Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.


Background Color
color#0a0050
id1



Background Color
color#0fb464



Excerpt

Feature-info is informatie over een bepaald object (of fenomeen) van een kaartlaag die je kunt opvragen door op de kaart het object te selecteren, bijvoorbeeld door het aan te klikken. Op tabblad Feature-info van pagina Kaartlaag kun je de feature-info configureren. Je bepaalt daar welke informatie over de laag in de kaartviewer opgevraagd kan worden en op welke manier deze informatie wordt gepresenteerd. 

Er kunnen twee soorten Feature-info worden geconfigureerd:

  • Feature-info on-click
  • Featureinfo on-hover

Beide kunnen op dezelfde manier worden geconfigureerd. Het verschil is het gedrag op de kaart.

Feature-info on-hover  toont de informatie als de gebruiker met de muis op de kaart klikt. Deze actie dient vooral om de gebruiker snel de basisinformatie van de features te kunnen geven (bv: perceel nummer, of een categorie). Normaliter wordt deze feature-info met een beperkt aantal velden geconfigureerd.

Feature-info on-click toont de informatie wanneer een gebruiker op een object klikt. Normaliter wordt deze featureinfo m,eer uitgebreid geconfigureerd.



De objecteigenschappen die zijn vastgelegd in een kaartlaag worden de velden van een kaartlaag genoemd. Op tabblad Feature-info geef je aan welke eigenschappen je van de laag kunt opvragen door deze in een template van de feature-info op te nemen. In dit template bepaal je ook op welke manier je ze presenteert. De objecteigenschappen (veldwaarden) worden in de template vertegenwoordigd door veldvariabelen. De veldvariabelen worden bij het opvragen van de feature-info in de kaartviewer vervangen door de eigenschappen die voor het geselecteerde object van toepassing zijn.


Info

De teksteditor van de template (de Editor) toont de veldvariabelen als blauwe blokken met daarin de naam van het veld. In de broncode van de template worden de veldvariabelen aangeduid met <%= veldnaam %>.

Configureren van de feature-info

Je kunt op de volgende manier de feature-info van een kaartlaag configureren:

  1. Open vanuit het lagenoverzicht op pagina Kaartlagen met de knop Bewerken de gewenste kaartlaag. Alle instellingen van de laag verschijnen op de tabbladen van pagina Kaartlaag. Achter de titel van de pagina wordt de naam van de huidige kaartlaag vermeld. Zie onderdeel Kaartlagen - beheren.

  2. Selecteer tabblad Feature-info.
  3. Vink selectievakje Toon feature-info aan. Hiermee schakel je de feature-info van de laag in. 


  4. Selecteer bij Weergavemodus of je de feature-info van deze laag wilt tonen op een zijbalk (in paneel Feature-info) of in een popup-venster. Optie Zijbalk is standaard geselecteerd.

    Info
    titleOpmerking

    Als je kiest voor de default optie: zijbalk is het van belang dat je bij de kaartinstellingen de feature-info zijbalk ook opneemt in het linker- of rechter-zijpaneel.


  5. Stel een template voor de feature-info samen in de editor onder Template:
    1. Type een vaste HTML-tekst in de editor. Je kunt in de tekst ook hyperlinks en afbeeldingen opnemen. Zie ook onderdeel HTML-editor.
    2. Voeg in de tekst de veldvariabele in door de muiscursor op de juiste plek te plaatsen en de gewenste veldnaam uit de keuzelijst bij Veld toevoegen te selecteren. De veldvariabelen worden in het template als blauwe blokken weergegeven en bij het opvragen van de feature-info in de WGP Viewer vervangen door de veldwaarden die voor het betreffende object van toepassing zijn. 

      Note
      titleAttentie!

      Wanneer je de editor van de template van de feature-info verlaat zonder de template op te slaan, verschijnt er een waarschuwing dat de wijzigingen verloren dreigen te gaan. Deze waarschuwing verschijnt echter niet wanneer je de editor verlaat door direct op een koppeling te klikken (bijvoorbeeld op de koppeling van een ander tabblad).


I.p.v. de gewenste attributen 1 voor 1 toe te voegen, kan ook gebruik worden gemaakt van de knop 'Default feature-info'. Hiermee worden alle attributen direct toegevoegd aan de featureinfo. De standaard weergave is

Attribuut-naam : Attribuut-waarde.

Tip

Door het plaatsen van drie rechte begin- en eindhaakjes kunnen tabs aan de feature info worden toegevoegd. De informatie in dat tabblad wordt hieronder ingevoegd. 
De volgende code:

Code Block
linenumberstrue
<p style="margin-bottom: 0.2rem"><strong>ROLSTOELTOEGANKELIJK: </strong>{{ ROLSTOELTOEGANKELIJK }}</p>
<p style="margin-bottom: 0.2rem"><strong>HALTENAAM: </strong>{{ HALTENAAM }}</p>

[[[Info2]]]
Nog een keer de naam van de halte: {{ HALTENAAM }}

[[[Info3]]]
Hier komt nog meer informatie

zal het volgende resultaat tot gevolg hebben:
Image Added

De informatie boven het eerste toegevoegde tabblad wordt standaard getoond onder het tabje Informatie.


De veld-informatie voor een WMS service wordt opgehaald via een 'DescribeLayer' request. Het kan voorkomen dat de WMS service dit request niet ondersteund (is niet verplicht). In dat geval kunnen er geen beschikbare attributen worden getoont.

Normaliter worden lagen zowel als WMS en WFS geleverd. Voor WFS is het request  'DescribeLayer'  wel verplicht. Door in Onemap de bijbehorende WFS te koppelen kunnen alsnog de beschikbare attributen worden opgehaald, en worden gebruikt in OneMap. De bijbehorende WFS laag kan worden toegevoegd onder de algemene instellingen van de WMS laag.


Info
titleBroncode editor

Naast de WYSIWYG editor is het ook nog mogelijk om de featureinfo verder te configureren door met de broncode te werken. Hiermee kan de feature-info heel specifiek worden geconfigureerd met behulp van de template taal: TWIG.

In de broncode editor zijn de attributen beschikbaar in het format {{ attribuut }}. 

Met Twig kunnen deze attributen worden  gebruikt om bijvoorbeeld conditionele statements toe te voegen, of attributen te formateren.


Een aantal voorbeelden voor het gebruik van Twig in de feature-info broncode is te vinden op:   Twig templates




Expand
titleVoorbeeld configuratie feature-info ...

Het volgende voorbeeld toont de ingevulde configuratie van de feature-info van laag Archeologische monumenten:

In WGP Viewer levert deze configuratie het volgende resultaat op:


  1. Sla de configuratie van de feature-info op (knop Opslaan). 


Page Properties
hiddentrue
iduser_doc


Versie WGP

v5.0.0-beta.1

Build186-g71a7fbf


Related issues

verwijderd: Bij een rasterlaag kun je informatie opvragen door een bepaalde locatie aan te klikken (on-click feature-info). Bij een vectorlaag klik je voor informatie een kaartobject aan (on-click feature-info) of wijs je het object aan met de muis (on-hover feature-info). 


Je kunt over de objecten van een kaartlaag, zoals bomen, percelen, waterwegen of wat de laag ook uitbeeldt, informatie opvragen door op de kaart deze objecten te selecteren, bijvoorbeeld door ze aan te klikken of aan te raken. De objecten die in een kaartlaag worden weergegeven worden features genoemd en de informatie over de objecten feature-info. In WGP Beheer biedt tabblad Feature-info van pagina Kaartlaag de mogelijkheid om deze informatie te configureren. Je bepaalt hier wanneer welke objecteigenschappen worden getoond en op welke manier de informatie wordt gepresenteerd.

Soorten feature-info

Er zijn verschillende manieren waarop je over een locatie of object van een kaartlaag informatie kunt opvragen:

  • Rasterlagen (kaartservice WMS)
    Een rasterlaag bestaat uit een afbeeldingsbestand. Je kunt van zo'n laag feature-info opvragen door op de laag een locatie aan te klikken. WGP stuurt daarop de coördinaten van het aangeklikte punt naar de kaartserver. De kaartserver zoekt op welke gegevens er in die laag op die locatie bevinden en stuurt deze weer naar WGP. In de WGP-kaart verschijnt vervolgens informatie over de aangeklikte locatie in een venster of een paneel. Wanneer er op de locatie meerdere kaartobjecten bevinden, krijg je voor elk afzonderlijk object feature-info. 

    Info

    Voor achtergrondkaartlagen en getegelde kaartlagen (kaartservices WMTS, TMS of XYZ) is geen feature-info beschikbaar.


  • Vectorlagen  (kaartservice WFS, WFST)
    Een vectorlaag bestaat uit een verzameling kaartobjecten (features), die elk een geometrie, een locatie en een weergavestijl bezitten. Je kunt van zo'n laag feature-info opvragen door van die laag een of meer objecten te selecteren. WGP stuurt de geselecteerde objecten naar de kaartserver. Die verzamelt de informatie over deze objecten en stuurt de gegevens weer terug naar WGP. Het selecteren van de kaartobjecten kan op verschillende manieren plaatsvinden:
    • Het object selecteren door het aan te wijzen met de muis. De feature-info over het object verschijnt in een tekstballon.
    • Het object selecteren door het aan te klikken met de muis. De feature-info over het object verschijnt in een venster of een paneel.
    • Meerdere objecten selecteren door ze aan te klikken, door er met de muis een rechthoek omheen te tekenen of door een filter of zoekopdracht te gebruiken. De informatie over de geselecteerde objecten verschijnt in een venster, een paneel of een tabel.

Wanneer je in de informatie-modus van de viewer zit, kun je de feature-info opvragen door op de kaart de locatie of het object te selecteren, bijvoorbeeld door er op te klikken.


 : ik heb het veld Weergavemodus en de waarschuwing over het verlaten van de editor toegevoegd. Waarschuwing > 

Jira Legacy
serverSystem JIRA
serverId62efed92-443f-34ca-9285-b558f8223ac7
keyHLWGP-374



Expand
titleLocatie van de pagina in de handleiding ...

Page Tree
expandCollapseAlltrue
rootHandleiding Onemap Beheer
searchBoxtrue


 


Expand
titleMetadata ...


Datum

 


Door
Status

Status
subtletrue
colourRed
titleconcept

Release

WGP 5.0



Copyright

2019 - Nieuwland Geo-Informatie