null

Skip to end of metadata
Go to start of metadata

You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 11 Next »

In de volgende instructievideo wordt in OneMap Beheer de kaartlaag 'OpenStreetMap ondergrondkaart' uit een kaartservice van de OpenStreetMap aan omgeving Nieuwland toegevoegd:

De video gaat uit van een beheerder die alleen toegang heeft tot omgeving Nieuwland. Dit houdt in deze beheerder alleen beheerrechten heeft voor de objecten in deze omgeving, zoals kaartservices, lagen en kaarten.

 Toelichting video "Kaartlaag toevoegen" ...

De video toont de volgende stappen in OneMap Beheer voor het toevoegen van de kaartlaag uit een kaartservice:

  1. Klik in het hoofdmenu boven aan het scherm op de optie Kaartlagen > Kaartlaag toevoegen. Formulier Kaartlaag toevoegen verschijnt. In dit formulier kun je de laageigenschappen invullen. 

    Je kunt het formulier ook vanuit een geselecteerde kaartservice openen. Klik bij de kaartservice waaruit je de laag wilt toevoegen op de knop Laag toevoegen. Dit opent hetzelfde formulier, alleen is nu al de service van de laag ingevuld.

  2. Vul in het formulier de laageigenschappen in:

    1. Geef de laag een Titel (bijv .‘OpenStreetMap ondergrondkaart’). De titel wordt in OneMap gebruikt om de laag mee aan te duiden.

    2. Vul bij Service de kaartservice van de laag in (bijvoorbeeld de service 'Open Basiskaart'). Dit is de bron waaruit de laaggegevens afkomstig zijn. Je kunt hier een van de beschikbare kaartservices selecteren.

    3. Selecteer bij Laagnaam uit de keuzelijst met alle lagen van de service  de gewenste laag (laag ‘Werelderfgoed’).

      De instelling voor het opgeven van de Omgeving wordt niet weergegeven omdat de huidige gebruiker alleen toegang heeft tot één omgeving die altijd automatisch is geselecteerd (omgeving Nieuwland).  Indien je wel toegang hebt tot meerdere omgevingen, moet je wel voor de laag een omgeving kiezen.

  3. Sla de laag op met de knop Opslaan

  4. Publiceer de laag met de knop Publiceren. De laag is nu beschikbaar om in een kaart te gebruiken. De laag staat nu ook in het lagenoverzicht dat je kunt opvragen met de optie Toon alle kaartlagen uit het hoofdmenu. In dit overzicht staat in de kolom Gepubliceerd apart aangegeven dat de laag gepubliceerd is.


De volgende video laat zien hoe je een kaartlaag toevoegt vanuit een tabel. De tabel functioneert dan als de bron ('service') voor de laaggegevens. De laag wordt gegenereerd uit de tabel Vlakken, die aan WGP is toegevoegd door een Shapefile te importeren (zie onderdeel Tabellen toevoegen (video's)).

 Toelichting video "Kaartlaag toevoegen uit een tabel" ...

De video toont de volgende stappen voor het toevoegen van de kaartlaag uit een tabel:

  1. Log in als beheerder (gebruiker ‘Gastbeheerder’).

  2. Open WGP Beheer (de beheeromgeving van WGP).

  3. Selecteer in het hoofdmenu KaartlagenKaartlaag toevoegen. Een formulier verschijnt waarin je de laageigenschappen kunt invullen.

  4. Vul de laageigenschappen in:

    1. Geef de laag een Titel. Deze wordt in WGP gebruikt om de laag mee aan te duiden. Vul in dit geval de titel 'Vlakken' in.

    2. Selecteer bij Service uit de keuzelijst de optie 'Uit tabel'. Het veld Laagnaam verdwijnt en in plaats daarvan verschijnt het veld Tabel waar je de tabel kunt selecteren (een tabel kan slechts één laag bevatten).

    3. Selecteer de tabel waaruit je de laag wilt genereren. Dit moet een tabel met een geometrie-veld zijn. Selecteer in dit geval tabel 'Vlakken'.

      De instelling voor het opgeven van de Omgeving wordt niet weergegeven omdat de huidige gebruiker alleen toegang heeft tot één omgeving die altijd automatisch is geselecteerd (omgeving Gast). 

  5. Sla de laag op met de knop Opslaan. De laag verschijnt in het overzicht.

  6. Publiceer de laag met de knop Publiceren. De laag is nu beschikbaar om in een kaart te gebruiken.

  7. Bekijk het resultaat:

    1. Open een kaart in WGP Beheer met Bewerken.
    2. Voeg de laag toe.
    3. Sla deze wijziging op.
    4. Open de kaart in de viewer en bekijk de laag.



  • No labels