Een kaart kan boven en onder de kaart een balk hebben waarop zich informatie over de kaart, een kaartmenu en knoppen voor verschillende kaarthandelingen kunnen bevinden.
De balk boven de kaart wordt de bovenbalk genoemd. Op deze balk kunnen werkbalken, zoekvelden, een menu en een logo aanwezig zijn.
De bovenbalk kan de volgende onderdelen bevatten:
Werkbalken met knoppen voor navigatie (zoomen en verplaatsen) en basishandelingen (opvragen informatie).
Een zoekveld om op de kaart locaties of adressen op te zoeken en daar vervolgens op in te zoomen.
Een hoofdmenu van de kaart met opties om de kaart opnieuw in de browser te laden, terug naar het kaartoverzicht te gaan of om de beheermodule van WGP te openen.
Een logo.
De balk onder de kaart wordt de onderbalk genoemd. Op deze balk kunnen kaartinformatie, een copyright-menu, de muiscoördinaten en de kaartschaal aanwezig zijn.
Kaartinformatie.
De muiscoördinaten (de XY-coördinaten van de locatie waar de muisaanwijzer zich bevindt).
De huidige schaal van de kaart.
De volgende video toont hoe je de onder- en bovenbalk aan kunt zetten en hoe je de elementen op deze balken kunt inschakelen. De video toont bovendien hoe je de zijbalken kunt inrichten (zie onderdeel Opmaak van de zijbalken ).