Werkbalk Schetsen

Knop

Naam / tooltip

Beschrijving

Selecteer features

Selecteert de features (kaartobjecten) die je met de muis aanklikt of waar je met de muis een rechthoek omheen trekt (door te slepen met de muis). In de werkbalk Schetsen is de knop bedoeld om getekende objecten te selecteren. Zie verder werkbalk Selecteren.

Selectie opheffen

Maakt een eerdere selectie van features (kaartobjecten) ongedaan. In de werkbalk Schetsen is de knop bedoeld om getekende objecten te 'deselecteren'. Zie verder werkbalk Selecteren.

Verwijder geselecteerde schetsen

Verwijdert de geselecteerde tekenobjecten.
Voordat de tekenobjecten definitief verwijderd worden, vraagt WGP om een bevestiging.

Punt schetsen

Tekent op de aangeklikte locatie een punt op de kaart. De punt is transparant.

Lijn schetsen

Tekent een lijn op de kaart tussen de punten die je met de muis aanklikt. Met dubbelklikken beëindig je de oude lijn en begin je aan een nieuwe. De lijn is transparant.

Vlak schetsen

Tekent een vlak op de kaart dat begrensd wordt door de punten die je met de muis aanklikt. Met dubbelklikken beëindig je het oude vlak en begin je aan een nieuw. Het vlak is transparant.

Cirkel schetsen

Tekent een cirkel op de kaart rond het aangeklikte punt. De straal van de cirkel stel je in door met de muis te slepen: houd na het aanklikken van een punt op de kaart de linkermuisknop ingedrukt terwijl je de muisaanwijzer van het aangeklikte punt vandaan beweegt.
OpmerkingDe getekende cirkel is een geodetische cirkel, dat wil zeggen dat hij wordt afgebeeld alsof hij op het aardoppervlak is getekend en vervolgens op de kaart is geprojecteerd. Door de projectie kunnen er vervormingen optreden.

Kloon geselecteerd object

Kopieert de geometrie van een geselecteerde feature naar de tekening.
Attentie! Het is niet mogelijk om erg complexe vlakken of vlakken met erg veel hoekpunten te klonen.

Label plaatsen (optioneel)

Zet een tekstlabel op de aangeklikte locatie. Na het aanklikken van de locatie op de kaart verschijnt er een venster waarin je de tekst van het label invult.

Afstandslijn schetsen (optioneel)

Tekent een afstandslijn op de kaart tussen de punten die je met de muis aanklikt. De lijn kan uit meerdere lijnstukken bestaan. Met dubbelklikken beëindig je de oude lijn en begin je aan een nieuwe. Na het beëindigen van een lijn verschijnt naast de lijn de afstand: de lengte van de lijn uitgedrukt in de eenheid van het coördinatenstelsel van de kaart.

Pijl schetsen (optioneel)

Tekent een pijl op de kaart tussen de punten die je met de muis aanklikt. De pijl kan uit meerdere lijnstukken bestaan. Met dubbelklikken beëindig je de oude pijl en begin je aan een nieuwe. De pijlpunt verschijnt aan het einde van de lijn, dus op de plek waar je dubbelklikt.

Buffer geselecteerde feature (optioneel)

Creëert een buffer rond de geometrieën van de geselecteerde objecten. Deze objecten kunnen uit een kaartlaag (feature) of een schets (element) afkomstig zijn. Het gegenereerde buffervlak vormt een nieuw schets-object. Nadat je op de knop hebt gedrukt, verschijnt een venster waarin je de bufferafstand kunt invullen. De aangemaakte buffer kun je daarna bijvoorbeeld in een zoekopdracht toepassen of gebruiken in combinatie met de knop Selecteer alles binnen selectie.

Schets bewerken

Nadat je op de knop hebt gedrukt kun je de schetsobjecten die je op de kaart hebt gezet wijzigen door de (knoop)punten ervan met de muis te verslepen.
Bij het bewerken van een tekstlabel verschijnt na het verslepen van de locatie het venster waarin je de tekst kunt wijzigen.
Na het wijzigen van een afstandslijn wordt de afstand automatisch aangepast. Je kunt niet alleen de knooppunten van de afstandslijn maar ook het label met de afstand verplaatsen.