Filters

Attentie!

Filters vormen een optionele functionaliteit die alleen beschikbaar is in WGP advanced.

Filters zijn te gebruiken voor kaartlagen die afkomstig zijn van GeoServer. De filters zijn namelijk gebaseerd op CQL-filters en die worden door deze kaartserver ondersteund. Een kaartlaag kan slechts één filter bezitten. Om filters in een kaartpresentatie te kunnen gebruiken moet je bij de presentatie-instellingen op tabblad Zijbalken het paneel Filters selecteren.

Je gebruikt filters in een viewer of een widget om de features van een WMS-, WFS, of WFST-laag op basis van hun veldwaarden (attribuutwaarden) te filteren, zodat je in de laag alleen de features ziet die aan de opgegeven eigenschappen voldoen. Je kunt zo bijvoorbeeld alle rijksmonumenten in Amsterdam op de kaart weergeven die ouder zijn dan 1800 door bij het veld Plaats de waarde 'Amsterdam' op te geven en bij het veld Begin bouwjaar kleiner dan '1800'. Afgezien van het filteren op veldwaarden, kun je ook binnen een geselecteerde geometrie objecten uit de laag filteren.

De filters staan in het paneel Filters op een zijbalk van een viewer of een widget. Wanneer je een filter op een laag toepast, is de betreffende laag in paneel Kaartlagen gemarkeerd met een trechter icoontje. Dit icoontje geeft dus aan dat voor die laag het filter is ingeschakeld. Zie verder voor het gebruik van de filters de Handleiding WGP Viewer.

In WGP Beheer kun je deze filters op kaartlagen aanmaken en configureren. Op de pagina Filters beheren maak je voor een bepaalde laag een filter aan die je vervolgens op dezelfde pagina bij Instellingen filter kunt configureren. Met het filter dat je in WGP Beheer samenstelt bepaal je welke velden (de attributen van de features van de laag) het filter bevat, onder welke naam de velden worden gepresenteerd en in welke volgorde de velden staan. Je geeft er ook aan welk type invoer de velden hebben en of je bij het invullen ervan een waarde uit een bepaald domein moet kiezen.

Opmerking

Vaste, voorgedefinieerde filters zijn in WGP Beheer voor een WFS(T)- of WMS-laag op de server te configureren door bij de laaginstellingen een CQL-filter op te geven (het veld CQL filter op tabblad Geavanceerd van pagina Kaartlagen beheren). Zie de geavanceerde laaginstellingen.

Je configureert een filter op pagina Filters beheren. Je opent deze pagina met de optie Filters van het Themakaart-menu. De configuratie van een filter omvat de volgende instellingen:

De titel van het filter en eventueel ook een omschrijving van het filter.
De kaartlaag waarop het filter wordt toegepast.
Uitsluitend voor WFS(T)-lagen: een aanduiding of informatie over het filterresultaat onder de kaart in een tabel moet worden weergegeven.
De velden die in het filter zitten en de volgorde van deze velden.
De veldopmaak. De veldopmaak omvat de volgende instellingen:
- De naam van het veld.
- Het type invoer van het veld.
- Hoe het veld in een viewer of widget wordt weergegeven, inclusief een beschrijving en een tijdelijke aanduiding in een leeg veld om aan te geven om wat voor soort gegeven het gaat (een 'placeholder').
- Eventueel het domein waaruit de waarden geselecteerd moet worden.
  Een domein voor een tekstveld bestaat uit een lijst van voorgedefinieerde waarden. In het filter verschijnt er dan bij dit veld een keuzelijst. Een domein voor numerieke waarden bestaat uit een bereik (tussen een minimum en maximum waarde), eventueel gecombineerd met een lijst van voorgedefinieerde getallen.

Als je een filter samenstelt voor een WFS- of WFST-laag met multi-feature-info en het selectievakje Toon de resultaten in de tabel onder de kaart selecteert, toont WGP de feature-info van alle gefilterde features in een tabel onder de kaart (zie onderdeel 'Feature-info voor WFS-kaartlagen').

WGP biedt ook de mogelijkheid om een filter aan het URL-adres van een themakaart toe te voegen. Zie hiervoor onderdeel 'Filters als URL-parameter'.

De volgende onderdelen beschrijven het aanmaken en configureren van de filters in meer detail: