Bij het aanmaken of wijzigen van databronnen kun je de instellingen van de databron invullen. Bij het aanmaken van een databron zijn de velden Naam, Titel en Soort verplicht. De velden Naam en Soort zijn naderhand niet meer te wijzigen. De beschikbaarheid van de databronsoorten kan afhankelijk zijn van de kaartprojectie en voor de meeste is het invullen van de URL van de kaartservice verplicht. Voor een aantal databronsoorten is een URL-adres echter niet vereist, bijvoorbeeld bij PDOK achtergronden
, Google
, Bing
of OpenStreetMap
. Afhankelijk van het soort databron kunnen de (verplichte) velden verschillen.
De volgende tabel geeft een korte omschrijving van de verschillende databroninstellingen:
Naam | De naam van de databron. De naam wordt alleen voor beheerdoeleinden gebruikt. Attentie! De naam van een databron mag geen + bevatten. Na het aanmaken van de databron is het veld Naam niet meer te wijzigen omdat WGP de naam als unieke identificatie van de databron gebruikt. | Tekst |
Titel | De titel van de databron. De titel wordt voor de weergave van de databron in de gebruikersinterface gebruikt en omvat meestal een korte verklarende tekst die aangeeft om welke gegevensbron het gaat. | Tekst |
Soort | Het type databron dat je gebruikt. Selecteer een brontype uit de lijst. Afhankelijk van het gekozen type toont WGP Beheer extra opties die bronspecifiek zijn. Voor die opties dien je het nodige in te vullen, zoals:
Zie onderdeel Databronsoorten voor een beschrijving van de verschillende types gegevensbronnen. Attentie! Na het opslaan van de nieuwe databron is het veld Soort niet meer te wijzigen. De geselecteerde kaartprojectie bepaalt welke databronnen beschikbaar zijn. Wanneer je voor de huidige kaart bijvoorbeeld de projectie | Keuze-lijst of Alleen lezen |
API Key (alleen Google en Bing ) | De API-sleutel voor de services van Bing Maps of Google Maps. Voor het gebruik van de Google Maps Platform services is een geldige API-sleutel vereist. Het veld API Key is daarom voor databronsoort Deze optie is alleen beschikbaar voor services van Bing Maps of Google Maps (databronsoorten ' | Tekst |
Servertype (WMS, WFS en WFST) | Het type kaartserver van een WMS- of WFS(T)-databron. Je kunt hier kiezen uit de volgende typen:
WGP heeft bijvoorbeeld het servertype nodig om de feature-info van de kaartlagen op te kunnen vragen. De standaard waarde van deze instelling is ' | Keuzelijst |
Voorkeursversie (WMS, WFS en WFST) | De versie van de WMS- of WFS(T)-service die je voor het aanvragen van een laag bij voorkeur gebruikt. Je kunt kiezen uit de de volgende versies:
Met de knop Test kun je uitproberen of de kaartserver de opgegeven versie ondersteunt. Ondersteuning WFS 2.0.0
| Keuzelijst |
Extern beschikbaar? | Optie om aan te geven dat deze databron in de WGP Viewer (of een andere kaartpresentatie) beschikbaar moet zijn om hieruit kaartlagen te kunnen selecteren. Je gebruikt in de viewer hiervoor de optie Toevoegen kaartlaag van het kaartmenu. De optie Toevoegen kaartlaag van het kaartmenu of de knop Externe kaartlaag toevoegen in paneel | Selectie-vakje |
Aanvraagtype | Deze instelling gebruik je om in een verzoek aan een WFS-kaart server van het type GeoServer een groot aantal coördinaten of fea tures mee te kunnen geven. Je kunt zo filteren met complexe geometrieën of operaties uitvoeren met veel geselecteerde features (downloaden of feature-info opvragen). Instelling Aanvraagtype is alleen beschikbaar voor WFS- en WFST-lagen en aanvraagtype ' Het Aanvraagtype kan de volgende twee waarden hebben:
| Keuzelijst |
Databron controleren bij opslaan | Optie om aan te geven dat de huidige databron voordat hij wordt opgeslagen gecontroleerd dient te worden. Bij deze controle test WGP of de verbindingen met de gegevensbron in orde zijn en of het ingevulde URL-adres of computernaam correspondeert met een server waarop een geldige kaartservice (of database-service) beschikbaar is. Wanneer de databron niet in orde blijkt te zijn, verschijnt er een foutmelding en kan de databron niet worden opgeslagen. Om databron-configuraties toch op te kunnen slaan wanneer de betreffende gegevensbron (tijdelijk) niet beschikbaar is, kun je deze optie uitschakelen. | Selectievakje |
Vorige versie van deze pagina: Versie 4.5.0