Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.
Comment: kaartlagen toevoegen herschreven


Background Color
color#0a0050
id1



Background Color
color#0fb464




Table of Contents
maxLevel3
outlinetrue
indent20
excludeSamenvatting
stylesquare


Excerpt

Op pagina Kaartlagen kun je nieuwe kaartlagen toevoegen (met de knop Laag Kaartlaag toevoegen) en bestaande lagen wijzigen (met het commando Bewerk Bewerken) of verwijderen (met het commando Verwijder). Verwijderen).

Je opent de pagina met de optie Kaartlagen van het Kaartinstellingen-menu.

Pagina KaartlagenImage Added

Kaartlagen toevoegen

Op de volgende manier voeg je een kaartlaag aan een omgeving toe:

  1. Open Klik op pagina Kaartlagen vanuit het Bibliotheken-menu.Klik hier op Laag op de knop Kaartlaag toevoegen. Pagina Laag Kaartlaag toevoegen verschijnt verschijnt.
  2. Vul hier de instellingen van de laag in. De instellingen kunnen afhankelijk zijn van de kaartservice waarop de laag is gebaseerd. Zie onderdeel Kaartlagen toevoegen, bewerken of verwijderen Laaginstellingen. Je moet bij het toevoegen van een laag in ieder geval de volgende verplichte velden invullen:
    • Titel (van
      De titel van de kaartlaag).
    • Servicetitel (selecteer de
      De titel van de kaartservice uit de keuzelijst)Laagnaam (de service waaruit de laag afkomstig is; selecteer de servicetitel uit de keuzelijst. Alleen die services zijn beschikbaar die gekoppeld zijn aan een van de aan de gebruikersgroepen van de huidige beheerder.
    • Laagnaam
      De naam van de laag zoals die op de kaartserver wordt gebruikt; selecteer de laagnaam uit de lijst met lagen van de geselecteerde kaartservice).
    • Omgeving

      (selecteer één omgeving uit de omgevingen die gekoppeld zijn aan de geselecteerde de kaartservice)
    Klik

    • De omgeving van de kaartlaag. De omgeving van de laag bepaalt voor wie de laag beschikbaar is, dat wil zeggen wie de laag kan zien en wie hem kan bewerken. 

      Info

      Bij het selecteren van een omgeving zijn alleen die omgevingen beschikbaar die aan de volgende eisen voldoen:

      • de omgeving is gekoppeld aan de kaartservice waaruit de laag afkomstig is.
      • de omgeving is gekoppeld aan een van de gebruikersgroepen van de huidige beheerder.

      Zie onderdeel Autorisatie.


  3. Klik op de knop Opslaan. De laag wordt aangemaakt en is staat nu in de lijst met beschikbare kaartlagen op pagina Kaartlagen te zien.

    Nadat de laag is opgeslagen verschijnt de pagina Kaartlaag, waarbij de titel de laag vermeldt. De kaartlaag is nu ook actief en kan verder worden geconfigureerd met de verschillende opties van het kaartlaagmenu dat aan de linkerkant van het scherm is verschenen:
    Pagina Laag bewerkenImage RemovedConfigureer hierna de volgende laaginstellingen (via de opties van het Kaartlaag-menu):
  4. Styling (weergavestijl; optioneel)
    Met de styling regel je hoe WGP de laag op de kaart weergeeft. De laag heeft van de kaartservice al standaard een weergavestijl, dus configuratie ervan is optioneel. Zie onderdeel 'Stijl'. 
  5. Feature op de tabbladen van pagina Kaartlaag: Algemeen, Feature-info, Metadata, Rechten, Stijl, Legenda, Geavanceerd en Details.
    Pagina KaartlaagImage Added

    De gegevens op tabblad Details zijn niet aanpasbaar. Ze dienen alleen ter informatie. Het tabblad geeft niet alleen detailinformatie over de laag zelf, maar toont ook hoe de laag zich verhoudt tot de overige kaartcomponenten, zoals kaarten, omgeving en kaartservice.
     
  6. Configureer hierna op de volgende tabbladen van pagina Kaartlaag de laaginstellingen:
    1. Algemeen
      De algemene laaginstellingen die je ook al hebt kunnen invullen bij het aanmaken van de laag. Bij het bewerken van een laag kun je de kaartservice en de laagnaam niet meer wijzigen. Zie onderdeel Kaartlagen - algemene instellingen.
    2. Feature-info
      Bij veel kaartservices kun je informatie opvragen over de kaartobjecten van een laag (features). Deze informatie wordt feature-info genoemd. Alleen wanneer je over een laag feature-info wilt kunnen opvragen, moet je dat voor de laag op dit tabblad configureren. Zie onderdeel
    3. 'Feature-info'
    4. Kaartlagen - feature-info.
    5. Metadata
      De metadata van de laag. Zie onderdeel Kaartlagen - metadata.
    6. Rechten
      De rechten van een gebruikersgroep om de laag in WGP Viewer te bekijken of te bewerken. Indien je de rechten niet verandert, kan niemand de laag zien of bewerken. Zie onderdeel

    7. 'Rechten van een laag'. 
    8. Kaartlagen - rechten.

      Info

      Het bewerken van een laag kan alleen indien de laag uit een kaartservice komt van het type WSFT.


    9. Metadata
      De metadata van de laag. Zie onderdeel  'Metadata van een laag'Stijl 
      Met de stijl van de laag regel je hoe WGP de laag op de kaart weergeeft. De laag heeft al een standaard weergavestijl, dus configuratie ervan is optioneel. Zie onderdeel Kaartlagen - stijl
    10. Legenda
      De legenda van een laag geeft een verklaring van de symbolen en kleuren waarmee het thema van de laag wordt weergegeven, zoals de puntsymbolen voor verschillende typen rijksmonumenten, de lijnsymbolen voor verschillende soorten autowegen of de kleuren waarmee het landgebruik wordt aangeduid. Sommige rasterlagen hebben al standaard een legenda van de kaartservice meegekregen. Zie onderdeel Kaartlagen - legenda.
    11. Geavanceerd
      De geavanceerde instellingen van de laag
    12. , zoals een bronvermelding voor een laag
    13. . Zie onderdeel 
    14. 'Geavanceerde laaginstellingen'
    15. Kaartlagen - geavanceerde instellingen.

Anchor
Bewerken van een kaartlaag
Bewerken van een kaartlaag
Bewerken van een kaartlaag

Op de volgende manier bewerk je een bestaande kaartlaag:

  1. Klik op pagina Kaartlagen naast de laag die je wilt veranderen op Bewerk. Pagina Laag bewerken verschijnt. 
  2. Verander daar de instellingen van de kaartlaag (zie onderdeel Kaartlagen toevoegen, bewerken of verwijderen Laaginstellingen). De volgende instellingen zijn nadat een laag is toegevoegd niet meer te veranderen:
    • Servicetitel
    • Laagnaam
  3. De sla daarna de wijzigingen op.

Anchor
Verwijderen van een kaartlaag
Verwijderen van een kaartlaag
Verwijderen van een kaartlaag

Klik op pagina Kaartlagennaast de laag die je wilt verwijderen op Verwijder. Bevestig de verwijdering hierna door in het waarschuwingsvenster op JA te drukken. 

Info

Je kunt alleen kaartlagen verwijderen die niet door een kaart worden gebruikt. Indien je de lagen wilt verwijderen die onderdeel uitmaken van een kaart, dien je ze eerst uit de kaart te verwijderen.


Anchor
Laaginstellingen
Laaginstellingen
Laaginstellingen (algemeen)

Veld
Omschrijving
Verplicht?
Voorbeeld
Invoertype
TitelDe titel van de kaartlaag zoals deze gebruikt wordt om de laag in WGP aan te duiden.Ja
Tekst
ServicetitelDe kaartservice (bron) waaruit de laag afkomstig is. Je kunt uit een lijst een van de beschikbare kaartservices selecteren die aan WGP zijn toegevoegd. Zie onderdeel Kaartservices.Ja
Keuzelijst
Type

Het type kaartservice: WMS, WMTS, WFS, WFST, TMS, of XYZ en het versienummer van deze service. Zie onderdeel Kaartservices.

Deze informatie over de kaartservice verschijnt automatisch na het selecteren van de service en dient alleen ter informatie.

Automatisch ingevuld
Alleen lezen
Laagnaam

De naam van de laag. Je kunt een van de lagen kiezen die in de geselecteerde kaartservice beschikbaar zijn.

Info

De laagnaam is de naam waarmee de laag door de kaartservice wordt aangeduid. De beschikbare lagen kunnen van de service worden opgevraagd.


Ja
Keuzelijst
Zichtbaarheid (schaal / scherm)

Het schaalbereik van de kaartlaag, met links de minimum schaal (bijvoorbeeld 1:200000) en rechts de maximum schaal (bijvoorbeeld 1:2000).

Je vult van de schaal alleen het schaalgetal in (de noemer van de breuk), zodat je links altijd een groter getal moet invullen dan rechts. Bij een zichtbaarheid van  200000 - 2000 is de laag tussen een schaal van 1:200.000 en 1:2000 op de kaart te zien. Buiten dit bereik wordt de kaart niet getoond.

Info

Het schaalbereik wordt niet alleen in het schaalgetal uitgedrukt, maar ook in de schermresolutie (Zichtbaarheid (scherm): hoe groot een schermpixel in werkelijkheid is, uitgedrukt in dm's). Het schaalbereik en de schermresolutie zijn gekoppeld: als je de ene veranderd, wordt de andere automatisch aangepast.


Nee
Geheel getal
Maximum featuresHet maximum aantal features dat WGP van de kaartservice ophaalt wanneer de kaartlaag wordt getoond.Nee
Geheel getal
Omgeving

De omgeving (workspace) van de kaartlaag. 

Met de omgeving van de laag wordt de beschikbaarheid van de laag in kaarten en voor gebruikersgroepen geregeld. Alleen kaarten en groepen die aan dezelfde omgeving zijn gekoppeld hebben toegang tot de laag.

Je kunt hier uit één van de omgevingen kiezen die aan de geselecteerde kaartservice zijn gekoppeld.

Ja
Keuzelijst



Zie ook

/wiki/spaces/HandleidingWGP5/pages/167936794

Child pages (Children Display)
alltrue
pageBibliotheken


Page Properties
hiddentrue
iduser_doc


Versie WGP

5.0

Build0000
Laatste wijzigingTekst in concept



Datum wijziging

19 12 2017

DoorRieks van der Straaten (Unlicensed)


Related issues



Locatie van pagina


Page Tree
expandCollapseAlltrue
rootHandleiding WGP Beheer - versie 5.0
searchBoxtrue

 

Metadata


Datum

19 12 2017


Door
Status

Status
subtletrue
colourRed
titleCONCEPT

Release

WGP 5.0



Copyright

Nieuwland Geo-Informatie