van wijzigingen in de bewerklaag ook de WMS-laag automatisch ververst, zodat alle wijzigingen ook meteen in de WMS-laag zijn te zien.

Je kunt bij de instellingen van een WFST-laag (op tabblad Geavanceerd) opgeven welk geometrietype de laag bevat. Deze instelling heeft als consequentie dat op werkbalk Bewerken alleen de functies voor het aanmaken of wijzigen van het opgegeven geometrietype beschikbaar zijn. De andere functies worden uitgeschakeld. Zo zal je bijvoorbeeld bij Geometrietype 'Punt' alleen puntgeometrieën aan de laag kunnen toevoegen en zijn de opties voor het toevoegen van lijnen en vlakken niet beschikbaar.


Je configureert een formulier op pagina Formulieren beheren. Je opent deze pagina met de optie Formulieren van het Themakaart-menu. De configuratie van een formulier bestaat uit de volgende onderdelen:

  • De algemene formulierinstellingen. 

    De algemene instellingen bestaan uit de titel van het formulier, de databron van het formulier (kaart- of databaseservice) en de databasetabel of de kaartlaag waarvan je de attributen in het formulier wilt gebruiken. Deze tabel of laag selecteer je uit de opgegeven databron. Je kunt formulieren baseren op de volgende databronsoorten: WMS, WFS, WFST, PostGISOracle en Microsoft SQL Server. Gebruik voor het muteren van kaartlagen databron WFST

    Databronsoorten 'Oracle' en 'Microsoft SQL Server' zijn alleen beschikbaar als WGP add-on. De laatste bron ondersteunt alleen puntgeometrieën.

    Na het opslaan van het formulier kun je op tabblad Instellingen een Captcha inschakelen en vind je er het URL-adres waarmee je het formulier onafhankelijk van een kaart of kaartlaag kunt openen (m.u.v. WSFT- en WFS-formulieren). Zie onderdeel 'Algemene formulierinstellingen'.


  • De opmaak.

    De opmaak omvat de definitie van de tabbladen van het formulier, van de velden op elk tabblad, en van de volgorde van de velden. Zie onderdeel 'Configureren van een formulier'.

  • De veldinstellingen.

    Met de veldinstellingen geef je aan of een veld bewerkbaar is en onder welke naam het veld in het formulier wordt gepresenteerd. Je kunt hier ook een omschrijving en een 'placeholder' voor het veld invullen.

     Placeholder en omschrijving van veld ...

    Een 'placeholder' is een tijdelijke aanduiding in een leeg veld van het formulier om aan te geven wat je in het veld moet invullen, zoals voor het veld Postcode de placeholder 'Vul hier de postcode in' :



    Wanneer je in het formulier met de muis het informatiesymbool aanwijst, verschijnt boven het veld de omschrijving.

    Voor een bewerkbaar veld kun je verder aangeven:

    • of het veld verplicht is (en dus altijd ingevuld moet worden),
    • of het veld verborgen is (en dus niet te zien in het formulier),
    • om welk type invoer het gaat,
    • of je de veldwaarde als vrije tekst invoert of dat je de waarde uit een keuzelijst selecteert,
    • welke standaardwaarden er voor het veld worden gebruikt.

    Voor een keuzelijst of keuzerondjes moet je voor het veld domeinwaarden opgeven (lijst met toegestane waarden). Voor numerieke velden kun je een minimum en maximum waarde definiëren. Zie onderdelen 'Bewerken formuliervelden' en 'Aanmaken domeinwaarden'.

  • De formulieracties. 

    Formulieracties zijn de acties die plaatsvinden nadat je het formulier hebt ingevuld en opgeslagen. Je kunt de volgende formulieracties definiëren:

    • het wegschrijven van de veldwaarden naar een database,
    • het versturen van e-mailberichten op basis van het ingevulde formulier,
    • het genereren van een rapport (in pdf-formaat),
    • een combinatie van de bovengenoemde opties.

    Bij de instellingen van de acties geef je de databasetabel op waarin WGP het ingevulde formulier als nieuw record opslaat of stel je een template samen voor het e-mailbericht dat WGP na het opslaan van het ingevulde formulier verstuurt. Bij het samenstellen van de e-mail kun je de invoer van het formulier als veldvariabelen gebruiken. Zie onderdeel 'Formulieracties'.

  • Toon formulier via feature info (bij instellingen feature-info) 

    Dit onderdeel van de formulierconfiguratie bestaat uit een knop in het venster of paneel met de aanklikinformatie waarmee je het formulier kunt openen. Dit formulier gebruik je bijvoorbeeld om voor een object dat je op de kaart hebt aangeklikt een waarneming of melding te doen. Het formulier dat je vanuit de feature-info opent is echter niet te gebruiken om WFST-lagen te bewerken. Deze instelling vind je bij de configuratie van de feature-info van een laag en niet op pagina Formulieren beheren. Zie onderdeel 'Tonen van formulier via feature-info'.

Smart forms

Pagina Formulieren beheren kan een extra tabblad tonen met daarop de instellingen voor de smart forms van WebGIS App. Deze smart forms zijn alleen van toepassing op de WebGIS App en het tabblad Smart forms is dan ook alleen aanwezig indien de WGP add-on voor de configuratie en het beheer van de WebGIS App is geïnstalleerd. Zie voor meer informatie over smart forms de Handleiding WebGIS App. 


De volgende onderdelen beschrijven de configuratie van de formulieren in meer detail:


Vorige versie van deze pagina: Versie 4.8.0