Hier worden een aantal instellingen opgegeven die van toepassing zijn op kaartlagen, maar op de hele kaart van toepassing zijn.
Weergave modus voor feature-info
Voor de hele kaart wordt vastgelegd of de feature-info als pop-up of in de zijbalk moet worden getoond. Indien wordt gekozen voor de weergave als popup verschijnt er de mogelijkheid om de grootte van de popup op te geven.
Indien Standaard grootte wordt aangevinkt en de afmetingen zijn ingevuld zullen alle feature-info popups dit formaat aannemen. De feature-info instellingen op kaartlaagnivo worden in dit geval genegeerd.
Feature-info gestapeld weergeven
Indien aangevinkt wordt alle informatie ( ook indien meerdere lagen worden geraakt) in 1 feature-info formulier getoond. Hierbinnen kan worden door gescrold naar de gevonden objecten. Er is geen optie beschikbaar om de objecten per geraakte laag te selecteren.
Legenda inline tonen
Indien geselecteerd worden de legenda's in het lagenoverzicht weergegeven, onder de bijbehorende laag. Het is dan niet nodig om een aparte zijbalk voor legenda's op te nemen in de kaart.
Kaart Weergave modus
Kies hier de modus waarin de kaart zal worden getoond. Default, simple (vereenvoudigde versie, iets 'rustiger') of mobile. Dit is de weergave waarop kaarten standaard op mobiele apparaten wordt weergegeven.
Alternatieve kaartlogokoppeling
De beheerder kan hier een url invullen waarnaar toe genavigeerd wordt indien op het logo in de header wordt geklikt. Standaard is dat het portaal.
Kaartvariabelen
Er is een tweede tab toegevoegd onder de Configuratie-opties van Kaarten namelijk Kaartvariabelen
Hier kunnen kaartvariabelen worden gedefinieerd die geldig zijn voor deze specifieke kaart en die kunnen worden gebruikt in formulieren en filters van kaartlagen. De beheerder kiest zelf een naam voor een variabele en definieert een waarde die geldig is voor de betreffende kaart. Dus bijvoorbeeld gemeentenaam met als waarde Wageningen. Om de variabele te gebruiken in een formulier of filter moet het prefix _params worden toegevoegd aan de naam van de variabele dus {{ _params.gemeentenaam}}. Op deze plek worden de variabele vervolgens gesubstitueerd door de waarden Wageningen.
Let op: gebruik alleen alfanumerieke karakters voor de naam van een kaartvariabele. Bij het aanroepen moet de variabele tussen dubbele accolade's worden geplaatst.
Het gebruik van deze variabelen is het beste middels een voorbeeld te illustreren:
Het kwam in de praktijk wel eens voor dat een bepaalde kaartlaag in meerdere themakaarten wordt gebruikt terwijl per themakaart een ander deel van de data wordt getoond. Stel bijvoorbeeld dat je een laag hebt die alle maaiwerkzaamheden bevat, maar dat je in een themakaart alleen de werkzaamheden van het eerste maaironde wil tonen. Dit doe je door bijvoorbeeld een default filter 'maaironde=1' in te stellen.
Als je nu in een andere kaart maaigegevens van maaironde twee wil tonen, kan dat niet door de laag met defaultfilter 'ronde 1' te tonen, dus moet je de kaartlaag klonen en alleen het default filter veranderen naar 'ronde 2'.
Om een wildgroei van kaartlagen te voorkomen die slechts per filter verschillen kan er nu een parameter worden opgeven bij een default filter in plaats van een vaste waarde. De waarde van deze parameter wordt dan per themakaart ingesteld, zodat dezelfde laag in twee verschillende kaarten een verschillend beeld geeft.
In dit voorbeeld zou je dus in de eerste kaart de variabele maaironde definiereren met de waarde 1 en vervolgens bij het filter een standaard filter instellen waarbij het veld maaironde gelijk is aan {{_params.maaironde}}. Vervolgens zou je na het kopieren van de kaart in de tweede kaart de waarde van de variabele maaironde veranderen in 2 en zal de betreffende kaartlaag de resultaten tonen van de 2e maaironde.
Op dit moment kunnen kaartvariabelen op deze plekken worden gebruikt:
- Als waarde van een default filter van een kaartlaag.
- Als standaardwaarde van een formulierveld.
- Als parameter in een url van een 'Open extensie'-knop.