Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.
Comment: vorige versie - Microsoft SQL Server

Bij de instellingen van de multi-feature-info van WMS- en WFS-lagen kun je met de optie Inschakelen info links informatie uit databasetabellen koppelen aan de features (kaartobjecten) van de kaartlaag. Hierna is deze gekoppelde informatie in de kaartpresentatie als extra feature-info beschikbaar. Deze extra informatie verschijnt onder de kaart op aparte tabbladen in het paneel van de multi-feature-info. Het betreft informatie over de features die je op het eerste tabblad, in de tabel met de feature-info uit de laag zelf, hebt geselecteerd.

Vereisten

Om databasetabellen met de features van een kaartlaag te koppelen zijn de volgende zaken vereist:

  • Een kaartlaag met de gewenste features waarbij instelling Inschakelen MultiFeatureInfo is ingeschakeld (zie onderdeel Instellingen voor multi-feature-info). Je vindt deze instelling op pagina Configureren feature-info.

  • Een of meer databronnen voor PostGIS-

    of 

    Oracle- of Microsoft SQL server-databases (

    brontype

    databronsoort 'PostGIS', 'Oracle' of '

    Oracle

    Microsoft SQL Server') die de tabellen bevatten die je aan de features wilt koppelen. 

    Note

    Databronnen voor Oracle- of Microsoft SQL server-databases zijn alleen beschikbaar als WGP add-on. Databronsoort Microsoft SQL Server ondersteunt alleen puntgeometrieën.


  • Een uniek sleutelveld van de features dat correspondeert met sleutelvelden in de gekoppelde tabellen. Het gaat hierbij om een externe sleutel in de databasetabel die verwijst naar een uniek veld van een feature op de kaartlaag.

Koppelen aan tabellen

Op de volgende manier koppel je een databasetabel aan een feature van een kaartlaag:

  1. Klik in het Themakaart-menu op Kaartlagen. De pagina Kaartlagen beheren verschijnt.

  2. Klik bij de gewenste voorgrondkaartlaag op de link Feature-info. De pagina Configureren feature-info verschijnt.

  3. Zorg dat hier het selectievakje Inschakelen MultiFeatureInfo is aangevinkt.

  4. Vink ook selectievakje Inschakelen info links aan. 

    Panel
    borderStylenone

    Achter Koppelingen verschijnt een overzicht van de gedefinieerde koppelingen tussen de features van de huidige kaartlaag en de tabellen uit een PostGIS- of Oracle, Oracle- of Microsoft SQL server-database. Aanvankelijk zijn er nog geen koppelingen gedefinieerd.


  5. Klik op de knop Nieuw. De volgende velden verschijnen om de koppeling mee te definiëren: 

    Panel
    borderStylenone

    Info
    titleOpmerking

    De koppeling tussen de kaartlaag en de tabellen met extra informatie is niet hoofdletter­gevoelig.



  6. Vul bij LinkId de naam van de koppeling in. Deze naam dient binnen de context van een kaartlaag uniek te zijn. De naam verschijnt in een kaartpresentatie op het tabblad met extra informatie, dus geef de koppeling een zinnige naam.

  7. Vul onder Bron de naam in van het Bronveld van de kaartlaag. Kies hier uit de lijst met velden het unieke sleutelveld van de features waarnaar de records van de gekoppelde databasetabel verwijzen. Vaak is dit veld een naam of een nummer.

  8. Onder Doel definieer je de database en de tabel waaruit de extra informatie afkomstig is. Je specificeert hier ook het veld in de tabel dat overeenkomt met het Bronveld van de kaartlaag en waarop de koppeling is gebaseerd. 

    Panel
    borderStylenone

    Vul hier de volgende velden in:

    1. Databron de databron die is aangemaakt voor de PostGIS- of Oracle, Oracle- of Microsoft SQL server-database die de te koppelen tabel bevat. Je kunt hier alleen kiezen uit de databronnen van het type PostGIS of Oracle. (Databrontype Oracle is databronsoorten 'PostGIS', 'Oracle' of 'Microsoft SQL server'. (Databronsoorten 'Oracle'  en 'Microsoft SQL Server' zijn alleen als WGP add-on beschikbaar.)

    2. Tabel de tabel die je aan de features van de kaartlaag wilt koppelen en waaruit je de extra informatie haalt.

    3. Sleutelveld het veld in de databasetabel dat verwijst naar het unieke sleutelveld van de kaartlaag dat je bij Bronveld hebt ingevuld.


  9. Vink bij Te tonen velden de velden aan die je van de gekoppelde tabel als extra informatie wilt tonen. Je dient minimaal één veld te selecteren. De velden verschijnen pas nadat de databasetabel is geselecteerd.

  10. Klik rechts onder aan het formulier op de knop Opslaan

    Panel
    borderStylenone

    De koppeling verschijnt in de overzichtstabel bij Koppelingen.

    Met Wijzigen kun je de configuratie van de koppeling wijzigen. Met Verwijderen kun je een koppeling verwijderen. 


  11. Sla ook de gewijzigde configuratie van de feature-info op. Klik boven aan pagina Configureren feature-info op de knop Opslaan

    Panel
    borderStylenone

    Om het resultaat van de koppeling ook in een viewer of widget te zien, moet je de themakaart ook publiceren.


...

Vorige versie van deze pagina: Versie 4.8.0

Page Properties
hiddentrue

Deze pagina is een kind van pagina Multi-feature-info en onderdeel van Handleiding WGP Advanced Versie 4.6.

Jira Legacy
serverSystem JIRA
serverId62efed92-443f-34ca-9285-b558f8223ac7
keyHLWGP-620
 SQL Server support in WGP 4.8.1